Deze les gaat over de verzorging van je kleding en ander textiel. Wat is textiel? Waar wordt het van gemaakt?
Hoe kun je textiel en kleding wassen, drogen, vouwen en strijken?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 4
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Textiel en kleding verzorgen
Deze les gaat over de verzorging van je kleding en ander textiel. Wat is textiel? Waar wordt het van gemaakt?
Hoe kun je textiel en kleding wassen, drogen, vouwen en strijken?
Slide 1 - Tekstslide
Textiel
Slide 2 - Woordweb
Textiel
Een ander woord voor textiel is stof.
Stoffen kunnen gemaakt worden van verschillende vezels.
Natuurlijke vezels: katoen, wol, linnen en zijde
Synthetische vezels: polyester en polyamide
Half synthetische vezels: viscose
Maar textiel betekent ook: dingen die van stof gemaakt zijn.
Slide 3 - Tekstslide
Stoffen
Je hebt bijvoorbeeld de volgende stoffen:
bedtextiel: beddengoed, zoals lakens, slopen en dekbedhoezen.
badtextiel: handdoeken, washandjes en badjassen.
keukentextiel: theedoeken, keukenhanddoeken en vaatdoeken.
kleding.
Slide 4 - Tekstslide
Etiketten in textiel
Textiel heeft altijd een etiket. Daarom staat de samenstelling en hoe je het moet behandelen. Soms zie je 2 etiketten: het samenstellingsetiket en het behandelingsetiket.
Slide 5 - Tekstslide
Samenstellingsetiket
Hierop staat waarvan het is gemaakt. Welke vezels zitten erin? Je kan tegenkomen: katoen, wol, linnen, zijde, polyester, viscose, elasthan. Ook kan het een mengsel zijn van verschillende vezels.
Slide 6 - Tekstslide
Behandeletiket
Op het behandel etiket staan pictogrammen. Deze pictogrammen heten wassymbolen. Ze heten ook wel behandelingssymbolen. Daarop zie je hoe je het kledingstuk moet behandelen.
Hoe je het moet wassen en op welke temperatuur.
Hoe je het moet drogen.
Of je het kan strijken en op welke temperatuur.
Mag je het bleken of chemisch reinigen.
--> bekijk het behandelingsetiket goed voordat je gaat wassen.
Slide 7 - Tekstslide
Textielbehandelingssymbolen
De behandelingssymbolen laten zien hoe je het kledingstuk of het textiel moet behandelen. In het schema hierna staan behandelingssymbolen of pictogrammen.
Bekijk ze heel precies. Dan weet je hoe je de kleding of textiel kunt wassen.
Slide 8 - Tekstslide
Wasgoed sorteren
Sorteren betekend: soort bij soort doen.
Wasgoed sorteer je meestal op kleur of temperatuur. Ook heb je kleding stukken die je kan sorteren op speciale behandeling. Je bekijkt het wasgoed stuk voor stuk, je checkt de behandelingsetiketten en je maakt verschillende stapeltjes.
Slide 9 - Tekstslide
Wasmiddelen
Er zijn verschillende soorten wasmiddelen:
waspoeder
vloeibare wasmiddelen
tabletten
capsules
Slide 10 - Tekstslide
Speciale wasmiddelen
Voor de fijne was en de handwas bestaan speciale wasmiddelen. Ook zijn er wasmiddelen voor de bonte was en de witte was.
Op de verpakking staat voor welke was het wasmiddel is.
Slide 11 - Tekstslide
Vlekkenoplosmiddelen
Er bestaan ook speciale producten om lastige vlekken weg te wassen. Deze middelen lossen vlekken op tijdens het wassen. Je spuit het middel op de vlek. Daarna doe je het wasgoed in de wasmachine.
Slide 12 - Tekstslide
Soorten was
1. witte was wit of lichtgekleurd textiel, kan op 60 of 95 graden gewassen worden. Denk aan: lakens, dekbedhoezen, handdoeken, theedoeken, ondergoed van katoen en vaatdoeken.
Slide 13 - Tekstslide
Soorten was
2. bonte was
Gekleurd textiel, kan op 30 of 40 graden worden gewassen. Denk aan: t-shirts, broeken, sokken of pyjama's.