In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 4
Boeren, heren en monniken
Paragraaf 4.2
Keizers, koningen en heren
Slide 1 - Tekstslide
Doelen
Je kunt uitleggen hoe het Frankische Rijk ontstond.
Je kunt uitleggen hoe het leenstelsel werkte.
Je kunt uitleggen wat Vikingen waren.
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Terugblik: vorige les
Uitleg 4.2
Filmpje Vikingen
Toets bespreken
Afsluiting/huiswerk
Slide 3 - Tekstslide
Wat was een politiek gevolg van het verdwijnen van het West-Romeinse Rijk?
A
De handel ging achteruit
B
Er kwamen nieuwe keizers
C
Er ontstonden Germaanse koninkrijken
D
Er ontstond een agrarische samenleving
Slide 4 - Quizvraag
Wat was een economisch gevolg van het verdwijnen van het West-Romeinse Rijk?
A
Steden liepen leeg en men leefde op het platteland
B
Germaanse koningen namen de macht over
C
Er ontstond bloeiende handel
D
Er kwamen nieuwe Romeinse keizers
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Clovis was de eerste Germaanse koning die zich tot het christendom bekeerde. Hij zou tot God gebeden hebben toen hij er in een veldslag slecht voor stond. Daarna wonnen de Franken het gevecht alsnog.
Clovis keek tot 496 heel wantrouwend naar het christendom. Zijn eerste zoon was overleden vlak nadat de baby gedoopt was. Ook zijn tweede zoon werd ziek, maar genas na de gebeden van de vrouw van Clovis.
Samen met Clovis werden zijn 3000 soldaten gedoopt. Na de bekering van Clovis gehoorzaamden de mensen in de door hem veroverde gebieden beter. De meeste van die mensen waren al eerder christen geworden.
Slide 9 - Tekstslide
Veroveringen door koning Clovis.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Karel de Grote
Koning: 768-800
Keizer: 800-814
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Wat heb je van dit filmpje geleerd?
Slide 16 - Open vraag
Je kunt uitleggen hoe het Frankische Rijk ontstond.
Slide 17 - Poll
Clovis werkte nauw samen met de kerk. Welke reden had hij daarvoor?
A
De katholieke kerk was goed georganiseerd en machtig
B
De kerk in Rome had een groot leger
C
De meeste Franken waren christelijk
D
De paus bood aan om hem te kronen tot keizer
Slide 18 - Quizvraag
Koning Clovis (466-511) is nog altijd erg populair in Frankrijk. Waarom is dat?
A
Hij heeft de Romeinen uit Frankrijk verdreven
B
Hij heeft de Franken onder één bestuur verenigd
C
Hij heeft gezorgd dat de paus weer in Rome kon wonen
D
Hij heeft heel Europa veroverd
Slide 19 - Quizvraag
Waarom werd Karel de Grote in 800 tot keizer gekroond?
A
Karel de Grote had alle Franken onder zich verenigd
B
Karel de Grote had de moslims uit Spanje verdreven
C
Karel had het Oost-Romeinse Rijk veroverd
D
Karel de Grote had de paus geholpen toen hij uit Rome was verdreven
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
'Frankische Rijk'
De grond is van de leenheer (keizer / koning Karel de Grote)
FEODALISME
=
LEENSTELSEL
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
'Frankische Rijk'
Leenman
A
Leenman
B
Leenman
C
Leenman
D
Leenman
E
Leenman
F
Leenman
G
Leenman
H
Leenman
I
FEODALISME
=
LEENSTELSEL
Slide 24 - Tekstslide
'Frankische Rijk'
Leenman
B
Leenman
C
Leenman
D
Leenman
E
Leenman
F
Leenman
G
Leenman
H
Leenman
I
FEODALISME
=
LEENSTELSEL
Slide 25 - Tekstslide
Leenstelsel
Ook: feodale stelsel
Slide 26 - Tekstslide
Waarom gaf een leenheer stukken land ter leen?
A
Er was geen geld meer in de omloop
B
De koning vond regeren niet zo leuk
C
De kerk had dit zo bepaald
D
Dit deden de Romeinen ook al
Slide 27 - Quizvraag
Leenheer (bv. Karel de Grote)
Leenmannen
(bv. hertog of graaf)
Geeft grond in leen
Gebied besturen, rechtspreken, militairen sturen
Slide 28 - Tekstslide
Raad en daad
(Achter)Leenmannen moesten:
Trouw zweren aan de leenheer
Advies geven
Helpen bij oorlog
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Welke uitspraak over het leenstelsel is juist?
A
De koningen beloonde zijn volgelingen met geld
B
De leenheer hielp de leenman bij het bestuur
C
Door het leenstelsel had de koning een groot leger
D
Leenmannen moesten belasting betalen aan de koning
Slide 31 - Quizvraag
Welke uitspraak over ridders is juist?
A
Ridders hoefden geen trouw te beloven aan de koning
B
Ridders kregen hun grond van de koning in eigendom
C
Ridders kregen hun wapenuitrusting van de koning
D
Ridders waren leenmannen of achterleenmannen
Slide 32 - Quizvraag
Het leenstelsel was een systeem
waarbij bijvoorbeeld een stukken
land uitleende aan in ruil voor
hun .
Economisch
Politiek
Landbouw
Horigen
Trouw en steun
Domein
Hofstelsel
Koning
Herendiensten
Edelen
Slide 33 - Sleepvraag
Vikingen
Slide 34 - Tekstslide
Vooroordelen
Helmen
Drinkbekers
Slide 35 - Tekstslide
'vik' betekent zoiets als fjord
De vikingen in Noorwegen woonden bij fjorden.
Slide 36 - Tekstslide
Vikingen hielden van lange baarden
Deze verzorgden ze goed
Soms versierden ze de baarden en hadden ze er vlechten in
Slide 37 - Tekstslide
Wat zijn Vikingen?
Soldaat, krijger, rover, piraat
Niet alle Noormannen of Denen waren Viking
Waarom?
Noorwegen en Denemarken zijn nou niet bepaald landbouwvriendelijk
Slide 38 - Tekstslide
Vikingen vallen aan!
vanaf ong. 800 na Christus
Vikingen waren handelaren (graan/wapens/berenvellen)