Signaalwoorden quiz
1 / 14
Lesduur is: 90 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Aan een signaalwoord herken je het tekstverband.
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een signaalwoord voor een opsomming?
A
ten eerste
B
omdat
C
maar
D
bijvoorbeeld
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een signaalwoord voor
reden
reden
A
echter
B
omdat
C
als
D
maar
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een signaalwoord voor
conclusie
conclusie
A
dus
B
opdat
C
kortom
D
als
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een signaalwoord voor
oorzaak - gevolg
oorzaak - gevolg
A
maar
B
kortom
C
ook
D
doordat
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een signaalwoord voor
opsomming
opsomming
A
toch
B
daar staat tegenover
C
vervolgens
D
immers
Slide 7 - Quizvraag
Wat is géén signaalwoord
A
concluderend
B
met als doel om
C
herkennen
D
bovendien
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een signaalwoord voor
voorbeeld
voorbeeld
A
omdat
B
zoals
C
daardoor
D
wanneer
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een signaalwoord voor
tegenstelling
tegenstelling
A
indien
B
tot slot
C
dus
D
toch
Slide 10 - Quizvraag
Wat is GEEN signaalwoord van tegenstelling?
A
echter
B
toch
C
bijvoorbeeld
D
maar
Slide 11 - Quizvraag
OOK
is een signaalwoord voor
is een signaalwoord voor
A
Voorbeeld
B
Opsomming
C
Chronologisch
D
Tegenstelling
Slide 12 - Quizvraag
Signaalwoord: TEN EERSTE........TEN TWEEDE
A
middel-doel
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling
