Signaalwoorden

Doelen van deze les:
1. Je weet wat het woord signaalwoord betekent.
2. Je kunt in een tekst enkele signaalwoorden goed gebruiken. 
 

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Doelen van deze les:
1. Je weet wat het woord signaalwoord betekent.
2. Je kunt in een tekst enkele signaalwoorden goed gebruiken. 
 

Slide 1 - Tekstslide

welke signaalwoorden
ken jij al ?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

in teksten hebben veel zinnen met elkaar te maken.

 Er bestaan verbanden (relaties) tussen die zinnen. 
Je kunt een tekst pas goed begrijpen als je deze verbanden ziet en begrijpt. 

Signaalwoorden zijn speciale woorden die je helpen om een bepaald verband te signaleren. 


Slide 4 - Tekstslide

-ten eerste 
-ten tweede
-ten derde
-en
-tot slot


Let op een opsomming! 
Signaalwoorden welke  een opsomming aangeven:

Slide 5 - Tekstslide

Signaalwoorden 
eerst, dan, daarna, vervolgens, ten slotte

Slide 6 - Tekstslide

Maak een goede zin met EERST
doe | water | in een pan | je.

Slide 7 - Open vraag

Maak een goede zin met DAN
de pan | je | op het vuur | zet.

Slide 8 - Open vraag

Maak een goede zin met DAARNA
je | kook | het water.

Slide 9 - Open vraag

Maak een goede zin met VERVOLGENS
de eieren | in het water | leg | je.

Slide 10 - Open vraag

Maak een goede zin met TEN SLOTTE
kook | 3-7 minuten | je | de eieren.

Slide 11 - Open vraag

Schrijf jouw eigen zinnen.

Slide 12 - Tekstslide

Wat ga doen je als je thuis komt?
(gebruik: EERST)

Slide 13 - Open vraag

Wat ga doen je als je thuis komt?
(gebruik: DAN)

Slide 14 - Open vraag

Wat ga je morgen doen?
(gebruik: DAN)

Slide 15 - Open vraag

Wat ga je morgen doen?
(gebruik: EERST en DAARNA)

Slide 16 - Open vraag

Wat ga je morgen doen?
(gebruik: EERST, DAARNA en VERVOLGENS)

Slide 17 - Open vraag

Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?
A
omdat
B
maar
C
ten eerste
D
tot slot

Slide 18 - Quizvraag

Welk signaalwoord geeft een opsomming aan
A
en
B
daardoor
C
maar
D
omdat

Slide 19 - Quizvraag

welk signaalwoord geeft een oorzaak aan?
A
tot slot
B
en
C
omdat
D
maar

Slide 20 - Quizvraag

welke signaalwoorden
ken je nu?

Slide 21 - Woordweb

Slide 22 - Video

Kun je de woorden 'eerst, dan, daarna, vervolgens en ten slotte' nu goed gebruiken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll