Boekverslag 1 - MAVO/VMBO klas 3

Boekverslag 1 - MAVO/VMBO klas 3
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Boekverslag 1 - MAVO/VMBO klas 3

Slide 1 - Tekstslide

Het doel 
  • Je weet hoe je een verslag moet schrijven
  • Je hebt kennis opgedaan over boeken en past die kennis toe (*)
  • Je kan een verhaal samenvatten

*Je herhaalt begrippen van klas 1 en 2 
*Je leert nieuwe begrippen  

Slide 2 - Tekstslide

Het boek
  • Het boek lezen we (deels samen) op school en thuis.
  • Van dit boek schrijven jullie een verslag.
  • Van dit boek maken jullie een fotocollage.
  • Dit boekverslag is onderdeel van jullie PTA.
  • De beoordeling is voldoende of onvoldoende.
  • Is de beoordeling een onvoldoende, dan pas je het verslag aan.
  • Let op: Lever het verslag op tijd in en voorkom een extra opdracht.

Slide 3 - Tekstslide

Les 1 
  • Herhalen begrippen klas 1 en 2
  • Nieuwe begrippen klas 3 

Slide 4 - Tekstslide

Herhalen begrippen klas 1 en 2
  • Titel
  • Schrijver
  • Illustrator 
  • Uitgever
  • Personages
  • Karakters van de personages
  • Lijk je op de personages? Begrijp je de personages? Leg uit. 


Slide 5 - Tekstslide

Begrippen klas 3 
Soorten boeken: autobiografie, biografie, dagboek.
Publiek: kinderboeken, jongerenboeken, volwassenen, breed publiek.
Perspectief: ik-perspectief, hij/zij perspectief, wisselend perspectief. 
   (fictieopdracht 1, herhaling 2 + 3)
Thema kunnen benoemen. (fictieopdracht 1 > verwerkingsopdracht, herhaling in 2 + 3)
Spanning: spannende verhalen en griezelverhalen. (fictieopdracht 2, herhaling in 3)
Spanning: globale en lokale spanning. (fictieopdracht 2, herhaling in 3)
Spanning: spanningsboog. (fictieopdracht 2, herhaling in 3)

Slide 6 - Tekstslide

Non-fictie = niet verzonnen
    autobiografie                                      biografie                                            dagboek                

Slide 7 - Tekstslide

Het leespubliek

Slide 8 - Tekstslide

Het perspectief 
  • ik-perspectief: Je komt veel te weten over de ik-persoon en je kunt met de ik-persoon   meedenken en -voelen.  Over de andere personages in het verhaal kom je minder te weten. 
  • hij/zij-perspectief: Het verhaal wordt verteld vanuit een hij of een zij (1 persoon). Je komt veel over hem of haar te weten en minder over de ander personages. 
  • wisselend of meervoudig perspectief: Het verhaal wordt steeds (meestal per hoofdstuk) vanuit een ander persoon geschreven. De ene keer is het de hoofdpersoon en de andere keer is het een bijpersoon. 

Slide 9 - Tekstslide

Het thema
liefde
gezondheid
religie
misdaad
isolatie
klimaat
oorlog
vriendschap
bedrog/verraad
wraak
familie



Slide 10 - Tekstslide

Les 2 
Algemene informatie
Het schrijven van het boekverslag
Plan van aanpak 
Schrijf in volledige zinnen en pas de spellingsregels toe


Slide 11 - Tekstslide

Boekverslag 1 - Algemene informatie
  • Lees de opdracht goed!
  • Maak het verslag in Word of Google docs
  • Lever het verslag in op de afgesproken datum in SOM. 
  • Beoordeling: voldoende of onvoldoende.
  • Is het verslag onvoldoende, dan moet het worden aangepast totdat het voldoende is.  

Slide 12 - Tekstslide

Het voorblad 

Slide 13 - Tekstslide

De inhoudsopgave

Slide 14 - Tekstslide

Het voorwoord
In het voorwoord geef je antwoord op de volgende vragen:

  • Wat voor verslag is het?
  • Waarvoor schrijf je het verslag?

Slide 15 - Tekstslide

Hoofdstuk 1 - Gegevens van het boek
Noteer de volgende gegevens: 
  • Schrijver
  • Illustrator
  • Uitgever
  • Fictie of non-fictie: Leg uit in 2 zinnen.
  • Realistisch of onrealistisch: Leg uit in 2 zinnen. 
  • Hoofdpersoon: Beschrijf 2 karaktereigenschappen van de hoofdpersoon met bij elke eigenschap een voorbeeld uit het boek in 50 woorden.
  • Bij-persoon: Noem 1 bij-persoon en beschrijf de relatie tussen de bij-persoon en de hoofdpersoon. 
  • Perspectief: Vanuit welk perspectief is het verhaal geschreven en geef een voorbeeldzin uit het boek waaruit het perspectief blijkt. (ik - hij/zij - meervoudig) 

Slide 16 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 - Samenvatting
Schrijf een samenvatting van het verhaal in 3 stappen:

  1. Inleiding in minimaal 50 woorden: Waar gaat het verhaal over? Gebruik de 5 W's + H (wie - wat - waar - wanneer - waarom + hoe) . Noem de belangrijkste personen in het verhaal.
  2. Middenstuk in minimaal 50 woorden: Wat zijn de belangrijkste gebeurtenissen in het verhaal? 
  3. Slot in minimaal 50 woorden: Hoe loopt het verhaal af? Is het een open of gesloten einde? 

Slide 17 - Tekstslide

Hoofdstuk 3: Creatieve opdracht
  1. Kies een thema dat je vindt passen bij het boek. 
  2. Zoek minimaal 5 verschillende afbeeldingen die bij het gekozen thema passen en maak hiervan een collage.
  3.  Leg in 100 woorden uit waarom het gekozen thema past bij het verhaal en geef 2 voorbeelden uit het boek.

Slide 18 - Tekstslide

Nawoord 
In het nawoord geef je antwoord op de volgende vragen:

  • Hoe ben je te werk gegaan en welke stappen heb je genomen?
  • Wat heb geleerd? Wat ging goed en wat zou je de volgende keer anders doen?
  • Wat vond je van het maken van het verslag? Geef je mening. 
 

Slide 19 - Tekstslide

Inleveren van het verslag
Je kunt je 1e boekverslag (Snel geld) inleveren in SOM van: 

maandag 25 t/m donderdag 28 november 2024'


Slide 20 - Tekstslide