In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
BGER ONLINE
Schoonmaken
De was doen
Schoeisel
Slide 1 - Tekstslide
Ontsmetten of het doden van micro-organismen die mensen ziek kunnen maken. Heet ook wel....
A
reinigen
B
desinfecteren
C
coördineren
D
koketteren
Slide 2 - Quizvraag
De was doen
De was doen voor een cliënt hoort bij je werkzaamheden als helpende. Het is belangrijk om dat zorgvuldig te doen. Je wilt niet dat kledingstukken, beddengoed, handdoeken en theedoeken krimpen, verkleuren of beschadigen.
Slide 3 - Tekstslide
De was doen
Handdoeken, theedoeken, tafellakens, beddengoed en dergelijke noem je ook wel linnengoed.
Kleding is wat je draagt
Het begrip textiel kom je ook tegen. Dat staat voor kleding en linnengoed samen.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
De was doen
Textiel is gemaakt van vezels. Welke vezels het zijn staat op het etiket. Ook staat op het etiket hoe je het linnengoed of de kleding mag wassen. Lees daarom het etiket altijd goed voordat je iets gaat wassen. Sommige kledingstukken mag je wassen, maar andere mogen alleen naar een stomerij. Ook dat lees je op een etiket.
Slide 6 - Tekstslide
Etiket textiel
Slide 7 - Woordweb
Hoe moet dit kledingstuk gewassen worden?
A
30 graden lage toeren
B
met de handwas
C
30 graden op de hand
D
30 graden hoge toeren
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het voordeel van deze wasmand?
Slide 9 - Open vraag
De was doen
Een belangrijk hulpmiddel bij het sorteren van de was zijn de etiketten in het wasgoed. Die etiketten lees je eerst. Bij het sorteren van de was maak je stapeltjes van de was die bij elkaar hoort.
- Selecteer op temperatuur
- Selecteer op vezels (wel of geen fijne vezels)
- Selecteer op kleur
Slide 10 - Tekstslide
De was doen
Je wilt dat de was zo min mogelijk slijt, krimpt en verkleurt. Daarom is het belangrijk om het juiste wasprogramma te kiezen. Wat voor programma’s een machine kan draaien, lees je in de gebruiksaanwijzing van de wasmachine. Soms moet je eerst hardnekkige vlekken verwijderen voordat je textiel bij de machinewas kunt doen.
Slide 11 - Tekstslide
Wanneer zou je een handwas adviseren?
Slide 12 - Open vraag
Schoeisel
Schoeisel is een verzamelwoord voor schoenen, laarzen en pantoffels. Wat voor soort schoeisel mensen dragen, hangt af van hun stijl, hun situatie en de mode.
Slide 13 - Tekstslide
Schoeisel
Het woord schoeisel wijst op de beschermende buitenlaag die je om je voeten draagt. Het gaat dus bijvoorbeeld om laarzen, schoenen, klompen of slippers. Voor elke cliënt is het belangrijk dat een schoen de voet goed ondersteunt. Een schoen moet een goede pasvorm en de juiste maat hebben. Oudere cliënten hebben soms voetproblemen. Ze krijgen dan speciale aangepaste schoenen.
Slide 14 - Tekstslide
Schoenen poetsen
Schoenen poetsen met schoenpoets doe je zo:
maak de schoen eerst stof-, vlek- en moddervrij;
smeer dan het schoenpoetsmiddel op de schoen;
laat de schoenpoets intrekken;
wrijf na enige tijd de poets goed uit, totdat deze niet meer afgeeft.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Van wie zijn deze schoenen?
A
Mark Rutte
B
Willem Alexander
C
Hugo de Jonge
D
Gert van der Mast
Slide 17 - Quizvraag
Laatste keer
Helaas dit was alweer de laatste keer van BGER online.
In februari begint OP3 en gaan jullie door met OSRA en OPZADL. OWHV komt niet meer terug.