v5 semaine 24

semaine 24
En classe :u5 19-22
A faire : monsieur L/I
Apprendre : p 107 jusqu’à écouter

A: au programme 
B : la voix active et la voix passive encore une fois
C: POURQUOI on crée l'EUROPE ( weektaak 19-22)
E:/  lecture monsieur LINH/ weektaak
LEESTOETS V5  (30 mn)
D: recap : une dernière fois le PC   : blooket
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

semaine 24
En classe :u5 19-22
A faire : monsieur L/I
Apprendre : p 107 jusqu’à écouter

A: au programme 
B : la voix active et la voix passive encore une fois
C: POURQUOI on crée l'EUROPE ( weektaak 19-22)
E:/  lecture monsieur LINH/ weektaak
LEESTOETS V5  (30 mn)
D: recap : une dernière fois le PC   : blooket

Slide 1 - Tekstslide

au programme 
- évaluation de la semaine dernière - avez-vous tout compris
- on reprend la voix active et passive
- la lecture : monsieur IBRAHIM

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

    La voix passive  

Zinnen kunnen in de bedrijvende (actieve) vorm staan, of in de lijdende (passieve) vorm.
De lijdende vorm wordt vaak in teksten gebruikt.

De lijdende vorm in het Frans wordt gemaakt met:
 het hulpwerkwoord être + voltooid deelwoord (+par)
Je vertaalt het werkwoord être hier met worden.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Dans une phrase active, le sujet fait l'action

ex. Le chat mange la souris          De kat eet de muis.   
- le chat= sujet de la phrase             onderwerp van de zin
- mange= l'action                               actie 
- la souris= COD                                  lijdend voorwerp

Slide 6 - Tekstslide


Dans une phrase passive, le COD subit l'action et est devenu le sujet de la phrase:  
Bij een lijdende vorm ondergaat het lijdend voorwerp de actie en wordt het onderwerp van de zin. 

Le chat mange la sourisLa souris est mangée par
                                                 le chat.
De kat eet de muis.               De muis wordt door de kat opgegeten.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Een actieve zin omzetten in een passieve zin.
 Volg de onderstaande stappen: 

1 Lijdend voorwerp wordt onderwerp
2 Bepaal de tijd van de actieve zin en zet être in dezelfde tijd in de passieve zin
4 Zet het hoofdwerkwoord uit de actieve zin om in een voltooid deelwoord in de passieve zin. 
5 Onderwerp uit actieve zin komt achter par

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Video

Voorbeeld

Le chat a attrapé la souris.                    De kat heeft de muis
                                                                      gevangen. 

1 la souris wordt onderwerp 
2 a attrappé = passé composé 
3 a été attrapée 
4 par le chat 
DUS: La souris a été attrapée par le chat.    
De muis is gevangen (geworden) door de muis. 




Slide 11 - Tekstslide

regardez la fin de la vidéo et 
réponds à la question

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Le ver mangera la pomme.
1 La pomme
2 mangera = futur simple
3 sera mangé
4 par le ver 
La pomme sera mangée par le ver. 

Slide 14 - Tekstslide


La pomme sera mangée par le ver. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Is de zin actief of passief?
Ce film a été vu par des millions de gens.
A
Actief
B
Passief

Slide 18 - Quizvraag

Is de zin actief of passief?
Mes parents visitent souvent des musées.
A
Actief
B
Passief

Slide 19 - Quizvraag

Is de zin actief of passief?
Mon père a accepté une poste dans cette entreprise.
A
actief
B
passief

Slide 20 - Quizvraag

Is de zin actief of passief?
Ce match est regardé par beaucoup de fans.
A
actief
B
passief

Slide 21 - Quizvraag

Is de zin actief of passief?
Cette série est beaucoup regardée sur Netflix.
A
Actief
B
Passief

Slide 22 - Quizvraag

Bekijk de volgende actieve zinnen, in welke tijd zet je de werkwoorden in een passieve zin?

Slide 23 - Open vraag

Mes parents versent mon argent de poche sur mon compte en banque.
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur simple

Slide 24 - Quizvraag

Mes parents versaient mon argent de poche sur mon compte en banque.
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur simple

Slide 25 - Quizvraag

Mes parents ont versé mon argent de poche sur mon compte en banque.
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur simple

Slide 26 - Quizvraag

Mes parents verseront mon argent de poche sur mon compte en banque.
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur simple

Slide 27 - Quizvraag

Zet in de lijdende vorm:
Mes parents verseront mon argent de poche sur mon compte en banque.

Slide 28 - Open vraag

Zet in de lijdende vorm
Philippe Claudel a écrit le livre 'La petite fille de monsieur Linh'.


Slide 29 - Open vraag

Zet in de lijdende vorm
L'université organisera une journée portes ouvertes.

Slide 30 - Open vraag

Zet de zin in de lijdende vorm
On fait des travaux pour améliorer les routes.

Slide 31 - Open vraag

Réécris les phrases à la voix passive en utilisant des verbes pronominaux.

On traduit facilement cette phrase en français

Slide 32 - Open vraag

Réécris les phrases à la voix passive en utilisant des verbes pronominaux.

Je peux ouvrir la porte facilement.

Slide 33 - Open vraag

C: l'union européenne 
19 : en duo : élève A note les avantages, élève B note les désavantages

Slide 34 - Tekstslide

D: on s'entraine encore un petit peu

Slide 35 - Tekstslide

1. Quelles idées avez-vous.........

A
eu
B
eues
C
eus

Slide 36 - Quizvraag


2 Madame, vous n’avez pas encore .....mes copines

A
vu
B
vus
C
vues
D
vue

Slide 37 - Quizvraag


3 T'as aimé les fleurs blancs que je t'ai...............?

A
offert
B
offris
C
offerts
D
offertes

Slide 38 - Quizvraag


6 La mobylette, elle ne l’a pas.................

A
vendu
B
vendus
C
vendue
D
vendues

Slide 39 - Quizvraag

4 Les cours que vous m'avez ...... étaient utiles


A
donné
B
donnés
C
données

Slide 40 - Quizvraag

5 J’ai ...... ces baskets blanches à ma petite soeur
A
donné
B
donnée
C
données

Slide 41 - Quizvraag

schrijf de juiste vorm van het voltooid deelwoord op, in kleine letters zonder punt

Emma ........................ cet après-midi (revenir)

Slide 42 - Open vraag

schrijf de juiste vorm van het voltooid deelwoord op, in kleine letters zonder punt

dimanche matin, nous … avant midi. (partir)

Slide 43 - Open vraag

schrijf de juiste vorm vande pc op, in kleine letters zonder punt
1 Lorsqu'elle .................., il a pleuré (partir)


Slide 44 - Open vraag

schrijf de juiste vorm van het voltooid deelwoord op, in kleine letters zonder punt
3. elle ............. devant la fenêtrre (passer)



Slide 45 - Open vraag


6 Elles .......... ensemble (partir)

Slide 46 - Open vraag

30 minutes
j'ai pris mes audiophones donce je travaille au weektaak 21-22
je vais lire 30 min: leestoets
je vais lire 30 min : monsieur linh

Slide 47 - Poll