4H - Literatuurgeschiedenis H4 en H5 herhaling

timer
0:45
Middeleeuwen?
1 / 25
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

timer
0:45
Middeleeuwen?

Slide 1 - Woordweb

Planning les
Achtergrond Middeleeuwen
Literatuur algemeen Middeleeuwen
Achtergrond Gouden Eeuw
Literatuur algemeen Gouden Eeuw
Afsluiting
Ik heb niet alles in deze les kunnen verwerken, maar wel veel belangrijke elementen.

Slide 2 - Tekstslide

Van wanneer tot wanneer lopen de Middeleeuwen?
A
100-1000
B
500-1000
C
500-1500
D
1000-1500

Slide 3 - Quizvraag

Tussen welke twee periodes liggen de Middeleeuwen?
A
IJstijd en Verlichting
B
Oudheid en Renaissance
C
Renaissance en Vroegmodern
D
Jagers en verzamelaars en Verlichting

Slide 4 - Quizvraag

Lange periode...
In de middeleeuwen veranderde er niet veel. 
Dat had twee belangrijke oorzaken: 
Er was één geloof 
En nieuwe ideeën en inzichten konden zich niet snel verspreiden, omdat er nog geen boeken gedrukt konden worden.

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent 'katholiek'?
A
Algemeen
B
Christelijk
C
Volgens de Bijbel
D
Pauselijk

Slide 6 - Quizvraag

Welk geloof was er tijdens de Middeleeuwen ook groot in delen van Europa
A
Keltisch geloof
B
De Islam
C
Protestantisme
D
Het polytheïsme

Slide 7 - Quizvraag

Rol van het geloof
Rol van katholieke geloof was groot.
Alles was de wil van God.
Memento Mori - lijfspreuk van elke middeleeuwer.
Omdat de katholieke kerk werd geleid door de paus in Rome spreken we ook wel van rooms-katholicisme.
Gevolgen van één geloof vooral positief.
Kruistochten als reactie op de Islam.


Slide 8 - Tekstslide

Welke stand komt in de Middeleeuwen er als laatste bij?
A
Boeren
B
Adel
C
Burgerij
D
Geestelijken

Slide 9 - Quizvraag

Wat was ook alweer het verschil tussen de standenmaatschappij en feodalisme?
timer
0:45

Slide 10 - Open vraag

Literatuur in de Middeleeuwen

Slide 11 - Tekstslide

- Hoofsheid
- Ridderroman
- Karelroman
- Arthurroman
- Hofdag
- Maria
- Orale cultuur


- Satire/parodie
- Speaking names
- Historisch lezen
- Actualiserend lezen
- Religieuze literatuur
- Handschriften
- Alles op rijm

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

timer
0:45
Gouden Eeuw

Slide 15 - Woordweb

Wat is het grootste gevolg van de opkomst van de boekdrukkunst?
A
Reisverhalen die werden gedeeld
B
De hervorming (opkomst protestantisme)
C
Wetenschap werd belangrijker
D
Meer mensen leerden lezen

Slide 16 - Quizvraag

Waar kwam Willem van Oranje vandaan?
A
Nederland
B
België
C
Duitsland
D
Frankrijk

Slide 17 - Quizvraag

Renaissance

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 3: Wat betekent Renaissance?
A
Teruggekeerde tijd
B
Hergeboorte
C
Klassieke tijd
D
Wederopstanding

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel regels heeft een sonnet?
A
10
B
12
C
14
D
16

Slide 20 - Quizvraag

Velen dichters schreven in groepsverband. Hoe heette zo'n groep?
A
De sonnetten samenhang
B
Renaissance dichters
C
Hervormde kamer
D
Rederijkerskamer

Slide 21 - Quizvraag

De Verlichting


Slide 22 - Tekstslide

Welk genre literatuur is compleet nieuw tijdens de Verlichting?
A
Geuzenliederen
B
Reisverhalen
C
Toneel
D
Kinderliteratuur

Slide 23 - Quizvraag

Kinderliteratuur
  • Kinderen worden niet meer gezien als miniatuur volwassenen.
  • Tijdens de Verlichting ontstaat het idee dat kinderen goed worden geboren, maar door hun omgeving worden 'verpest'. 
  • Een goede opvoeding is essentieel.
  • Literatuur kan hierbij helpen.
  • Poëzie van Hiëronymus van Alphen

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting
Ken de achtergrond goed en zorg dat je dit kunt toepassen op een eventueel nieuw verhaal.
Ken de grote lijnen van de verhalen, de achtergrondkennis in de blauwe blokken en de begrippen bij de groene driehoekjes.
Zorg dat je ook de antwoorden op de vragen bij de paragrafen leert.
Alles staat inmiddels op Teams. Deze les komt ook op Teams.

Slide 25 - Tekstslide