Cocktails/Mocktails

Cocktail/Mocktail 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Cocktail/Mocktail 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij vandaag doen? 
  1. Informatie over een mocktail 
  2. Belangrijke woorden/ technieken
  3. Quiz
  4. Flairtending 
  5. Recept van mocktail doornemen
  6. Maken van de mocktail
  7. Opruimen
  8. Bespreken hoe het is gegaan

Slide 2 - Tekstslide

Wie heeft er wel eens zelf een mocktail gemaakt?

Slide 3 - Woordweb

Wat is het verschil tussen 
een cocktail en een mocktail

  1. Een cocktail wordt bereidt met alcohol.
  2. Een mocktail wordt bereid met  frisdranken, vruchtensappen, fruit, siropen en andere alcoholvrije ingrediënten.  

Slide 4 - Tekstslide

Verschillende cocktailtechnieken 
                                           1. Shake                                 

                                           2. Stir                                      

                                           3. Build                                   

                                                                       

Slide 5 - Tekstslide

                    1 . Shake


Dit is misschien wel de bekendste en meest gebruikte cocktailtechniek die er bestaat. Je start met het toevoegen van ijsblokjes in de shaker en voegt vervolgens alle vloeibare ingrediënten toe met een barmaatje. Zodra je dit hebt gedaan schud je de shaker 8 á 10 seconden stevig door. Als er een frostlaagje (condensvorming) op de buitenkant van de shaker te zien is, is je cocktail klaar om te worden uitgeschonken.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

2. Stir (barlepel)
Bij koolzuurhoudende cocktails is het niet handig om te shaken. Iedereen weet vast wel wat er bijvoorbeeld gebeurt wanneer je een fles cola flink schudt en dan opendoet. Hetzelfde gebeurt er wanneer je een cocktailshaker schudt waarin een koolzuurhoudende drank zit. Bij dit soort cocktails, die in het glas moeten worden gemaakt, shaken we de cocktail dus niet maar stirren (roeren) we deze. 

Hierbij wordt gebruik gemaakt van een barlepel, waarmee je ervoor zorgt dat alle smaken goed mengen met elkaar en het ijs. Zodra de buitenkant van het glas helemaal koud is, is je cocktail klaar.

Slide 8 - Tekstslide

3. Build
Als erover build wordt gesproken in de cocktailwereld, wordt er bedoelt dat een cocktail bestaande uit verschillende ingrediënten letterlijk wordt ‘opgebouwd’ in een glas zonder dat stirren nodig is. Vaak wordt builden toegepast bij cocktails die je ‘straight up’ serveert met ijs.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe noem je een cocktail zonder alcohol?
A
Cocktail
B
Flocktail
C
Mocktail
D
Non-tail

Slide 10 - Quizvraag

Welke manieren van cocktails maken zijn er?
A
Build
B
Stirren
C
Shaken
D
Allemaal

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de meest bekendste manier om cocktails te maken?
A
Stirren
B
Shaken
C
Builden
D
Alle drie even bekend

Slide 12 - Quizvraag

Wat is stirren?
A
Schudden
B
Fijn malen
C
Roeren
D
Malen van ijsklontjes

Slide 13 - Quizvraag

Je maakt een cocktail met spa rood. Welke techniek kan je beter niet gebruiken?
A
Shaken
B
Builden
C
Stirren
D
Ik weet het niet

Slide 14 - Quizvraag

Verschillende cocktail termen/ woorden: 
4. Strain 
                                                                              5. Muddle                                                                            
6. Layer
7. Eiwit
8. Rimrand
9. Blend
10. Flairtending

Slide 15 - Tekstslide

4. Strain
De strain is eigenlijk een soort zeefje die ervoor zorgt dat er geen kleine restjes  in je cocktailglas terecht komen. 

Je zet de strainer schuin op je shaker voordat je cocktail uitschenkt.

Slide 16 - Tekstslide

5. Muddle
Muddle is het stampen van ingrediënten in een glas, hiervoor gebruik je een mudler. Vaak wordt hiermee fruit gestampt om meer sappen uit het fruit te halen en om meer smaak te creëren. Een muddler is eigenlijk een stok, met een platte onderkant waarop reliëf zit. Hiermee kun je gemakkelijk iets stampen. Vaak wordt deze techniek in combinatie met (riet)suiker gebruikt, neem bijvoorbeeld de bekende Mojito.

