3.2 Heren en horigen

Heren en horigen
De tijd van monniken en ridders
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Heren en horigen
De tijd van monniken en ridders

Slide 1 - Tekstslide

In deze les
-Opdracht wisbordje (5 min.)
-Instructie paragraaf 2 (10 min.)
-Oriëntatie nakijken (10 min.)
-Opdrachten maken/Verlengde instructie (15 min.)
-Afsluiting (5 min.)

Lesdoel: Aan het eind van de les kan je drie redenen geven waarom er een einde kwam aan het Romeinse Rijk

Slide 2 - Tekstslide

Wisbordje
Stap 1: Houd je bordje horizontaal
Stap 2: Teken een rechte lijn
Stap 3: Noteer het jaar 0
Stap 4: Noteer het jaar 500 n. Chr.
Stap 5: Noteer het jaar 1000 n. Chr.
Stap 6: Noteer het jaar 2023 n. Chr.

Kader: hoeveel jaar zit er tussen het jaar 1000 n.Chr. en het jaar 2023 n.Chr.?

Slide 3 - Tekstslide

Einde Romeinse Rijk
  • In 476 n.Chr. komt er een einde aan het Romeinse Rijk
  • Dit heeft een aantal oorzaken (redenen) 

Slide 4 - Tekstslide


Barbaren!


  • Aan het eind van de 3e eeuw vallen vreemde volken het Romeinse Rijk vanuit het oosten aan. 
  • De Romeinen noemen ze barbaren. Dit komt van het Griekse woord barbaros
  • Zo klinkt de taal van de barbaren namelijk volgens hen: 'bar, bar, bar, bar'.

Slide 5 - Tekstslide


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
De belangrijkste volken rondom het Romeinse Rijk tussen de 2e-5e eeuw
Hunnen
Angelen
Saksen
Vandalen
Visigoten
Ostrogoten

Slide 6 - Tekstslide


Het Rijk in de problemen


  • Het gaat niet goed met het Romeinse Rijk: de keizers zijn vooral bezig met ruzies en feesten. 
  • De Romeinen vochten daardoor ook veel met elkaar.
  • Dit had als gevolg dat het Romeinse Rijk in tweeën werd gesplitst






De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het derde deel van de serie heet Consummation (verorbering), en laat zien dat er vooral heel veel gefeest wordt.

Slide 7 - Tekstslide


Het Rijk wordt gesplitst
395


  • Het Rijk wordt in 395 twee stukken gedeeld. 
  • Het oostelijk deel wordt het Oost-Romeinse Rijk. De hoofdstad is Constantinopel. 
  • In het West-Romeinse Rijk blijft Rome (voorlopig) de hoofdstad. 





Slide 8 - Tekstslide

In het West-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Rome (later: Milaan en Ravenna), spraken de meeste mensen Latijn.
In het Oost-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Constantinopel, spraken de meeste mensen Grieks.

Slide 9 - Tekstslide


Machtsstrijd


  • Er werd dus veel ruzie gemaakt. 
  • De grenzen worden daardoor niet goed bewaakt. 
  • Ook is het leger hier te klein voor.






Niet alleen een machtsstrijd maakte een einde aan het West-Romeinse Rijk, er was ook aantal slechte keizers die er een potje van maakte. Zoals Honorius (384 - 423). Hij werd algemeen beschouwd als een van de slechtste keizers die het Romeinse Rijk heeft gekend. Toen hij keizer werd was er nog niet veel gevaar. Toen hij stierf was het West-Romeinse rijk al niet meer te redden.

Slide 10 - Tekstslide


Het West-Romeinse Rijk valt
476




  • Volken vallen het Rijk binnen en plunderen de rijkdommen. 
  • Romeinse aanvoerders hebben steeds minder te zeggen, en in 476 wordt zelfs een niet-Romein, keizer.
  • Historici zien dit als het einde van het West-Romeinse Rijk.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is er gebleven?
  • Wegen, aquaducten, thermen, riolering.
  • Bouwkunst: bogen en koepels 
  • Christendom

Slide 12 - Tekstslide

Samenvattend
  • Het Romeinse Rijk valt dus in 476 n Chr.
  • Oorzaken:
  •  Het leger (te klein, grenzen niet goed bewaakt)
  • Romeinen vochten met elkaar (het Rijk werd in tweeën gesplitst)
  • Germaanse volken trokken het Rijk binnen

Slide 13 - Tekstslide

En nu zelf:
-Schrijf op je wisbordje 3 redenen waarom het Romeinse Rijk uit elkaar viel.

