§4.4 Welvaart en welzijn in Nederland

§4.4 Welvaart en welzijn in Nederland
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

§4.4 Welvaart en welzijn in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Herhaling §3.4
- Leerdoelen
- Uitleg
- Huiswerk maken

Slide 2 - Tekstslide

Wat is sociale ongelijkheid?
A
Groepen mensen die hun rijkdom niet delen
B
Groepen mensen die te lui zijn om te werken
C
Ongelijkheid in hoe de welvaart verdeeld is in een land
D
Ongelijkheid in hoe mensen wonen

Slide 3 - Quizvraag

Regionale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid

Slide 4 - Sleepvraag

Formele sector
Informele sector

Slide 5 - Sleepvraag

Rijke landen
Arme landen
Niet arm/niet rijk 
grote informele sector
grote formele sector

Slide 6 - Sleepvraag

Leerdoelen
Als je klaar bent met deze paragraaf:
• uitleggen waarom bedrijven zich in Nederland willen vestigen.
• weet je dat Nederland een hoog niveau van welvaart en welzijn heeft.
• begrijp je waarom Nederland welvarend is.

Slide 7 - Tekstslide

Welvaart en welzijn
  • In Nederland is de welvaart hoog.

  • Het welzijn is ook hoog, omdat:
1. Iedereen verplicht naar school gaat;
2. er voldoende gezond eten en schoon drinkwater is;
3. verzekering voor gezondheidszorg en inschrijving bij huisarts verplicht is.

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaken hoge welvaart
  • In Nederland werkt het grootste deel van de beroepsbevolking in de: dienstensector.

  • Er zijn veel grote bedrijven die wereldwijd hun goederen en diensten verkopen. Die noem je: multinational, zoals Nike of Zara.

Slide 9 - Tekstslide

Welke Nederlandse multinational ken jij?

Slide 10 - Open vraag

De keuze van multinationals
  • Bedrijven vestigen zich in een land om bepaalde redenen, deze redenen noem je: vestigingsplaatsfactoren.

  • Wat zijn de belangrijkste vestigingsplaatsfactoren van Nederland?
1. Gunstige ligging en goede infrastructuur;
2. Betrouwbaar en stabiel land.
3. Lid van de EU.
4. Goede opgeleide en Engelssprekende bevolking.
5. Lage belasting voor buitenlandse bedrijven.

Slide 11 - Tekstslide