Slide 17 - Tekstslide

6. Layer
Layer, is het maken van cocktails in laagjes. Door deze laagjes zorg je voor een mooie uitstraling van de cocktail. Om laagjes te creëren gebruik je de plattere achterkant van een barlepel. Door de barlepel boven het glas te houden en hierover de drank uit te schenken landt de drank zodanig langzaam op de andere drank in het glas waardoor het niet verder zal zakken. Zo ontstaat er dus een laagje.

Slide 18 - Tekstslide

7. Eiwit
Cocktail met een schuimkraag. Dit schuimkraagje wordt gecreëerd door eiwit te scheiden en toe te voegen aan de ingrediënten in de shaker. Door flink te schudden zorg je ervoor dat het eiwit wordt opgeklopt en schuimig wordt. 


Je kunt het eiwit ook eerst zelf opkloppen en na het uitschenken van de cocktail toevoegen. Dit wordt ook wel een dry shake genoemd. Eiwit in een cocktail klinkt misschien niet altijd even aantrekkelijk, maar het zorgt er juist voor dat er een romige smaak in je cocktail ontstaat.

Slide 19 - Tekstslide

8. Rimrand
Een rimrandje geeft niet alleen een leuk gezicht, maar voegt ook extra smaak aan je cocktail toe. Een rimrandje breng je altijd van tevoren aan op je cocktailglas. Vaak wordt dit gedaan met zout of suiker, maar je kan bijvoorbeeld ook chocoladesaus of kokos snippers gebruiken. Kortom, niks is te gek! Om op het cocktailglas een rimrandje te krijgen moet je er eerst voor zorgen dat het randje van het glas een beetje plakt. Dit kan met een limoen, maar werkt misschien nog wel beter met rietsuikerwater of grenadine (limonadesiroop). Daarna doop je het glas in een schoteltje met bijvoorbeeld suiker. Doe dit secuur zodat je een mooie strakke rimrand hebt.

Slide 20 - Tekstslide

9. Blend
Er zijn ook cocktails waarin vers fruit of bijvoorbeeld roomijs wordt gebruikt. Hiervoor wordt een blender gebruikt, begin langzaam met blenden en blend zolang tot alle ingrediënten één mooi vloeibaar geheel worden. Sommige ingrediënten laten zich minder snel vloeibaar worden, bijvoorbeeld mango of ananas. Wil je ze vloeibaar krijgen? Voeg dan wat water of bijvoorbeeld limoensap toe, zo wordt de mango of ananas wel vloeibaar.

Slide 21 - Tekstslide

Hoe komt er een schuimkraag op een cocktail?
A
Door eiwit te schudden
B
Door spa rood erin te doen
C
Door er suiker overheen te strooien
D
Door siroop erin te doen

Slide 22 - Quizvraag

Waar kan een Rimrand van gemaakt zijn?
A
Suiker
B
Zout
C
Cacao
D
Alle 3 de opties kunnen

Slide 23 - Quizvraag

Hoe heet het stampen van ingrediënten met een stamper
A
Knotsen
B
Muddle
C
Stamperen
D
Spletten

Slide 24 - Quizvraag

10. Flairtending
Iedereen kent het wel, de barman die alle flessen door de lucht heen gooit, met 6 flessen tegelijk inschenkt en van grote hoogte de glazen inschenkt. Deze techniek heeft eigenlijk niets te maken met het maken van cocktails, maar is puur entertainment en hoort eigenlijk wel een beetje bij het maken van cocktails. Zorg er alleen eerst maar voor dat je de kunst van het cocktail maken onder de knie krijgt, dan komt later de flairtending wel!

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Oefenen met Flairtending

Slide 27 - Open vraag

Welke
cocktails/mocktails
ken jij?

Slide 28 - Woordweb

Vandaag maken we...
Mocktail Kiwi Mojito

Slide 29 - Tekstslide

Uit welk land komt de cocktail Mojito?
A
Roemenië
B
Cuba
C
Afrika
D
Zuid-Amerika

Slide 30 - Quizvraag

Het Recept. 
Jullie krijgen allemaal het recept uitgeprint. 

Slide 31 - Tekstslide

Wat heb je voor nieuws geleerd vandaag?

Slide 32 - Open vraag