6.1 en 6.2

Planning voor vandaag
Opdracht 6.1
Uitleg 6.2
Zelf aan de slag
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning voor vandaag
Opdracht 6.1
Uitleg 6.2
Zelf aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
1. je weet de kenmerken van bloed
2. je snapt de 2 bloedsomlopen

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
1. waar bestaat je bloed uit? 
2. wat is de taak van de rode bloedcellen?
3. Welk stofje zorgt ervoor dat je bloed rood is?
4. Wat is de taak van de witte bloedcellen?
5. En van de bloedplaatjes?


Tip; lees 6.1 in je boek
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 1



  • veel rode bloedcellen
  • witte bloedcellen (groot)
  • bloedplaatjes

Slide 5 - Tekstslide

2. Rode bloedcellen
Vervoeren zuurstof

3. Hemoglobine kleurt de bloedcellen rood.
Bevatten veel ijzer

Slide 6 - Tekstslide

4. Witte bloedcellen
  • 'eten' bacteriën en virussen 
  • Maken antistoffen, om vijanden aan te vallen

Slide 7 - Tekstslide

Witte bloedcellen

Slide 8 - Tekstslide

5. Bloedplaatjes
- Zorgen voor bloedstolling


Vorm: geen vaste vorm
(uiteengevallen cellen).
Celkern: Nee


Slide 9 - Tekstslide

bloedplaatjes
zorgen voor stolling bij een wondje, waardoor een korstje ontstaat. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

6.2 Bloedsomloop
  • =De weg die bloed aflegt door je lichaam
  • De mens heeft een dubbele bloedsomloop
  • De grote bloedsomloop brengt zuurstofrijk bloed naar alle onderdelen het lichaam
  • De kleine bloedsomloop maakt het bloed in de longen zuurstofrijk 
Dit is een aantekening

Slide 12 - Tekstslide

6.2 Het hart
De functie van het hart is het rondpompen van bloed door je lichaam. Het hart is opgedeeld uit 2 helften.

Let op! Op alle tekeningen/plaatjes staan de helften in spiegelbeeld. Links = recht, rechts = links
dit is een aantekening

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
1. Wat is de functie van de aorta?
2. Wat is de functie van de bovenste holle ader en de
onderste holle ader?
3. Waar zitten de kamers van het hart?
4. Waar zitten de boezems van het hart?
5. Omschrijf in 3 stappen hoe je hartslag werkt.


timer
1:00
Tip; lees 6.2

Slide 14 - Tekstslide

Antwoorden
1. De aorta pompt bloed van je hart naar je organen (zuurstofrijk)

2. De bovenste holle ader brengt zuurstofarm bloed van het bovenste gedeelte van je lichaam naar hart.

De onderste holle ader brengt zuurstofarm bloed van het onderste gedeelte van je lichaam naar hart.



Slide 15 - Tekstslide

Antwoorden
3. De kamers zitten aan de onderkant van het hart

4. De boezems zitten aan de bovenkant van het hart. 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 5
 Elke hartslag bestaat uit 2 ''klopjes''. 

1. Eerst trekken je boezems samen. Hartkleppen zijn open.

2. daarna trekken de kamers samen.
Halvemaanvormige kleppen zijn open.

3. Daarna is het even stil, dit zorgt ervoor dat het bloed de tijd heeft om door je bloedvaten te stromen. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Opdracht
                                                     Teken op een blad het hart.

Geef de volgende onderdelen aan; 
Bovenste holle ader, onderste holle ader, longslagader, longader, aorta, rechter kamer, linker kamer, rechter boezem, linker boezem, hartkleppen, halvemaanvormige kleppen

timer
1:00
Lever aan het einde van de les bij mij in

Slide 19 - Tekstslide