Formuleren H1 - (foutieve) samentrekkingen

Welkom 3J!
Ga alvast zitten en leg je spullen op de hoek van de tafel:
  • Nieuw Nederlands + schrift
  • leesboek
  • plenda 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 3J!
Ga alvast zitten en leg je spullen op de hoek van de tafel:
  • Nieuw Nederlands + schrift
  • leesboek
  • plenda 

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 3K! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en leg je spullen op de hoek van de tafel:
  • Nieuw Nederlands + schrift
  • leesboek
  • plenda 

Slide 2 - Tekstslide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze les
Formuleren H1: (foutieve) samentrekkingen 

Aan het eind van de les:
  • kun je foutieve samentrekkingen herkennen en verbeteren

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk V3K
Vrijdag 16 december: 
  • Formuleren H1: opdr. 1 t/m 5
  • Zakelijke e-mail/brief inleveren






Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk V3J
Vrijdag 16 december:
  • Formuleren H1: opdr. 1 t/m 5
  • Zakelijke e-mail/brief inleveren




Slide 6 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?

Slide 7 - Tekstslide

keukenstoel en -tafel


A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 8 - Quizvraag

Herhaling - Samentrekking
  • voorwaartse samentrekking: een antieke lamp en een moderne
  • achterwaartse samentrekking: binnen- en buitenland

Let ook op het streepje!

Slide 9 - Tekstslide

vieze en schone kleren
A
woordniveau
B
woordgroepniveau
C
zinsniveau

Slide 10 - Quizvraag

Herhaling - Samentrekking
Samentrekking komen voor op drie niveaus:
  • woordniveau: zon- en feestdagen (streepje)
  • woordgroepsniveau: dure auto's en huizen (geen streepje)
  • zinsniveau: Iris volleybalt op zaterdag Peter op zondag.

Slide 11 - Tekstslide

Goede of foutieve samentrekking? 
Samentrekking op zinsniveau: Iris volleybalt op zaterdag Peter op zondag.

Samentrekken mag alleen als aan drie voorwaarden is voldaan:
  • dezelfde functie: zinsdeel, woordsoort
  • dezelfde betekenis:
  • hetzelfde getal: enkelvoud, meervoud

Slide 12 - Tekstslide

Goede of foutieve samentrekking? 
Stap 1: Kijk welke woorden zijn weggelaten 
Stap 2: Bepaal de functie, de betekenis en het getal (enkelvoud of meervoud) van beide 'zinnetjes'
Stap 3: Controleer of dit in beide gevallen hetzelfde is

Mijn les Nederlands was vandaag weer geweldig en zal ik daarom niet snel vergeten.

Slide 13 - Tekstslide

De tentamens werden gisteren teruggegeven maar een tentamen nog achtergehouden.


A
functie
B
getal
C
betekenis

Slide 14 - Quizvraag

De tentamens werden gisteren teruggegeven maar een tentamen nog achtergehouden.


A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quizvraag

In onze straat wordt een verkeersdrempel aangelegd en huizen gebouwd.


A
functie
B
getal
C
betekenis

Slide 16 - Quizvraag

In onze straat wordt een verkeersdrempel aangelegd en huizen gebouwd.


A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quizvraag

De clown trok zijn kleren uit en zich niets van van zijn publiek aan.
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quizvraag

De clown trok zijn kleren uit en zich niets van van zijn publiek aan.
A
functie
B
getal
C
betekenis

Slide 19 - Quizvraag

Opdracht deze les
Maak zelfstandig  H1 Formuleren opdr. 1 t/m 4.

Klaar? 
Maak in tweetallen opdr. 5
Schrijfopdracht 'Perenbomen bloeien wit'
timer
25:00

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk V3K
Vrijdag 16 december: 
  • Formuleren H1: opdr. 1 t/m 4
  • Zakelijke e-mail/brief inleveren






Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk V3J
Vrijdag 16 december:
  • Zakelijke e-mail/brief inleveren

Donderdag 22 december:
Formuleren H1: opdr. 1 t/m 4




Slide 22 - Tekstslide