Pluriformiteit in Nederland VWO

Portfolio

  • Afspraak maken voor inzage --> mailen
  • Cijfers voor beide deelopdrachten?
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Portfolio

  • Afspraak maken voor inzage --> mailen
  • Cijfers voor beide deelopdrachten?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe periode: pluriforme samenleving 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pluriforme samenleving 
Wat is een pluriforme samenleving?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
1) Je kunt beschrijven wanneer er sprake is van een pluriforme samenleving
2) Je weet andere verschillen te benoemen dan alleen etnische pluriformiteit
3) Je kunt voorbeelden noemen hoe zich dat uit in verschillende levensstijlen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent pluriform?
A
Hetzelfde
B
Uniform
C
Veelvormig
D
Verschillend

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pluriform = veelvormig

Pluriforme samenleving?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou een pluriforme samenleving zijn? Een samenleving met...
A
Veel etnische groepen
B
Een grote culturele diversiteit
C
Evenveel "allochtonen" als "autochtonen"
D
Veel verschillende culturen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Culturele diversiteit
=
Veel verschillende culturen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk jij aan als je denkt aan
een "pluriforme samenleving"?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens jou positief en minder positief aan een pluriforme samenleving?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk positief/minder positief aspect had je zelf niet bedacht, maar vind je wel passend?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Culturele diversiteit
  • Dominante cultuur 
  • Subculturen 

Slide 12 - Tekstslide

Te maken met onder andere normen, waarden, leefregels
Dominante cultuur
Alle waarden, normen en gewoonten die de meerderheid van de bevolking met elkaar deelt

Slide 13 - Tekstslide

Te maken met onder andere normen, waarden, leefregels
Subcultuur
Binnen een groep wijken sommige waarden, normen en andere cultuurkenmerken af van de dominante cultuur

Slide 14 - Tekstslide

Te maken met onder andere normen, waarden, leefregels
Dominante cultuur of subcultuur?
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dominante cultuur of subcultuur?
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dominante cultuur of subcultuur?
A
Dominant
B
Sub-cultuur

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dominante cultuur of subcultuur?
A
Dominant
B
Sub-cultuur

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cultuurverschillen
  1. Tussen stad en platteland
  2.  Tussen jong en oud
  3. Tussen maatschappelijke posities
  4. Tussen mannen en vrouwen
  5. Tussen verschillende etniciteiten 
  6. Tussen godsdiensten/tussen godsdienstig en niet godsdienstig

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
1) In een groepje van 4/5 krijgen jullie 1 van de domeinen

2) Benoem 2 voorbeelden van cultuurverschillen binnen dit domein

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn twee voorbeelden van een cultureel verschil binnen jullie domein?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Etniciteit: het Zwarte Piet-debat laat zien dat er soms spanningen bestaan tussen Nederlanders met en zonder migratieachtergrond.

Mannen en vrouwen: er is bijvoorbeeld discussie over de rol van de man en van de vrouw bij de opvoeding van de kinderen of over de genderneutrale kleding voor jongens en meisjes.  

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Stad en platteland: mensen die op het platteland wonen voelen zich soms niet vertegenwoordigd door politici uit de steden, omdat zij in een hele andere wereld lijken te leven.

Jong en oud: Verschillende generaties botsen soms als het gaat om taalgebruik, omgang met elkaar, muziekkeuze of kledingkeuze.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Godsdienst: in Nederland zijn er meerdere religies. Dat lokt discussies uit in hoeverre culturele gewoontes als ritueel slachten wel en niet bij de Nederlandse samenleving horen.
  
Maatschappelijke positie: kinderen uit gezinnen met veel geld kunnen bijvoorbeeld op wintersport. Andere gezinnen kunnen dat niet betalen. Er ontstaat discussie over eerlijkheid.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar voel jij je meer tot aangetrokken, de stad of het platteland
Beide
De stad
Het platteland
Beide niet

Slide 25 - Poll

Waarom voelen leerlingen zich meer aangetrokken tot het één?

Wat zien de leerlingen als groot verschil --> sociale cohesie
Ben je het vaak met je ouders eens?
Nooit
Soms
Vaak
Altijd

Slide 26 - Poll

Generatieconflict 
Pluriforme samenleving
Een land waarin mensen van verschillende sociale klassen, godsdiensten en levensstijlen samenleven (met een zekere mate van verdraagzaamheid)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken 
1. Sociale klassen
2. Godsdiensten
3. Levensstijlen  

Slide 28 - Tekstslide

Een pluriforme samenleving bestaat uit verschillende kenmerken

Sociale klassen/maatschappelijke positie --> SES

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Wat zien we hier?

Mensen met hogere SES hogere levensverwachting; andere levensstijl; ander gedrag
Godsdiensten 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk geloof hangen de meeste Nederlanders aan?
A
Rooms Katholiek
B
Protestant
C
Islam
D
Geen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ontkerkelijking

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensstijlen
Veel verschillen 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
1) Je kunt beschrijven wanneer er sprake is van een pluriforme samenleving
2) Je weet andere verschillen te benoemen dan alleen etnische pluriformiteit
3) Je kunt voorbeelden noemen hoe zich dat uit in verschillende levensstijlen

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dealen met je dialect
1) Welke voordelen worden genoemd?

2) Welke nadelen worden genoemd?

3) Passend bij pluriforme samenleving?

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke voordelen worden genoemd van het spreken van een dialect?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke nadelen worden genoemd van het spreken van een dialect?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat in het fragment verteld wordt, past dit bij de pluriforme samenleving?
Ja
Nee
Een beetje

Slide 40 - Poll

Waarom hebben leerlingen ja of nee geantwoord?