Passé Composé & Voix Passive

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Passé Composé met hulpwerkwoord  AVOIR
rien de nouveau  : 

elle a dormi dans le fauteuil 
elle a chanté une chanson 
elles  ont dormi dans le fauteuil
Marion et Suze  ont chanté une chanson

LE PARTICIPE PASSÉ NE S'ACCORDE PAS AU SUJET
VOLTOOID DEELWOORD PAST ZICH NIET AAN AAN HET ONDERWERP

Slide 2 - Tekstslide

Passé Composé met hulpwerkwoord  ÊTRE
rien de nouveau  : 

elle s'est assise dans le fauteuil (s'asseoir, pp assis) 
elle est restée à la maison (rester, pp resté)
elles sont devenues  célèbres (devenir, pp devenu) 
Marion et Suze sont allées à Paris.

LE PARTICIPE PASSÉ S'ACCORDE AU SUJET
VOLTOOID DEELWOORD PAST ZICH AAN AAN HET ONDERWERP

Slide 3 - Tekstslide

Passé Composé  met AVOIR 
 lijdend voorwerp VOORAF
exemple:
Les pommes qu'ils ont mangées
Les pommes qu'elle a mangées
Les pommes que vous avez mangées

S'ADAPTE AU COMPLÉMENT D'OBJET DIRECT!

PAST ZICH AAN, AAN HET LIJDEND VOORWERP!

Slide 4 - Tekstslide



Lijdend voorwerp ná het gezegde

Elle a acheté des stylos

stylos = mmv


Lijdend voorwerp
vóór het gezegde

Les stylos qu'elle a achetés

Slide 5 - Tekstslide


Les maisons qu'il _____ sont petites .(vmv)
A
a acheté
B
a achetées
C
sont acheté
D
sont achetées

Slide 6 - Quizvraag


ils ____ riches (devenir)
A
ont devenu
B
ont devenus
C
sont devenu
D
sont devenus

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

 La voix passive  

Zinnen kunnen in de bedrijvende (actieve) vorm staan, of in de lijdende (passieve) vorm.
De lijdende vorm wordt vaak in teksten gebruikt.

De lijdende vorm in het Frans wordt gemaakt met:
 het hulpwerkwoord être + voltooid deelwoord (+par)
Je vertaalt het werkwoord être hier met worden.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Dans une phrase active, le sujet fait l'action

ex. Le chat mange la souris          De kat eet de muis.   
- le chat= sujet de la phrase            - onderwerp vd zin
- mange= l'action                               - actie 
- la souris= COD                                  - lijdend voorwerp

Slide 12 - Tekstslide


Dans une phrase passive, le COD subit l'action et est devenu le sujet de la phrase:  
Bij een lijdende vorm ondergaat het lijdend voorwerp de actie en wordt het onderwerp van de zin. 

Le chat mange la sourisLa souris est mangée par
                                                 le chat.
De kat eet de muis.               De muis wordt door de kat opgegeten.

Slide 13 - Tekstslide

Een actieve zin omzetten in een passieve zin.
 Volg de onderstaande stappen: 

1 Lijdend voorwerp wordt onderwerp
2 Bepaal de tijd van de actieve zin en zet être in dezelfde tijd in de passieve zin
4 Zet het hoofdwerkwoord uit de actieve zin om in een voltooid deelwoord in de passieve zin. 
5 Onderwerp uit actieve zin komt achter 'par' 

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Tekstslide

Is de zin actief of passief?
Ce film a été vu par des millions de gens.
A
actief
B
passief

Slide 16 - Quizvraag

Is de zin actief of passief?
Mes parents visitent souvent des musées.
A
actief
B
passief

Slide 17 - Quizvraag

Is de zin actief of passief?
Mon père a accepté une poste dans cette entreprise.
A
actief
B
passief

Slide 18 - Quizvraag

Is de zin actief of passief?
Ce match est regardé par beaucoup de fans.
A
actief
B
passief

Slide 19 - Quizvraag

Is de zin actief of passief?
Cette série est beaucoup regardée sur Netflix.
A
actief
B
passief

Slide 20 - Quizvraag

Bekijk de volgende slides:
In welke tijd staat het werkwoord?

Slide 21 - Tekstslide

Mes parents versent mon argent de poche sur mon compte en banque.
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur simple

Slide 22 - Quizvraag

Mes parents versaient mon argent de poche sur mon compte en banque.
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur simple

Slide 23 - Quizvraag

Mes parents ont versé mon argent de poche sur mon compte en banque.
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur simple

Slide 24 - Quizvraag

Mes parents verseront mon argent de poche sur mon compte en banque.
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur simple

Slide 25 - Quizvraag

Zet in de lijdende vorm:
Mes parents verseront mon argent de poche sur mon compte en banque.

Slide 26 - Open vraag

Zet in de lijdende vorm
Philippe Claudel a écrit le livre 'La petite fille de monsieur Linh'.


Slide 27 - Open vraag

Zet in de lijdende vorm
L'université organisera une journée portes ouvertes.

Slide 28 - Open vraag

Zet de zin in de lijdende vorm
On fait des travaux pour améliorer les routes.

Slide 29 - Open vraag

Réécris les phrases à la voix passive en utilisant des verbes pronominaux.

Je peux ouvrir la porte facilement.

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide