4.1 Opbloei en macht van de stad

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

4.1 Opbloei en macht van de stad

5 min - feitje van de dag 

20 min - nieuwe informatie 4.1 

20 min - samenwerkingsfase 

10 min - huiswerk maken

5 min afsluiting 

Leerdoelen 

1. Waardoor namen de landbouwopbrengsten in de elfde eeuw toe?

2. Hoe waren bevolkingsgroei, specialisatie in beroepen en de opkomst van steden gevolgen van de toenemende voedselproductie?

3. In welke gebieden in Europa begon de overgang van een landbouwsamenleving naar een landbouw-stedelijke samenleving?

4. Hoe leidde de opkomst van handel en nijverheid tot interregionale economische verwevenheid in Europa?

5. Hoe en waarom kregen burgers in de steden en mensen op het platteland door de opkomst van de steden meer vrijheid?

6. Hoe nam door de economische macht van de steden hun zelfstandigheid toe?

6 december 1991

Who's afraid of red, yellow and blue III? (Barnett Newman)

VERFROL-EDITIE 

Bevolkingsgroei

Ontginnen + veranderingen in landbouw: 

- zware ploeg met wielen

- paarden ipv ossen 

- effectiever bemesten 

= bevolkingsgroei (in Nederlanden, Noord-Italië) 

Handel en nijverheid

Bevolkingsgroei ---> specialisatie (in ambachten). 

Ambachtslieden vertrokken naar kleine stadjes/burchten/knooppunten (want veiliger voor voorraad). 

nijverheid en handel neemt toe. Groei steden. 

landbouwsamenleving --> agrarisch - urbane samenleving 

De Hanze 

Koopmansgilden (samenwerkingsverband kooplieden)

Hanze (internationaal samenwerkingsverband) 

Jaarmarkten in Frankrijk (tot het niet meer leuk was) 

Na Brugge werd Antwerpen de belangrijkste stad in de Late Middeleeuwen 

Adel vs. steden

Vrijheden voor steden. 

Wat kreeg de adel? 

Horigen vertrokken naar stad. Omstandigheden horigen beter. 

Rijke burgers (patriciërs) eisten stadsrechten (privileges) = minder macht adel

Werkfase 

Opdracht 1 (iedereen): maak het werkblad 'introductie op de middeleeuwen'

Doel: je ziet duidelijk de verschillen/overgang tussen de oudheid en vroege en late middeleeuwen. 

Klaar? maak je huiswerk: 3, 4, 8, 10, 11 

Leerdoelen 

1. Waardoor namen de landbouwopbrengsten in de elfde eeuw toe?

2. Hoe waren bevolkingsgroei, specialisatie in beroepen en de opkomst van steden gevolgen van de toenemende voedselproductie?

3. In welke gebieden in Europa begon de overgang van een landbouwsamenleving naar een landbouw-stedelijke samenleving?

4. Hoe leidde de opkomst van handel en nijverheid tot interregionale economische verwevenheid in Europa?

5. Hoe en waarom kregen burgers in de steden en mensen op het platteland door de opkomst van de steden meer vrijheid?

6. Hoe nam door de economische macht van de steden hun zelfstandigheid toe?