7.3 Zuur-basereacties

Welkom, ga lekker zitten
Welkom, ga lekker zitten
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom, ga lekker zitten
Welkom, ga lekker zitten

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van de vorige les:
  1. Het verschil tussen sterke en zwakke zuren/basen
  2. De evenwichtsvoorwaarde van een zwak zuur/base opstellen; Kz en Kb

Slide 2 - Tekstslide

Doelen van deze les:
  1. Zure en basische eigenschappen van zouten
  2. Meerwaardige zuren en basen
  3. Amfolyten
  4. Reacties tussen zuren en basen  herkennen/opstellen
  5. Reactievergelijking opstellen van een zuur-base-reactie

Slide 3 - Tekstslide

Bijzondere zuren en basen
  1. Sommige zouten reageren zuur , andere reageren basisch
  2. Gehydrateerde metaalionen
  3. Sommige zuren/basen kunnen meer dan één H+ ion afstaan/opnemen.
  4. Sommige zuren of basen zijn instabiel

Slide 4 - Tekstslide

1. Zouten met zure of basische eigenschappen
Sommige ionen uit opgeloste zouten reageren als base of als zuur;
vb: oplossing van NaClO (natriumhypochloriet/bleekmiddel)

Slide 5 - Tekstslide

1. Zouten met zure of basische eigenschappen
Sommige ionen uit opgeloste zouten kunnen als base of als zuur reageren.
vb: oplossing van NH4Cl (ammoniumchloride/salmiak)

Slide 6 - Tekstslide

2. Sommige gehydrateerde metaalionen reageren zuur:

Slide 7 - Tekstslide

3. Meervoudige zuren en basen: 
opeenvolgende evenwichten
Een tweewaardig zuur kan 2 H+ ionen afstaan, 
een driewaardig zuur kan 3 H+ ionen afstaan.



Oxaalzuur is een tweewaardig zuur. Het eerste evenwicht bepaalt voornamelijk de pH


Slide 8 - Tekstslide

Meervoudige zuren en basen: 
opeenvolgende evenwichten
Een tweewaardige base kan 2 H+ ionen opnemen.



Kaliumsulfide is een tweewaardige base. Het eerste evenwicht bepaalt voornamelijk de pH


Slide 9 - Tekstslide

Meervoudige zuren en basen: 
opeenvolgende evenwichten; amfolyten
Het HC2O4-(aq) ion en het HS-(aq) ion kunnen
  • een H+ ion afstaan (= zuur reageren) 
  • een H+ ion opnemen (= basisch reageren). 
Deze deeltjes staan dus ook tweemaal in tabel 49: een keer bij de zuren, een keer bij de basen.
Het zijn voorbeelden van AMFOLYTEN.

Slide 10 - Tekstslide

4. Instabiele zuren
Koolzuur (H2CO3) is een instabiel zuur: het valt uit elkaar in H2O en CO2 op het moment dat het gevormd wordt. 

Ammoniumhydroxide (NH4OH) is een instabiele base: het valt uit elkaar in NH3 en H2O op het moment dat het gevormd wordt.

Slide 11 - Tekstslide

Onthouden:
  • ionen in zouten kunnen met water reageren als zuur of als base 
  • er zijn zuren en basen die meer dan één H+ kunnen afstaan/opnemen (meerwaardige zuren/basen); elke stap heeft zijn eigen Kz/Kb
  • instabiele zuren vallen uiteen als ze worden gevormd
  • amfolyten kunnen met/als zuur of base reageren

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Stappenplan zuur-basereactie
stap 1: deeltjesinventarisatie
stap2: sterkste zuur (= grootste Kz) opzoeken (BINAS49)
stap3: sterkste base (=grootste Kb) opzoeken (BINAS49)
stap3: reactievergelijking

Slide 14 - Tekstslide

Stap3: reactievergelijking
  • aflopend als zuur en/of base sterk is
  • evenwicht als zuur en base zwak zijn                                                  LET OP:
  • is er een overmaat waardoor een vervolgreactie mogelijk is?
  • meerwaardige zuren/basen
  • instabiele zuren/basen 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Onthouden stappenplan:
  1. deeltjesinventarisatie
  2. sterkste zuur (hoog in B49) reageert met sterkste base (laag in B49)
  3. is één zuur/base sterk? => aflopende reactie 
  4. zijn zuur-base beide zwak? => evenwicht
  5. reactievergelijking opstellen
  6. welke deeltjes over?  pH beredeneren/berekenen

Slide 20 - Tekstslide

huiswerk

Slide 21 - Tekstslide