In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Les 1 Nederlands
8 september 2021
1R1A
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
aanmelden:
met school-email óf
gmail / hotmail
Slide 7 - Tekstslide
Pincode
Je krijgt een pincode.
Type deze in.
LessonUp kan nu starten!
Slide 8 - Tekstslide
Schrijven
Dagverslag
Slide 9 - Tekstslide
dagverslag is ....
Slide 10 - Woordweb
Wat is een woordweb?
Alle woorden bedenken bij één onderwerp
Slide 11 - Tekstslide
kinderdagverblijf
Slide 12 - Woordweb
Huiswerk
Maak een woordweb over jouw stage-instelling.
Slide 13 - Tekstslide
Volgende week:
schrijven van een schrijfplan
Slide 14 - Tekstslide
signaalwoorden
Welke signaalwoorden ken je?
bijvoorbeeld: omdat, en, want.
Vul het woordweb in.
Slide 15 - Tekstslide
signaalwoorden
Slide 16 - Woordweb
Nieuwsbegrip
statiegeld op kleine plastic flesjes
Slide 17 - Tekstslide
Lees de inleiding.
Sinds 1 juli zit er statiegeld op kleine plastic flesjes. Veel van die flesjes worden op straat weggegooid. Statiegeld op de flesjes moet nu zorgen voor minder plastic zwerfafval. Daarnazijn blikjes aan de beurt.
Slide 18 - Tekstslide
Wat geeft het signaalwoord 'daarna' aan?
Slide 19 - Open vraag
Lees deze twee zinnen:
Mensen gooien die flesjes weg op straat en in de natuur. Maar plastic is heel schadelijk voor de natuur.
Slide 20 - Tekstslide
Wat geeft het signaalwoord 'maar' aan?
Slide 21 - Open vraag
Lees deze twee zinnen:
Maar plastic is heel schadelijk voor de natuur. Want het vergaat niet.
Slide 22 - Tekstslide
Wat geeft het signaalwoord 'want' aan?
Slide 23 - Open vraag
verband
We lezen steeds twee zinnen.
In de tweede zin staat het signaalwoord.
Deze twee zinnen horen dus bij elkaar!
Slide 24 - Tekstslide
Lees de twee zinnen:
Het duurt heel lang voordat een plastic fles is opgelost tot heel
kleine stukjes plastic. En die kleine stukjes plastic kunnen in de zee terechtkomen.
Slide 25 - Tekstslide
Wat geeft het signaalwoord 'en' aan?
Slide 26 - Open vraag
en / bovendien / daarna
In de uitleg zie je twee andere signaalwoorden:
bovendien en daarna.
Dit zijn synoniemen.
Het zijn andere woorden met dezelfde betekenis als 'en'.
Slide 27 - Tekstslide
Lees de twee zinnen:
Vissen krijgen het plastic dan binnen. En mensen krijgen het weer binnen als ze vis eten.
Slide 28 - Tekstslide
Wat geeft het signaalwoord 'en' aan?
Slide 29 - Open vraag
en / daarna
In de uitleg zie je een ander signaalwoord dat een volgorde aangeeft: daarna.
eerst de vissen, daarna de mensen.
Slide 30 - Tekstslide
Lees de twee zinnen:
Plastic is slecht voor de natuur. En het is slecht voor de gezondheid van mensen en dieren.
Slide 31 - Tekstslide
Wat geeft het signaalwoord 'en' aan?
Slide 32 - Open vraag
Lees de volgende zin:
Er moet daarom minder plastic zwerfafval komen.
Slide 33 - Tekstslide
Wat geeft het signaalwoord 'daarom' aan?
Slide 34 - Open vraag
daarom / want
Daarom en want geven allebei aan dat we beter voor de natuur, dieren en mensen moeten zorgen.
Slide 35 - Tekstslide
Lees de laatste zin van alinea 1:
En daar moet statiegeld voor zorgen.
Slide 36 - Tekstslide
Wat geeft het signaalwoord 'en' aan?
Slide 37 - Open vraag
Kortom:
In de eerste alinea vonden wij 8 signaalwoorden.
Als je een signaalwoord ziet, lees je óók de zin die ervoor staat.
Deze zinnen horen bij elkaar.
Daardoor weet je wat het signaalwoord aangeeft.
Slide 38 - Tekstslide
zoekend lezen
Door signaalwoorden begrijp je een tekst beter.
Examenvragen gaan heel vaak over signaalwoorden.
Slide 39 - Tekstslide
Voorbeeld examenvraag bij de tekst:
Waarom komt er nu statiegeld op kleine plastic flesjes?
Slide 40 - Tekstslide
Waarom komt er nu statiegeld op kleine plastic flesjes?
A
zodat we flesjes terug brengen
B
zodat we beter voor de natuur, dieren en mensen zorgen
C
zodat we rijk worden
D
zodat de winkel er geld aan verdient
Slide 41 - Quizvraag
Huiswerk
Lees alinea 2.
Markeer (kleur) de signaalwoorden.
Schrijf op wat ieder signaalwoord aangeeft.
Leg dit kort uit.
Slide 42 - Tekstslide
Volgende week:
Gaan we een quiz doen over de signaalwoorden uit de tweede alinea.