Lesdoel 3

Lesdoel 3
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel 3

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel 3
  • Begrippen: som-verschil-product-quotiënt
  • Rekenvolgorde

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen
som ( optellen + )
verschil ( aftrekken - )
product ( vermenigvuldigen x )
quotiënt ( delen : )

Slide 3 - Tekstslide

Som
Wanneer je getallen bij elkaar optelt  spreek je van een som.
Som is het resultaat van optellen.

Slide 4 - Tekstslide

voorbeeld
De som van 5 en 7 is 12
5+7=12

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld
Het verschil tussen 7 en 5 is 2.
7-5=2

Slide 6 - Tekstslide

Verschil
Wanneer je getallen van elkaar aftrekt spreek je van een verschil.
Verschil is het resultaat van aftrekken.

Slide 7 - Tekstslide

Product
Wanneer je getallen met elkaar vermenigvuldigd spreek je van een product.
Product is het resultaat van vermenigvuldigen

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
Het product van 2 en 3 is 6
2x3=6

Slide 9 - Tekstslide

Quotiënt
Wanneer je getallen door elkaar deelt spreek je van een quotiënt.
Quotiënt is het resultaat van delen

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
Het quotiënt van 15 en 3 is 5
15:3=5

Slide 11 - Tekstslide

Bereken de som van 17 en 4

Slide 12 - Open vraag

Bereken het verschil van 56 en 18

Slide 13 - Open vraag

Bereken het product van 12 en 5

Slide 14 - Open vraag

Bereken het quotiënt van 18 en 6

Slide 15 - Open vraag

Rekenvolgorde
Bij het berekenen van sommetjes moeten we gebruik maken van rekenvolgorde. Doen we dit niet dan krijg je vaak een verkeerd antwoord.

Slide 16 - Tekstslide

Laten we eens kijken de volgende sommetje:
2 + 3 x 4 =

Wat zijn de mogelijke uitkomsten?
2 + 3 x 4 = 20
of
2 + 3 x 4 = 14

Slide 17 - Tekstslide

Er kan maar één uitkomst de juiste zijn.
Maar welke?

Daarvoor moeten we eerst de rekenvolgorde leren.

Slide 18 - Tekstslide

De volgorde
  1.  Haakjes (reken uit wat tussen haakjes staat)
  2. Machtsverheffen en Worteltrekken
  3. Vermenigvuldigen en Delen
  4. Optellen en Aftrekken

Regel 2 gaan we voorlopig nog niet gebruiken. Leren we gebruiken in een ander hoofdstuk

Slide 19 - Tekstslide

Wat is dan de uitkomst op de berekening 2 + 3 x 4 
             
Eerst kijken naar regel 1. Geen haakjes. 
Dan kijken naar regel 2, maar dat hoeft nog niet. 
Vervolgens kijken naar regel 3 of er een vermenigvuldiging of deling zit in de berekening. Zo ja, dan voer je die als eerst uit.
Als laatste kijk je dus of je kan optellen of aftrekken.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Het enige en juiste antwoord is op de berekening 
2 + 3 x 4 = 14

Slide 22 - Tekstslide

Maken lesdoel 3
opgaven: 4-6-7-10

Slide 23 - Tekstslide