Les 2

LES 2 PLURIFORMITEIT
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

LES 2 PLURIFORMITEIT

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dominante cultuur of subcultuur?
A
Dominant
B
Sub-cultuur

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dominante cultuur of subcultuur?
A
Dominant
B
Sub-cultuur

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

VOORBEREIDING 
DEZE LES
  • Document lezen ItsLearning over vormen van pluriformiteit

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
1) Je weet andere verschillen te benoemen dan alleen etnische pluriformiteit,
2) Je kunt voorbeelden noemen hoe zich dat uit in verschillende levensstijlen/cultuurverschillen,

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Culturele diversiteit
=
Veel verschillende culturen
=
PLURIFORME SAMENLEVING

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuurverschillen
  1. Tussen stad en platteland
  2.  Tussen jong en oud
  3. Tussen maatschappelijke posities
  4. Tussen mannen en vrouwen
  5. Tussen verschillende etniciteiten 
  6. Tussen godsdiensten/tussen godsdienstig en niet godsdienstig

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
1) In een groepje van 4/5 krijgen jullie 1 van de domeinen

2) Benoem 2 voorbeelden van cultuurverschillen binnen dit domein

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn twee voorbeelden van een cultureel verschil binnen jullie domein?
Noem het domein en vervolgens 2 voorbeelden

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Etniciteit: het Zwarte Piet-debat laat zien dat er soms spanningen bestaan tussen Nederlanders met en zonder migratieachtergrond.

Mannen en vrouwen: er is bijvoorbeeld discussie over de rol van de man en van de vrouw bij de opvoeding van de kinderen of over de genderneutrale kleding voor jongens en meisjes.  

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Stad en platteland: mensen die op het platteland wonen voelen zich soms niet vertegenwoordigd door politici uit de steden, omdat zij in een hele andere wereld lijken te leven.

Jong en oud: Verschillende generaties botsen soms als het gaat om taalgebruik, omgang met elkaar, muziekkeuze of kledingkeuze.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Godsdienst: in Nederland zijn er meerdere religies. Dat lokt discussies uit in hoeverre culturele gewoontes als ritueel slachten wel en niet bij de Nederlandse samenleving horen.
  
Maatschappelijke positie: kinderen uit gezinnen met veel geld kunnen bijvoorbeeld op wintersport. Andere gezinnen kunnen dat niet betalen. Er ontstaat discussie over eerlijkheid.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar voel jij je meer tot aangetrokken, de stad of het platteland
Beide
De stad
Het platteland
Beide niet

Slide 13 - Poll

Waarom voelen leerlingen zich meer aangetrokken tot het één?

Wat zien de leerlingen als groot verschil --> sociale cohesie
Ben je het vaak met je ouders eens?
Nooit
Soms
Vaak
Altijd

Slide 14 - Poll

Generatieconflict 
Pluriforme samenleving
Een land waarin mensen van verschillende sociale klassen, godsdiensten en levensstijlen samenleven

 (met een zekere mate van verdraagzaamheid)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Sociale klassen/maatschappelijke positie --> SES

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Wat zien we hier?

Mensen met hogere SES hogere levensverwachting; andere levensstijl; ander gedrag
Welk geloof hangen de meeste Nederlanders aan?
A
Rooms Katholiek
B
Protestant
C
Islam
D
Geen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ontkerkelijking

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensstijlen
Veel verschillen 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1) Wanneer er sprake is van een pluriforme samenleving

2) Welke vormen van pluriformiteit ken je behalve etnische pluriformiteit

3) Noem een aantal verschillende levensstijlen / culturen

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies