Blok 8, week 4 Werkwoordendictee

1 / 12
volgende
Slide 1: Link
Basisschool

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Link

Wat weet jij over de gebiedende wijs?

Slide 2 - Open vraag

Een gebiedende wijs begint met een werkwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Welk zinsdeel mist er bij de gebiedende wijs?
A
persoonsvorm
B
onderwerp

Slide 4 - Quizvraag

Gebiedende wijs kan soms uit 1 woord bestaan.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Zal ik helpen?
B
Helpt hij?
C
Help!

Slide 6 - Quizvraag

Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Spaar de zegeltjes!
B
Je spaart de zegeltjes!
C
Spaar je zegeltjes?

Slide 7 - Quizvraag

Welke vorm van het werkwoord gebruik je om de gebiedende wijs te maken?

Slide 8 - Open vraag

gebiedende wijs maken
De hond aaien.

Slide 9 - Open vraag

Maak een zin met het werkwoord 'worden' in de gebiedende wijs.

Slide 10 - Open vraag

Zet de zin in de gebiedende wijs?
Jij gaat liggen.

Slide 11 - Open vraag

Aan het werk
 Blok 8, week 4
Werkwoordendictee

Klaar:
blijf stil en
werk aan je leerdoel

Slide 12 - Tekstslide