Fase 1, periode 3 les 9 instructieve teksten
1 / 27
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
Waarom moet een boot op afstand van de sluis blijven om te wachten?
A
Omdat het gevaarlijk kan zijn om te dicht bij de deuren te varen.
B
Omdat andere boten genoeg ruimte moeten hebben om de sluis te verlaten.
C
Omdat men moet wachten op de aanwijzingen van de sluiswachter.
D
Omdat eerst de grote boten in de sluis mogen en daarna de kleinere boten.
Slide 6 - Quizvraag
Als achter jullie een binnenvaartschip met lading vaart, wie mag dan het eerst de sluis invaren?
A
het binnenvaartschip
B
wij in ons bootje
Slide 7 - Quizvraag
In het tweede gedeelte staat de instructie.
Staan de stappen in de instructie in een vaste volgorde?
Staan de stappen in de instructie in een vaste volgorde?
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quizvraag
Worden er signaalwoorden gebruikt die de stappen aangeven?
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Voor jullie de sluis invaren moet een bemanningslid aan wal gaan. Dat zijn jullie vergeten.
Welke manier is er om aan wal te gaan als jullie al in de sluis liggen?
Welke manier is er om aan wal te gaan als jullie al in de sluis liggen?
A
Uit de boot springen.
B
Om hulp roepen.
C
Via de trap aan de binnenkant van de sluis.
D
Dat hoeft niet, je kan in de boot blijven.
Slide 11 - Quizvraag
Hoe verbinden jullie de touwen aan de aanlegpalen?
A
vastmaken met een stevige knoop
B
los eromheen en strak houden
Slide 12 - Quizvraag
Wat is vervolgens de taak van het bemanningslid aan de wal?
A
een van de deuren sluiten
B
de touwen strak houden
C
zwaaien naar voorbijgangers
D
de boot bedienen
Slide 13 - Quizvraag
Wat doen de bemanningsleden aan boord tijdens het stijgen van de boot?
A
stevig het roer vasthouden
B
achterover leunen en genieten van het uitzicht
C
opletten dat de touwen niet losraken
D
de touwen aan de boeg en aan het achterschip strak houden
Slide 14 - Quizvraag
Na het stijgen, als iedereen aan boord is en de deuren open zijn, kunnen jullie de sluis uitvaren.
Wat staat niet in de instructie of de afbeelding, maar moeten jullie natuurlijk wel eerst doen?
Wat staat niet in de instructie of de afbeelding, maar moeten jullie natuurlijk wel eerst doen?
A
de touwen losmaken en binnenhalen
B
de motor van de boot aanzwengelen
C
gedag zeggen tegen de sluiswachter
D
overleggen wie er gaat sturen
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Video
Slide 17 - Tekstslide
In welke alinea wordt alleen informatie gegeven en geen instructie?
A
alinea 1
B
alinea 2
C
alinea 3
D
alinea 4
Slide 18 - Quizvraag
In deze tekst wordt naast informatie en instructie ook een advies gegeven.
Welk advies?
Welk advies?
Slide 19 - Open vraag
Is het belangrijk de bron van deze tekst te weten?
A
ja
B
nee
Slide 20 - Quizvraag
Wanneer moet je eerste hulp verlenen bij verslikking?
A
als het slachtoffer benauwd is
B
altijd als iemand zich verslikt
C
als het slachtoffer een kind is
D
als 112 niet bereikbaar is
Slide 21 - Quizvraag
Wat moet je als eerste doen in het volgende geval?
Een kind verslikt zich in een snoepje en begint te hoesten.
Een kind verslikt zich in een snoepje en begint te hoesten.
A
Het kind aanmoedigen om te blijven hoesten.
B
Bel 112
C
Laat het slachtoffer voorover buigen.
D
Sla met de onderkant van je hand tussen de schouderbladen.
Slide 22 - Quizvraag
Wat moet je als eerste doen in het volgende geval?
Een vriend verslikt zich in een snoepje en krijgt geen lucht meer.
Een vriend verslikt zich in een snoepje en krijgt geen lucht meer.
A
De vriend aanmoedigen om te blijven hoesten.
B
Bel 112
C
Laat het slachtoffer voorover buigen.
D
Sla met de onderkant van je hand tussen de schouderbladen.
Slide 23 - Quizvraag
Wat moet je als eerste doen in het volgende geval?
Een kind heeft zich verslikt, maar krijgt weer lucht na het toepassen van buikcompressies.
Een kind heeft zich verslikt, maar krijgt weer lucht na het toepassen van buikcompressies.
A
doorgaan met aanmoedigen
B
112 bellen
C
de huisarts/ huisartsenpost bellen
D
de Heimlichgreep toepassen
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Welk tekstdeel wordt door de afbeelding verduidelijkt?
A
... ga dan achter het slachtoffer staan, plaats 1 vuist op de bovenkant van de buik en onder het borstbeen, omvat met je andere hand deze vuist.
B
Laat het slachtoffer voorover buigen.
C
Sla met de onderkant van je hand tussen de schouderbladen (rugslagen), doe dit max. 5 keer. Ondersteun de borstkas hierbij met je andere hand.
D
Als het slachtoffer goed kan hoesten, hoef je het alleen maar aan te moedigen.
