3.6 Het parlement controleert

Welkom!
Welkom in de les
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Welkom in de les

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1
Nakijken vraag 11 op blazijde 88 van je werkboek
2
Uitleg § 3.6 : 'Het parlement controleert' 
3
Maken vragen

Slide 2 - Tekstslide

11
Volgorde aanloop en traject kabinetsformatie:
  • 7: aflopen regeringtermijn / kabinetscrisis
  • 5:campagne
  • 6: verkiezingen
  • 3: debat uitslag / informateur
  • 9: bekijken samenwerkingsmogelijkheden
  • 2: beleidsafspraken
  • 1: ministers/staatssecretarissen
  • 4: kabinet is klaar
  • 8: debat over regeringsverklaring

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

3.6 Het parlement controleert

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel:
Je kunt herkennen en uitleggen op welke manier het parlement haar macht uitoefent.

Slide 6 - Tekstslide

?
Parlement: 
  • 1e en 2e kamer = Staten-Generaal
Regering:
  • Koning en ministers
Kabinet:
  • ministers en staatssecretarissen

Slide 7 - Tekstslide

Parlementaire democratie



Slide 8 - Tekstslide

Het parlement = Staten Generaal =
Tweede Kamer (150) en Eerste Kamer (75)
Tweede kamer (150)
  • Direct gekozen
  • Wetsvoorstellen: indienen, goedkeuren/afkeuren en veranderen
Eerste kamer (75)
  • Indirect gekozen
  • Wetsvoorstellen: goedkeuren/ afkeuren (NIET indienen /veranderen)
Fracties
Alle Kamerleden worden namens een bepaalde partijen gekozen en behoren tot een fractie (van die partij).
Een fractie = de groep vertegenwoordigers van een politieke partij in een gekozen orgaan.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

TRIAS POLITICA
De scheiding van de macht noemen we Trias Politica:

  • Wetgevende macht: het parlement.
  • Uitvoerende macht: de ministers.
  • Rechtelijke macht: de rechters.

Slide 12 - Tekstslide

Oppositiepartijen en coalitiepartijen

Slide 13 - Tekstslide

Trias Politica
Parlement

ministers
rechters

Slide 14 - Tekstslide

Macht van het Parlement

Taken van het parlement:
1.    (Mede)wetgeving.
2.    Controleren van de regering.


1e en 2e kamer wetgevende rechten:
  • Stemrecht
  • Budgetrecht
Extra wetgevend rechten 2e kamer:
  • Recht van initiatief
  • Recht van amandement
1e en 2e kamer controlerende rechten
  • Het recht om vragen te stellen
  • Het recht om een motie in te dienen
  • Het recht van interpellatie
  • Het recht van onderzoek en enquête

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Taken van de regering/kabinet
1. Dagelijks bestuur van het land
2. (mede)wetgeving
Taken van het parlement
1. Controleren van de regering
2. (mede)wetgeving

Slide 18 - Tekstslide

Hoe komt een wet tot stand?
  1. Bekijk bron 18 (blz. 94 lesboek)
  2. Maak opdracht 9 (blz. 91 werkboek)

timer
4:00

Slide 19 - Tekstslide

9 a/b/c
  • a :  een regeling die tot stand gebracht wordt door regering en Staten-Generaal  (1e en 2e kamer) via de regels van de grondwet
  • b: stap 2
  • c : beide: staatsecretarissen bij opstellen wet - tweede kamer bij aanpassen 

Slide 20 - Tekstslide

9 d/e/f/g
  • d :  dan gaat het terug naar de minister
  • e: de tweede kamer stemt over de wijzingen/aanpassingen (= amendenten) en stemmen opnieuw over de wet
  • f: bij een meerderheid van de stemmen (76)
  • g: de wet is alleen geldig als hij de wet ondertekend!

Slide 21 - Tekstslide

Wie doet wat?
  • Stemt over wetsvoorstellen: Tweede kamerlid
  • Ondertekent wetten: Koning en minister
  • Schrijft de troonrede: Minister
  • Zit in de regering: Koning en minister
  • Debatteert: Tweede kamerlid
  • Bestuurt: Minister
  • Wordt gekozen: Tweede kamerlid
  • Mag een eigen politieke mening niet uitspreken: Koning
  • Mag een wetsvoorstel indienen: Minister en Tweede kamerlid
  • Is inhoudelijk betrokken bij de totstandkoming van een wet: Minister

Slide 22 - Tekstslide

+ (mede)wetgevend

Slide 23 - Tekstslide

Trias Politica
Vraag: 
Waarom kan een minister niet lid zijn van de Tweede Kamer?

Slide 24 - Tekstslide

Poldermodel

Slide 25 - Tekstslide

Poldermodel
'Polderen'
De eerste Nederlandse polders ontstonden in de 11e eeuw. In deze tijd werden er al dijken om een gebied geplaatst, waarna dit gebied werd leeggepompt om extra land te winnen. De term 'poldermodel' komt van de samenwerking die nodig was om het water buiten de nieuwe polders te houden.

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk 
werkboek: 90-93
lesboek: 92-95
vragen: 
1-2-5-7-8-9-10-11

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk
werkboek: 90-93
lesboek: 92-95
vragen:
1-2-5-7-8-10-11

Slide 28 - Tekstslide

Het kabinet kan een wet goedkeuren of afkeuren.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 29 - Quizvraag

Een minister kan ook in de Tweede Kamer zitten.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 30 - Quizvraag

Wie heeft er meer macht?
De regering of het parlement?
Waarom?
timer
1:30

Slide 31 - Open vraag

Wie heeft er meer macht?
Tweede Kamer of Eerste Kamer?
Waarom?
timer
1:30

Slide 32 - Open vraag

Wie heeft er meer macht?
Coalitie of oppositie?
Waarom?
timer
1:30

Slide 33 - Open vraag