In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
§1.3 Sedimentatie
Slide 1 - Tekstslide
Planning
- Herhaling §1.2
- Leerdoelen
- Uitleg
- Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Sleep de begrippen naar de juiste foto
Hooggebergte
Laagvlakte
Heuvelland
Middelgebergte
Slide 3 - Sleepvraag
Verwering
Erosie
Sedimentatie
Slide 4 - Sleepvraag
Leerdoelen
- Je weet wat verweringsmateriaal en sedimentatie is.
- Je begrijpt hoe het verweringsmateriaal gesorteerd wordt door de stroomsnelheid van een rivier.
- Je kunt beschrijven en verklaren wat er in de boven-, midden- en benedenloop van een rivier gebeurt.
Slide 5 - Tekstslide
REGENDRUPPELS IN DE ALPEN
Slide 6 - Tekstslide
REGENDRUPPELS IN DE ALPEN
De regendruppels in de Alpen maken reizen naar verschillende zeeën.
Een van de reizen begint met een regenbui boven de Zwitserse Alpen bij het Tomameer. Dit meer ligt op 2341 meter hoogte en is de bron van de Rijn.
Via kleine stroompjes en riviertjes komen regendruppels in de Rijn terecht en uiteindelijk na ongeveer 31 dagen en 1230 kilometer in de Noordzee.
Deze regendruppels zien tijdens hun reis hoe drie soorten landschappen ontstaan.
Slide 7 - Tekstslide
De oorsprong van de Rijn: Tomasee, een meer tussen Zweedse bergtoppen (Oberalppas).
Slide 8 - Tekstslide
Bovenloop
"Het begin van de rivier, oftewel het bovenste gedeelte dat meestal in de bergen stroomt."
Slide 9 - Tekstslide
bovenloop
Bovenloop van de rivier
- reliëf (hoogteverschil): hoog
- verweringsmateriaal: rotsen, stenen en grind
- stroomsnelheid: hoog
- veel verwering, veel erosie, weinig sedimentatie
- diepe dalen, steile pieken
De lopen van een rivier
Slide 10 - Tekstslide
Middenloop
"Het middelste gedeelte van de rivier, tussen de boven- en benedenloop.
Slide 11 - Tekstslide
VERWERINGSMATERIAAL
SEDIMENTATIE
Het neerleggen van materiaal als de transportsnelheid van water, wind of ijs afneemt.
Materiaal dat door water, wind of ijs is neergelegd noem je sediment.
Slide 12 - Tekstslide
VERWERINGSMATERIAAL
VERWERINGSMATERIAAL
Sedimenten die door verwering los zijn gekomen.
grote bonken, maar hele kleine korreltjes
klei
zand
kleine korrels
grind
kleinere stenen grof (scherpe punten) en bol (ronde vormen)
Hoe snellerhet water stroomt in een rivier, hoe groterde korrels van de sedimenten.
Grind zijn kleine stukken steen. Stukken die net afgebrokkeld zijn (verwering) hebben scherpe punten. Deze stenen botsen met andere stenen. Daardoor worden de scherpe punten afgeschuurd (erosie). Zo ontstaan ronde stenen.
Hoe snellerhet water stroomt in een rivier, hoe meererosie er plaatsvindt.
Slide 13 - Tekstslide
De lopen van een rivier
middenloop
Middenloop van de rivier
- reliëf (hoogteverschil): gemiddeld
- verweringsmateriaal: zand
- stroomsnelheid: matig
- matige sedimentatie
- overgang van gebergte naar laagland
Slide 14 - Tekstslide
Benedenloop
"Laagste gedeelte van de rivier, net voordat zij in zee stroomt."
Slide 15 - Tekstslide
De lopen van een rivier
benedenloop
Benedenloop van de rivier
- reliëf (hoogteverschil): laag
- verweringsmateriaal: zand en klei
- stroomsnelheid: laag
- lage verwering, lage erosie, veel sedimentatie
- traag stromend water zet licht materiaal af: sedimentatie
Slide 16 - Tekstslide
NL
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
veel erosie
sedimentatie
Slide 17 - Sleepvraag
Wat zie je hier gebeuren?
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Delta
"Een gebied waar de rivier met allerlei aftakkingen in zee uitmondt."