Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Week 8 - Les 2
Week 8 - Les 2
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Week 8 - Les 2
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Lesdoelen: vocab & expressions U1 beheersen, past simple/continuous/perfect & present perfect beheersen
1) Woorden overhoren
2) Herhaling past simple/continuous/perfect & present perfect
3) LU opdracht
4) afmaken §2.2 en §2.3
5)
Slide 2 - Tekstslide
www.blooket.com
Slide 3 - Link
Planning
Lesdoelen: vocab & expressions U1 beheersen, past simple/continuous/perfect & present perfect beheersen
1) Woorden overhoren
2) Herhaling past simple/continuous/perfect & present perfect
3) LU opdracht
4) afmaken §2.2 en §2.3
5)
Slide 4 - Tekstslide
Past Simple
Bevestigend
Ontkennend
Vragend
Regelmatige werkwoorden
werkwoord
+ed
I
play
ed
football.
did not
/
didn't
+
ww
I
didn't
play
football.
Did
+ ond. +
ww
Did
you
play
football?
Onregelmatige werkwoorden
2e vorm
She
bought
a new toy.
did not
/
didn't
+
ww
She
didn't
buy
a new toy.
Did
+ ond +
ww
Did
she
buy
a new toy?
To Be (I/He/She/It)
was
I
was
at school yesterday.
was not
/
wasn't
He
wasn't
at school.
Was
+ ond
Was
she at school?
To Be (you/we/they)
were
You
were
right there!
were not
/
weren't
We
weren't
very happy.
Were
+ ond
Were
they angry?
1) Voor dingen uit het verleden die afgelopen zijn
2) I.C.M. de past continuous: de korte actie (onderbreking)
Slide 5 - Tekstslide
Past Perfect
Bevestigend
Ontkennend
Vragend
Regelmatige werkwoorden
had +
werkwoord
+
ed
I had
work
ed
all day.
She had
play
ed
football.
had not +
werkwoord
+
ed
hadn't +
werkwoord
+
ed
I had not
work
ed
all day.
She hadn't
play
ed
football.
Had + onderwerp + werkwoord+ed
Had I
work
ed
all day?
Had she
play
ed
football?
Onregelmatige werkwoorden
had +
3e vorm
We had
bought
a new TV.
He had
swum
twenty laps.
had not +
3e vorm
hadn't +
3e vorm
We had not
bought
a new TV.
He hadn't
swum
twenty laps.
Had + onderwerp +
3e vorm
Had we
bought
a new TV?
Had he
swum
twenty laps?
Wanneer 2 dingen in het verleden gebeurden is de past perfect het langst geleden.
Slide 6 - Tekstslide
Past Continuous
Bevestigend
Ontkennend
Vragend
I / He / She / It
was +
ww
+
ing
was not +
ww
+
ing
wasn't +
ww
+
ing
Was + onderwerp +
ww
+
ing
You / We / They
were +
ww
+
ing
We were
play
ing
football.
They were
swim
m
ing
.
were not +
ww
+
ing
weren't +
ww
+
ing
We were not
play
ing
football.
They weren't
swim
m
ing.
Were + onderwerp +
ww
+
ing
Were we
play
ing
football?
Were they
swim
m
ing
1) Om aan te geven dat iets een langere tijd bezig was
2) Om aan te geven dat iets bezig was en werd onderbroken
Slide 7 - Tekstslide
Present Perfect
1) Voor dingen uit het verleden die nu nog doorgaan
2) Voor dingen uit het verleden die nu nog een relevant resultaat hebben
FYNE JAS (For, Yet, Never, Ever, Just, Already, Since)
Bevestigend
Ontkennend
Vragend
I / You / We / They
regelmatige werkwoorden
have +
ww
+
ed
I have
work
ed
all day.
have not +
ww
+
ed /
haven't +
ww
+
ed
I haven't
work
ed
all day.
Have + onderwerp +
ww
+
ed
Have you worked all day?
I / You / We / THey
onregelmatige werkwoorden
have +
3e vorm
They have studied.
have not +
3e vorm /
haven't +
3e vorm
We haven't gone to school.
Have + onderwerp +
3e vorm
Have you done your work?
He / She / It
regelmatige werkwoorden
has +
ww
+
ed
She has phoned a friend.
has not +
ww
+
ed /
hasn't +
ww
+
ed
He has not listened to his teacher.