Slide 14 - Tekstslide

timer
1:00
"Ik begrijp het al"
"Herhaling is fijn"
Wil extra uitleg
Zelfstandig maken:
Paragraaf 2: opdracht 1 t/m 14
Klaar? Je mag verder werken of je antwoord op het eerste leerdoel overnemen.
Verlengde instructie
Zelfstandig maken:
Paragraaf 2: opdracht 1 t/m 14
Klaar? Je mag verder werken of je antwoord op het eerste leerdoel overnemen.
Verlengde instructie
Samen maken:
Paragraaf 2: opdracht 1 t/m 14
Samen een samenvatting maken

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting
  • Volgende les: Uitleg tweede gedeelte paragraaf 2 

Slide 16 - Tekstslide

Leven van het land
Middeleeuwen beginnen rond het jaar 500

Onveilige periode; geen Romeinse soldaten = geen bescherming

Romeinse wegen raakten in verval; mensen gingen minder reizen

Mensen maakten en verbouwden alles zelf; de handel stopte

Slide 17 - Tekstslide

Werken voor een heer
Boeren hadden zwaar leven; hard werken en onveilig

Heer (machtige boer) kon bescherming bieden

Deel van de oogst afstaan en klusjes doen in ruil voor bescherming

Dit was verplicht. De boeren was geen vrij mens meer: horigen

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
Paragraaf 3.2 Heren en horigen

Maak opdracht 9 t/m 19

10 minuten
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Doe dit in volledige zinnen.

Slide 20 - Open vraag

Wanneer begonnen de middeleeuwen?
A
500 jaar voor het begin van het Romeinse rijk
B
Toen het Romeinse rijk nog bestond
C
Toen het Romeinse rijk ophield te bestaan
D
500 jaar na het einde van het Romeinse rijk

Slide 21 - Quizvraag

Maak de juiste combinaties
Voor de middeleeuwen
Na de middeleeuwen
mensen zijn aan het handelen
mensen verbouwen hun eigen voedsel
mensen reizen tussen steden
mensen durven niet meer te reizen

Slide 22 - Sleepvraag

Waarom werd het onveilig toen de Romeinen weg waren?
A
Alleen de Romeinen hadden goede wapens
B
Alleen de Romeinen wisten waar de rovers zaten
C
Er waren geen Romeinse soldaten meer voor bescherming
D
De Romeinen hadden alle rovers vrijgelaten

Slide 23 - Quizvraag

Wat was een voordeel voor een horige?

Slide 24 - Open vraag

Wat was een nadeel voor een horige?

Slide 25 - Open vraag

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Doe dit in volledige zinnen.

Slide 26 - Open vraag

Schrijf 1 ding op over iets wat je nog niet zo goed begrijpt of waar je nog iets over wilt weten.
Doe dit in volledige zinnen.

Slide 27 - Open vraag

Heren en horigen
De tijd van monniken en ridders
3 Heren, horigen en heiligen

Slide 28 - Tekstslide

Vorige les
We hebben het gehad over:
  • middeleeuwen
  • onveilige periode
  • geen handel meer
  • boeren zoeken bescherming
  • heren bieden bescherming
  • horigen
  • adel

Slide 29 - Tekstslide

horige 
heer
'Ik hoop dat mijn boerderij nooit wordt geplunderd.'
'Iedereen op mijn land doet wat ik zeg!'
'Ik moet van de heer zijn schapen scheren.'
'Ik ben geen vrij mens.'
'Ik bescherm mijn boeren!'
'Iedereen is veilig in mijn kasteel.'

Slide 30 - Sleepvraag

Bescherming bij de heer
Meer boeren zoeken bescherming

Meer boeren = meer macht en meer grond voor de heer

Heren horen bij de adel en hebben soldaten. Ze wonen in grote houten huizen, later in kastelen.

De heren voeren oorlog met elkaar en met roversbendes




Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag
Paragraaf 3.2 Heren en horigen

Maak opdracht 20 t/m 24 + 26

10 minuten


timer
10:00

Slide 32 - Tekstslide

Nabespreken
Paragraaf 3.2 Heren en horigen

Bespreken opdracht 24 + 26


Slide 33 - Tekstslide

Welke omschrijving past het beste bij de adel?
A
Boeren die in kleine boerderijen wonen
B
Soldaten die in een kasteel wonen
C
Machtige heren die de baas zijn over een groot stuk land
D
Horigen die een deel van de oogst moeten afstaan

Slide 34 - Quizvraag

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Doe dit in volledige zinnen.

Slide 35 - Open vraag

Schrijf 1 ding op over iets wat je nog niet zo goed begrijpt of waar je nog iets over wilt weten.
Doe dit in volledige zinnen.

Slide 36 - Open vraag