Samentrekking: een woorddeel, woord of een zinsdeel wordt weggelaten, omdat het ook elders in de zin voorkomt. Door (een deel van) het woord of zinsdelen weg te laten, kun je korter formuleren.
Slide 7 - Tekstslide
Samentrekking
voorwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke woord blijft in het eerste deel van de samentrekking staan (een antieke lamp en een moderne)
achterwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke woord wordt genoemd in het laatste deel van de samentrekking en daarvoor weggelaten (binnen- en buitenland)
Slide 8 - Tekstslide
kleine en grote landen
A
voorwaartse
B
achterwaartse
Slide 9 - Quizvraag
feestmutsen en -neuzen
A
voorwaartse
B
achterwaartse
Slide 10 - Quizvraag
een goedkope armband en een dure
A
voorwaartse
B
achterwaartse
Slide 11 - Quizvraag
in voor- en tegenspoed
A
voorwaartse
B
achterwaartse
Slide 12 - Quizvraag
Samentrekking
Samentrekkingen komen voor op drie niveaus:
woordniveau: zon- en feestdagen (streepje!)
woordgroepsniveau: dure auto's en huizen (geen streepje)
zinsniveau: Iris volleybalt op zaterdag en Peter op zondag.