grammar - present perfect & past simple_3 September

good morning!
  • riddle
  • grammar exp. (past simple VS present perfect_10 min)
  • self-study (20 min.)
  • checking your answers out (10-15 min)
  • closing our lesson  
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

good morning!
  • riddle
  • grammar exp. (past simple VS present perfect_10 min)
  • self-study (20 min.)
  • checking your answers out (10-15 min)
  • closing our lesson  

Slide 1 - Tekstslide

By the end of this lesson,

-you've known the difference between past simple and present perfect 

Slide 2 - Tekstslide

I am always in front of you, but you can’t see me. What am I?

Slide 3 - Tekstslide

the future

Slide 4 - Tekstslide

What do you know about past simple? 

Slide 5 - Tekstslide

What about present perfect?

Slide 6 - Tekstslide

Self-study tasks
  • p. 17_ex. 13
  • p. 18_ex. 14 

Done? 
read the text on p. 12 & answer the questions of ex. 2 

timer
20:00

Slide 7 - Tekstslide

Past Simple
Present Perfect
OR

Slide 8 - Tekstslide

Past Simple   

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide


Singaalwoorden voor de Past Simple 

Yesterday 

Last month 

l
ast week 

this morning 

two weeks ago 
last night 
last year 

during World War II 
on Sunday 
back then 




vervoeging van de werkwoorden
ww + ed bij regelmatige werkwoorden 



uitzondering = onregelmatige werkwoorden - die moet je LEREN ,

Slide 11 - Tekstslide

Present Perfect
voltooid tegenwoordige tijd 

Slide 12 - Tekstslide

Present Perfect
Present Perfect 
1. Iets zeggen over het verleden waar de nadruk ligt op het resultaat nú en je ziet het gevolg van de actie

The squirrel HAS EATEN a lego block.

Slide 13 - Tekstslide

I HAVE HAD this mobile phone since I was 15.
2 .De actie begint in het verleden en is nu nog aan de gang
Present Perfect 

Slide 14 - Tekstslide

Present Perfect 
3-  wanneer je ‘t hebt over ervaringen (in iemands leven) tot nu toe. Je gebruikt dan ook vaak ever en never of once, twice three times.


He has never been to Spain.

I have travelled to Ireland once.

Slide 15 - Tekstslide

Het vormen van de Present Perfect

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

Past Simple vs Present Perfect

Slide 20 - Tekstslide

Past Simple vs Present Perfect

Slide 21 - Tekstslide

Past Simple:
1. Mozart ___________ more than 600 pieces of music.
A
writes
B
wrote
C
writed
D
was wrote

Slide 22 - Quizvraag

Past Simple:
2. We _______ David in town a few days ago.
A
did see
B
was saw
C
did saw
D
saw

Slide 23 - Quizvraag

Past Simple:
3. It was cold, so I _____________ the window.
A
close
B
was close
C
am closing
D
closed

Slide 24 - Quizvraag

Past Simple:
4. I ___________ to the cinema three times last week.
A
was go
B
went
C
did go
D
goed

Slide 25 - Quizvraag

Past Simple:
5. The police ___________ me on my way home last night.
A
was stop
B
stops
C
stopping
D
stopped

Slide 26 - Quizvraag

Present perfect
Wanneer?
  • iets in het verleden begonnen en nu nog bezig 
  • iets in het verleden gebeurd maar geen bepaling van verleden tijd
Hoe?
  • have / has + ww+ed of 3e rijtje onregelmatig

Slide 27 - Tekstslide

Present Perfect:
1. I _____________ my homework yet.
A
have finish
B
has finished
C
did finished
D
haven't finished

Slide 28 - Quizvraag

Present Perfect:
2. My father is on the way. He ____________ home yet.
A
haven't arrived
B
hasn't arrived
C
didn't arrived
D
arrived

Slide 29 - Quizvraag

Present Perfect:
3. John ________ his homework.
A
start
B
started
C
has started
D
have started

Slide 30 - Quizvraag

Present Perfect:
4. During the two years David ____________ ten different jobs.
A
has has
B
has had
C
have had
D
have has

Slide 31 - Quizvraag

Present Perfect:
5. I __________ a teacher since 2002.
A
was
B
have be
C
have been
D
had be

Slide 32 - Quizvraag

Past Simple:

Wanneer? 
  • Iets in het verleden, nu afgelopen. 

Hoe? 
  • Regelmatige werkwoorden: ww+ed
  • Onregelmatige werkwoorden: lijst, rij 2

Present Perfect:

Wanneer?
  • iets in het verleden begonnen en nu nog bezig is 
  • iets in het verleden gebeurd maar geen bepaling verleden tijd
Hoe?
  • have / has + voltooid deelwoord 
  • voltooid deelwoord regelmatige werkwoorden: ww+ed 
  • Voltooid deelwoord onregelmatige werkwoord: lijst, rij 3

Slide 33 - Tekstslide

Niet zeker welke?
1: is het op dit moment nog aan de gang?
Ja: present perfect. Nee: ga naar vraag 2
2: Staat er een woord dat verleden tijd aangeeft in de zin?
Ja: past simple. Nee: present perfect.

Slide 34 - Tekstslide

Past Simple or Present perfect:
1. We ________ this TV set since 1968, and it still works!
A
owned
B
have owned
C
has owned

Slide 35 - Quizvraag

Past Simple or Present perfect:
2. Junko ________ bacon in her life! She's a true vegetarian.
A
never ate
B
has never ate
C
has never eaten

Slide 36 - Quizvraag

Past Simple or Present perfect:
3. I ________ these boots to go hiking yesterday.
A
wore
B
has never worn
C
have never worn

Slide 37 - Quizvraag

Past Simple:

Wanneer? 
  • Iets in het verleden, nu afgelopen. 

Hoe? 
  • Regelmatige werkwoorden: ww+ed
  • Onregelmatige werkwoorden: lijst, rij 2

Present Perfect:

Wanneer?
  • iets in het verleden begonnen en nu nog bezig is 
  • praten over ervaringen 
  • iets in het verleden gebeurt en nu nog resultaat 
Hoe?
  • have / has + voltooid deelwoord 
  • voltooid deelwoord regelmatige werkwoorden: ww+ed 
  • Voltooid deelwoord onregelmatige werkwoord: lijst, rij 3

Slide 38 - Tekstslide