Has + onderwerp +
ww
+
ed
Has it worked?
He / She / It
onregelmatige werkwoorden
has +
3e vorm
He has paid the bill.
has not +
3e vorm /
hasn't +
3e vorm
It hasn't done anything!
Has + onderwerp +
3e vorm
Has she spoken to him yet?
Slide 8 - Tekstslide
(1/8) When I (to arrive) the film (already / to start).
A
arrived - already started
B
had arrived - already started
C
arrived - had already started
D
was arriving - already started
Slide 9 - Quizvraag
(2/8) The train (to stop) at every station yesterday evening.
A
was stopping
B
had stopped
C
stopped
D
has stopped
Slide 10 - Quizvraag
(3/8) I (to watch) a film when the power (to stop) working.
A
watched - stopped
B
was watching - stopped
C
watched - was stopping
D
had watched - had stopped
Slide 11 - Quizvraag
(4/8) (You / to do) your homework yet? No, but I promise I will do it soon.
A
Did you do
B
Was you doing
C
Had you done
D
Have you done
Slide 12 - Quizvraag
(5/8) Shane (already / to buy) food for his chickens.
A
already bought
B
has already bought
C
was already buying
D
had already bought
Slide 13 - Quizvraag
(6/8) I (to go) snowboarding last weekend.
A
was going
B
have gone
C
went
D
had gone
Slide 14 - Quizvraag
(7/8) Kathy (not / to be) at school yesterday because she (to have) an accident.
A
had not been - had
B
wasn't - had
C
wasn't - was having
D
wasn't - had had
Slide 15 - Quizvraag
(8/8) We (to drive) to Amsterdam when our car (to break) down.
A
were driving - broke
B
drove - was breaking
C
had driven - broke
D
drove - had broken
Slide 16 - Quizvraag
Planning
Lesdoelen: vocab & expressions U1 beheersen, past simple/continuous/perfect & present perfect beheersen
1) Woorden overhoren
2) Herhaling past simple/continuous/perfect & present perfect
3) LU opdracht
4) afmaken §2.2 en §2.3
5)
Slide 17 - Tekstslide
LessonUp opdracht
Zet de zin in de juiste tijd (Past Simple, Past Continuous, Past Perfect, Present Perfect)
Typ steeds de gehele zin inclusief leestekens
Maak geen gebruik van verkorting maar schrijf de volledige vorm op
Verbeter je fouten
Slide 18 - Tekstslide
She (to tell) me she (to study) a lot before the exam.
Slide 19 - Open vraag
James (to do) his presentation in the lesson yesterday.
Slide 20 - Open vraag
We (to walk) in the park when a storm (to begin).
Slide 21 - Open vraag
(you / to go) there before we (to go) together?
Slide 22 - Open vraag
She (to catch) a cold so she will not be at school today.
Slide 23 - Open vraag
(You / to be) at school yesterday?
Slide 24 - Open vraag
John (not / to meet) Lucy before they (to work) together.
Slide 25 - Open vraag
Shirley (not / to be) on holiday to Spain yet.
Slide 26 - Open vraag
He (not / to travel) on a ship last weekend.
Slide 27 - Open vraag
I (to walk) home when I (to hear) a noise down the street.
Slide 28 - Open vraag
Jim (to sing) a song while his sister (to play) the piano.
Slide 29 - Open vraag
Planning
Lesdoelen: vocab & expressions U1 beheersen, past simple/continuous/perfect & present perfect beheersen
1) Woorden overhoren
2) Herhaling past simple/continuous/perfect & present perfect
3) LU opdracht
4) afmaken §2.2 en §2.3
Slide 30 - Tekstslide
Homework (Di 8/11/22)
1) Maken opdrachten §2.2 en §2.3 in de online omgeving (alleen waar 'practice' boven staat
2) Maken alle LessonUps van deze week (verbeter je fouten!)
3) Leren voor X-week toets
Slide 31 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Week 8 - Les 2
Oktober 2022
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
week 6 present perfect continuous, past perfect continuous
Augustus 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Week 9 - Les 1
November 2022
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Present Simple, Past Simple, Present Continuous, Past Continuous, Present Perfect
Juni 2022
- Les met
52 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Week 2: Passive (8B)
Augustus 2022
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Week 8 - Les 1
Oktober 2022
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
week 4.0
Augustus 2022
- Les met
35 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Past Simple vs. Present Perfect
Juni 2022
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2