Taalquiz thema 8
1 / 11
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Zet de volgende zin in de gebiedende wijs. Je zou aan de wedstrijd mee kunnen doen.
Slide 2 - Open vraag
Welk zinsdeel mist er bij de gebiedende wijs?
A
persoonsvorm
B
onderwerp
Slide 3 - Quizvraag
Welke vorm van het werkwoord gebruik je om de gebiedende wijs te maken?
Slide 4 - Open vraag
Persoonlijk
voornaamwoord
voornaamwoord
Slide 5 - Woordweb
bezittelijk
voornaamwoord
voornaamwoord
Slide 6 - Woordweb
aanwijzend
voornaamwoord
voornaamwoord
Slide 7 - Woordweb
Wat is het lijdend voorwerp in de zin:
De man stuurt zijn zoon een brief.
De man stuurt zijn zoon een brief.
Slide 8 - Open vraag
Wat is het meewerkend voorwerp in de zin?
Ik kocht voor mijn moeder een mooie ketting.
Ik kocht voor mijn moeder een mooie ketting.
A
kocht
B
ik
C
een mooie ketting
D
voor mijn moeder
Slide 9 - Quizvraag
Beeldspraak
Geef een voorbeeld: 'Deel van het geheel'
Geef een voorbeeld: 'Deel van het geheel'
Slide 10 - Open vraag
Beeldspraak
Geef een voorbeeld: 'Geheel voor een deel'
Geef een voorbeeld: 'Geheel voor een deel'
