Overige spelling

Aan elkaar of los
  • Samenstellingen: aan elkaar (ook als het heel lang wordt):    kortetermijngeheugen | sciencefiction 
  • Spaties uit een naam neem je over:                                                                                     1 aprilgrap | Van Goghtentoonstelling
  • Voorzetsels + 'er', 'hier', 'daar' en 'waar': let op waar ze bij horen                          Ik kom hierop uit. (want: uitkomen op iets)                                                                 Hij gaat ervan uit dat je komt. (want: uitgaan van iets)                                             Wil je niet steeds erdoorheen praten? (want: praten, niet 'heenpraten')
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Aan elkaar of los
  • Samenstellingen: aan elkaar (ook als het heel lang wordt):    kortetermijngeheugen | sciencefiction 
  • Spaties uit een naam neem je over:                                                                                     1 aprilgrap | Van Goghtentoonstelling
  • Voorzetsels + 'er', 'hier', 'daar' en 'waar': let op waar ze bij horen                          Ik kom hierop uit. (want: uitkomen op iets)                                                                 Hij gaat ervan uit dat je komt. (want: uitgaan van iets)                                             Wil je niet steeds erdoorheen praten? (want: praten, niet 'heenpraten')

Slide 1 - Tekstslide

Samenstellingen
Meervoud alleen op –en: dan tussen-n: invalidenparkeerplaats
Uitzonderingen:
*Deel 1 noemt unieke persoon of zaak (koninginnedag, zonnestelsel)
*Deel 1 is geen echte samenstelling (schattebout)
*Deel 1 heeft meervoud op –s of –n (secondewijzer)


Slide 2 - Tekstslide

*Deel 1 heeft meervoud op –s (aspergesoep)
*Deel 1 komt van werkwoord (spinnewiel)
*Deel 1 is versterkend (beresterk, boordevol)
-Tussenletter -s: schrijf je als je hem hoort. Tip bij twijfel: samenstelling veranderen. (stadscentrum-stadsverkeer)

Slide 3 - Tekstslide

Tussen-n
Een samenstelling krijgt een tussen-n als:
  • het geheel een zelfstandig naamwoord is
  • én het eerste deel een zelfstandig naamwoord is
  • ... dat alléén een meervoud op -n heeft
tomatensoep, pannenkoek, ziekenhuis, hondenhok

Hier dus geen tussen-n:
habbekrats, brekebeen, zonnewijzer, tarwebrood, keuzestress, groentesoep, blindedarm, beresterk, huisvredebreuk

Slide 4 - Tekstslide

Als je uitspraakproblemen krijgt:
In een samenstelling: een streepje (astma-aanval)
In een woord: een trema (ruziën)
Ander gevallen: apostrof (Kyra's fiets)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Koppelteken
Bij klinkerbotsing gebruik je een koppelteken
  • cao-onderhandeling, auto-ongeluk, ski-jack, zo-even
  • politieagent, giroafschrift

Leer alle andere regels voor het koppelteken goed. Zoals...
  • voorvoegsels (ex-vrouw maar vicepremier), bij symbolen (€-teken), getallen (A4-formaat) en afkortingen (vwo-leerling maar havoleerling), vaste woordcombinaties (glas-in-loodraam)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Bezit
Let goed op het verschil:
  • Nienkes schooltas
  • Anna's hond, Evy's cadeau
  • Roos' fiets, Max' idee, Inez' grap

Slide 13 - Tekstslide

Meervoud en klemtoon
Meervoud op -ie
  • porie, poriën
  • melodie, melodieën

Woorden op -ik, -es en -et
  • strikken | haviken
  • messen | dreumesen

Slide 14 - Tekstslide

Alle(n), sommige(n), beide(n), andere(n)
Alléén met -n als:
  • het verwijst naar personen
  • en zelfstandig gebruikt is

Wij waren op tijd, maar anderen kwamen te laat.

De meeste recepten kan ik volgen, maar van sommige begrijp ik niets! 
De steward heeft alle passagiers hun plek gewezen.
Veel kennissen van mijn ouders ken wel, maar enkele nog niet. (bijvoeglijk!)

Slide 15 - Tekstslide