Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Engelse voornaamwoorden (2)
een terugblik op de
Engelse
voornaamwoorden
Welkom bij ...
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
een terugblik op de
Engelse
voornaamwoorden
Welkom bij ...
Slide 1 - Tekstslide
Welke Engelse voornaamwoorden kennen we al?
Persoonlijke voornaamwoorden
gebruik je om naar personen, dieren of dingen te verwijzen.
Als je wilt uitdrukken dat iets van jou (of van iemand anders) is, gebruik je
bezittelijke voornaamwoorden
.
Als je iets of iemand wilt aanwijzen, gebruik je
aanwijzende voornaamwoorden
.
Als je ergens iet over wilt vragen, gebruik je
vragende voornaamwoorden
.
Slide 2 - Tekstslide
Aanwijzende voornaamwoorden
Er bestaan 4 aanwijzende voornaamwoorden: this, that, these, those.
Wanneer je naar iets of iemand wilt verwijzen moet je erop letten of dit
enkelvoud
of
meervoud
is, en of dit
dichtbij
of
ver(der) weg
is.
Woorden als
(over)
here, in my hand/bag/room, close by, next to,
(over) there, outside
geven de plek aan.
Slide 3 - Tekstslide
Examples
This
book
I have
in my hand
is amazing!
(enkelvoud + dichtbij)
I have to study all
these
books
I have
in my bag
.
(meervoud + dichtbij)
That
fly
up on the wall
is annoying me!
(enkelvoud + ver weg)
Those
people
over there
are colleagues of my mother.
(meervoud + ver weg)
Slide 4 - Tekstslide
Kies het juiste vragende vnw:
..... jacket do you want to buy? This one over here, or that one over there?
A
this
B
that
C
these
D
this
Slide 5 - Quizvraag
Kies het juiste aanwijzende vnw:
They were all looking at ....... spectacular fireworks over there.
A
this
B
that
C
these
D
those
Slide 6 - Quizvraag
Kies het juiste aanwijzende vnw:
Can you take ...... bag over here to my brother's place?
A
this
B
that
C
these
D
those
Slide 7 - Quizvraag
Kies het juiste aanwijzende vnw:
He wanted to help every one of ...... children around him.
A
this
B
that
C
these
D
those
Slide 8 - Quizvraag
Vragende voornaamwoorden
De vragende voornaamwoorden, of vraagwoorden, gebruik je om iets te vragen. Dit zijn:
what - where - when - who - which - why - how.
De vragende voornaamwoorden staan
altijd
VOORAAN in de zin en vragen naar iets specifieks, kijk maar hier rechts in de tabel.
Slide 9 - Tekstslide
Examples
What
is your favourite food?
Where
were you born?
When
is your birthday?
Who
is that girl at the door?
Which
of the lollypops is sour?
Why
are you so late?
How
do you I do this?
Slide 10 - Tekstslide
Kies het juiste vragende vnw:
..... jacket do you want to buy? This one over here, or that one over there?
A
how
B
when
C
where
D
which
Slide 11 - Quizvraag
Kies het juiste vragende vnw:
..... did find out that you have to retake this exam? Last week?
A
what
B
when
C
how
D
who
Slide 12 - Quizvraag
Kies het juiste vragende vnw:
..... do I install this app on my phone?
A
what
B
who
C
how
D
which
Slide 13 - Quizvraag
Do at home
Maakwerk:
- Werkblad Engelse voornaamwoorden - exercise 5 & 6
Schrijf de antwoorden in jouw schrift, maak een foto, en lever deze hier in.
Slide 14 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Engelse voornaamwoorden (2)
Oktober 2024
- Les met
14 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
Engelse voornaamwoorden
Februari 2021
- Les met
26 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
Chapter 4 No Place Like Home
Juni 2022
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Stepping Stones junior 1.1 aanw. vnw. enkelvoud
September 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Les 73; Grammar U.3
September 2024
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Future and Demonstrative Pronouns
Juni 2022
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Demonstrative pronouns
Mei 2022
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Herhaling h2 1b
December 2022
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1