Klas 3 Praktische les rekenen: De supermarkt

Praktische les REKENEN
De supermarkt
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Praktische les REKENEN
De supermarkt

Slide 1 - Tekstslide

De Supermarkt
In deze les volgen jullie Rens, hij werkt bij een supermarkt. Rens neemt jullie mee naar zijn supermarkt en heeft een aantal opdrachten. Bij deze opdrachten mag je gebruik maken van een rekenmachine.
Succes!

Slide 2 - Tekstslide

De Supermarkt in Nederland

Hierna komen twee vragen. Je mag je rekenmachine en internet gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel supermarkten zijn er in Nederland?
A
ongeveer 5000
B
ongeveer 7000
C
ongeveer 488
D
ongeveer 115.000

Slide 4 - Quizvraag

In Nederland wonen 17,7 miljoen mensen en er zijn 7000 supermarkten. Hoeveel mensen zijn er gemiddeld per supermarkt?
A
2529
B
3310
C
5510
D
900

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel mensen zijn er per supermarkt in Nederland?
In Nederland wonen 17,7 miljoen mensen. Uitgeschreven is dit: 17.700.000. Om uit te rekenen hoeveel mensen er per supermarkt zijn deel je het aantal mensen door het aantal supermarkten (7000) dus: 17700000: 7000= 2528,57 mensen per supermarkt -> 2529

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

                     Hoeveel mensen werken er in de supermarkt?
Rens werkt op Vers én Operatie, net als 6 anderen. 
Er werken 8 mensen op zowel kassa als Brood.
Hoeveel mensen werken er in totaal in de winkel?
Afdeling
Aantal mensen
Brood
11
Kassa
24
Groente
9
Vers
33
Operatie
46
Totaal

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel mensen werken er in de supermarkt?

Slide 9 - Open vraag

Hoeveel mensen werken er in de supermarkt?
Antwoord: Eerst tel je alle cijfers bij elkaar op in de rechterkolom. Dus: 11+24+9+33+46= 123. Er zijn 15 mensen (7+8) die op twee afdelingen werken, we tellen hen maar 1 keer mee dus moeten we 15 mensen van 123 halen= 108 mensen werken bij de Supermarkt

Slide 10 - Tekstslide

De vakkenvuller

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Datums controleren
Opdracht: Leg uit wat een open code is?

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de datum van het product?

Slide 14 - Open vraag

Opdracht: Schappen vullen
In het volgende filmpje zie je Rens vullen. Hij moet drie karren vullen. Op elke kar staan 50 doosjes. Rens vult 100 doosjes per uur, hoelang is hij bezig met de drie karren?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Hoelang is Rens bezig met de vulling?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

Hoeveel pakken suiker van 500 gram moet Rens meegeven aan de klant?
A
8
B
7,5
C
11
D
1

Slide 19 - Quizvraag

Antwoord:
In een pak suiker zit 500 gram. De klant heeft 3750 gram nodig. 
8x 500= 4000. De klant houdt dan 250 gram over, maar dat is niet erg. Rens kan natuurlijk geen halve pakken meegeven aan de klant. 

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht: Spiegelen
In het volgende filmpje zie je Rens een gedeelte van de winkel spiegelen. Spiegelen is elk product netjes vooraan zetten. 
En bij houdbare producten is het belangrijk dat je de producten die het langst houdbaar zijn, achteraan zet. Dit noem je FIFO.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Spiegelen: Hoe snel ben jij?

Slide 23 - Open vraag

De Broodafdeling
Je ziet een filmpje van de Broodafdeling. Let goed op wat er gezegd wordt.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Hoeveel Broden heeft Rens vandaag verkocht

Slide 26 - Open vraag

De kassa
Rens moet helpen op de kassa, alleen omdat hij dat bijna nooit doet is hij er niet zo goed in. Help hem met het teruggeven van de juiste hoeveelheid geld.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

De klant moet 24 euro betalen maar geeft 40 euro, hoeveel wisselgeld moet Rens teruggeven?
A
16 euro
B
14 euro
C
15 euro
D
24 euro

Slide 29 - Quizvraag

Hoeveel euro zie je hier?

Slide 30 - Tekstslide

Hoeveel Euro zie je op de afbeelding?

Slide 31 - Open vraag

De kassa: 2
Rens moet van zijn baas 20 producten per minuut scannen bij de kassa. Als Rens 3 en een half uur achter de kassa zit, hoeveel producten heeft hij dan gescand?

Slide 32 - Tekstslide

Hoeveel producten worden er gescand in 3,5 uur?

Slide 33 - Open vraag

De kassa: 2
Rens scant 20 producten per minuut. Hij scant: 60x20= 1200 producten per uur. In 3,5 uur kan Rens (1200x3,5) 4200 producten scannen.

Slide 34 - Tekstslide

Zou jij in een supermarkt willen werken? Waarom wel/ waarom niet?

Slide 35 - Open vraag