HAVO/VWO 3 - BEDRIJVENDE EN LIJDENDE VORM

Bedrijvende en lijdende zinnen - deel 2





grammatica zinsdelen H5
leerjaar 3
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bedrijvende en lijdende zinnen - deel 2





grammatica zinsdelen H5
leerjaar 3

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
Na de les:

  • kun je een bedrijvende zin omzetten naar een lijdende zin en omgekeerd.

Slide 2 - Tekstslide

Even herhalen
BEDRIJVEND/ACTIEF = Het onderwerp voert de handeling uit.

LIJDEND/PASSIEF = Het onderwerp ondergaat de handeling. 


Slide 3 - Tekstslide

De knecht van de koningin poetst het kasteel.

A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 4 - Quizvraag

Na een mislukte aanslag zijn de ridders door de koningin in een kerker opgesloten.

A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 5 - Quizvraag

Omzetten bedrijvend --> lijdend
De knecht van de koningin | poetst | het kasteel.       (ott)
ow                                                       wg                lv

0. Bepaal de tijd van de zin!
1. Het (oude) lijdend voorwerp wordt het (nieuwe) onderwerp.
2. Het (oude) onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die begint met door.
3. In het werkwoordelijk gezegde komt een vorm van het hulpwerkwoord worden of zijn te staan.

Het kasteel | wordt | gepoetst | door de knecht van de koningin.         (ott)
Het kasteel | wordt | door de knecht van de koningin | gepoetst.         (ott)

Slide 6 - Tekstslide

Regel: de tijd in een zin moet altijd gelijk blijven bij het omzetten van de zin.

Slide 7 - Tekstslide

LET OP!
Als een bedrijvende zin in de onvoltooide tijd staat, moet je in de lijdende zin het hulpwerkwoord worden gebruiken.

Als je een bedrijvende zin in de voltooide tijd omzet in een lijdende zin, moet je het hulpwerkwoord zijn gebruiken.

Slide 8 - Tekstslide

Omzetten lijdend --> bedrijvend
Na een mislukte aanslag | zijn | de ridders | door de koningin | in een kerker | opgesloten.  (vtt)
bwb                                              wg                ow                bwb                           bwb                       wg

0. Bepaal de tijd van de zin!
1. De bijwoordelijk bepaling met door (door-bepaling) wordt het (nieuwe) onderwerp.
2. Het (oude) onderwerp wordt het (nieuwe) lijdend voorwerp.
3. Haal uit het werkwoordelijk gezegde de vorm van 'worden' weg (in de onvoltooide tijd) óf
     vervang de vorm van 'zijn' door een vorm van 'hebben' (in de voltooide tijd).

De koningin | heeft| de ridders| na een mislukt aanslag | in een kerker | opgesloten.         (vtt)
Na een mislukte aanslag | heeft| de koningin | de ridders | opgesloten | in een kerker.      (vtt)

Slide 9 - Tekstslide

Zet om (bedrijvend naar lijdend):

Ik heb iets leuks gedaan gisteren.
A
Ik deed iets leuks gisteren.
B
Gisteren werd door mij iets leuks gedaan.
C
Gisteren was door mij iets leuks gedaan.
D
Gisteren is door mij iets leuks gedaan.

Slide 10 - Quizvraag

Zet om (bedrijvend naar lijdend):

Ik chapte gisteren nog een maccie.
A
Een maccie is gisteren nog door mij gechapt.
B
Een maccie werd gisteren nog door mij gechapt.
C
Ik heb gisteren nog een maccie gechapt.
D
Ik had gisteren nog een maccie gechapt.

Slide 11 - Quizvraag

Zet om (bedrijvend naar lijdend):
Dat had ik tijdens de coronacrisis nog niet eerder gedaan.
A
Dat was door mij tijdens de coronacrisis nog niet eerder gedaan
B
Dat werd door mij tijdens de coronacrisis nog niet eerder gedaan.
C
Dat is door mij tijdens de coronacrisis nog niet eerder gedaan.
D
Dat heb ik tijdens de coronacrisis nog niet eerder gedaan.

Slide 12 - Quizvraag

Zet om (lijdend naar bedrijvend):
McDonalds is namelijk pas weer geopend.
A
Het management had McDonalds namelijk pas weer geopend.
B
Het management heeft McDonalds namelijk pas weer geopend.
C
McDonalds opende namelijk pas weer.
D
McDonalds zal namelijk pas weer geopend worden.

Slide 13 - Quizvraag

Zet om (lijdend naar bedrijvend):
De McDrive wordt inmiddels veelvuldig bezocht door ons.
A
Wij bezoeken de McDrive inmiddels veelvuldig.
B
Wij bezochten de McDrive inmiddels veelvuldig.
C
De McDrive is inmiddels veelvuldig bezocht door ons.
D
Wij hebben de McDrive inmiddels veelvuldig bezocht.

Slide 14 - Quizvraag

Oefenen maar!
Na de les:

  • leer je de theorie op bladzijde 156 van je leerboek uit je hoofd.
  • bekijk je gemaakte opdrachten opnieuw.

Slide 15 - Tekstslide