HAVO4 - Wat is een rechtsstaat? - Les 1

Wat is een rechtsstaat?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
maatschappijleerVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Wat is een rechtsstaat?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Introductie
  • Rechtsnormen en rechtvaardigheid
  • Soorten recht
  • Opdracht 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:37
Is Lars Koch een held of een moordenaar?
Held
Moordenaar

Slide 4 - Poll

Ik leg voor het invullen van de Poll het verhaal nogmaals uit: Een passagiersvliegtuig wordt gekaapt, met daarin 168 passagiers. De kapers willen het vliegtuig laten neerstorten in de Johan Cruijff Arena, die op dat moment gevuld is met 54.000 mensen. De piloot waar het hier om gaat, vloog in een F16 achter het gekaapte vliegtuig aan. Hij krijgt het bevel het vliegtuig te vragen om uit te wijken. Vervolgens is het bevel om waarschuwingsschot te lossen. Hij krijgt geen toestemming uiteindelijk om het vliegtuig neer te schieten, omdat dat niet mag volgens de Duitse grondwet (waar het stuk vandaan komt). Volgens Artikel 1 van de grondwet, is de waardigheid van de mens onaantastbaar. Om die reden mag de overheid geen afweging maken tussen mensenlevens. De piloot schiet toch het vliegtuig uit de lucht. Nu aan jullie de vraag: is Lars Koch een held of een moordenaar? 

Slide 5 - Link

Ik leg uit dat in Nederland en Duitsland de meeste mensen vonden dat de piloot moest worden vrijgesproken. In China en Japan was dat anders. Dat betekent dus dat bevolking daar een ander beeld heeft van wat rechtvaardig is, dan dat wij dat hebben. Dit heeft te maken met onze normen en waarden. 
Duitsland
Die Würde des Menschen ist unantastbar.
Nederland
  • ???
  • Hebben we niet!

Slide 6 - Tekstslide

Ik vraag de leerlingen aan te geven of we in Nederland ook zo'n soort grondwet artikel hebben. Nee, die hebben we niet (voor het toneelstuk is daarom gebruik gemaakt van een artikel uit de Universele verklaring voor de Rechten van de Mens). Landen verschillen dus in de regels die opstellen.  
Rechtsnormen
  • "gedragsregels die door de overheid wettelijk zijn vastgelegd."
  1. Geordend maatschappelijk leven.
  2. Aansluiten bij normen en waarden. 

Slide 7 - Tekstslide

Ik leg uit dat de regels die gelden voor ons gedrag en die zijn vastgelegd in wetten, ook wel rechtsnormen worden genoemd. Die rechtsnormen zijn door de overheid opgesteld om ervoor te zorgen dat het maatschappelijk leven geordend verloopt: we rijden aan dezelfde kant, we rijden niet door rood. Daarnaast sluiten de rechtsnormen aan bij onze normen en waarden, waardoor je wordt gedwongen om je aan die normen en waarden te houden. We kennen bijvoorbeeld de waarde respect, met als norm dat je tijdens een ruzie niet iemand in elkaar slaat. De rechtsnorm die daarbij past is het verbod op mishandeling. 

Verzin een rechtsnorm die aansluit bij een waarde en/of norm in de samenleving.

Slide 8 - Open vraag

Waarde: eerlijkheid
Norm: Als iemand iets op straat verliest, geef je dat terug aan die persoon
Rechtsnorm: je mag niet stelen. 

Waarde: Vrijheid/Respect
Norm: In een discussie luister je naar elkaar, ook naar degene met wie je het niet eens bent.
Rechtsnorm: Iedereen heeft vrijheid van meningsuiting. 
Ik spreek mijn ouders altijd aan met u.
Dat doe ik
Dat doe ik niet

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Leraren zouden leerlingen met een liniaal op de hand mogen slaan.
Eens
Oneens

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Verschuiving van normen en waarden

Slide 11 - Tekstslide

Ik laat zien dat de normen en waarden zijn veranderd. Veel mensen spreken hun ouders niet meer aan met u, terwijl dat vroeger veel gebruikelijker was, net zoals het slaan met een liniaal door de docent. 
In 2009 gold al dat in minder dan 10% van de gezinnen dat kinderen hun ouders met u aanspreken, in 1975 was dat nog 1 op de 3 gezinnen (bron). 

De normen veranderen dus!
Rechtvaardigheid
"De opvattingen die wij als burgers hebben over goed en kwaad."

  • Waarom is het belangrijk dat de rechtsnormen aansluiten bij ons gevoel van rechtsvaardigheid?

Slide 12 - Tekstslide

Ik leg uit we niet meer de liniaal slaan, omdat we dat als burgers niet meer rechtvaardig vinden. Rechtvaardigheid gaat over de opvattingen die wij als burgers hebben over goed en kwaad. Ik vraag de leerlingen waarom het belangrijk is dat de rechtsnormen aansluiten bij ons gevoel voor rechtvaardigheid? Ik geef ze de tijd om daar over na te denken en vraag vervolgens random iemand. Antwoord: dan houden we ons beter aan de regels. 

"Recht is in beweging"

Slide 13 - Tekstslide

Rechtsnormen worden dus soms aangepast, omdat ze niet meer aansluiten bij ons rechtvaardigheidsgevoel. We noemen dit ook wel: het recht is in beweging. 
Zo is vorig jaar de maximumstraf op doodslag verhoogd, omdat de maximumstraf geen recht meer deed aan de ernst van het vergrijp. 
Soorten recht
Publiekrecht
Relatie tussen burgers en overheid
Strafrecht: welk gedrag is strafbaar
Privaatrecht
Relatie tussen burgers onderling (rechtspersonen).
Ook wel burgerlijk recht/civiel recht genoemd.

Rechtspersonen
Verenigingen of bedrijven

Slide 14 - Tekstslide

De straffen op doodslag of moord vallen onder het strafrecht. Dit is onderdeel van het publiekrecht. Dat recht regelt de relatie tussen burgers en overheid. Het privaatrecht gaat over de relatie tussen burgers onderling, maar kan ook gaan over een conflict tussen een bedrijf en een individu of tussen twee bedrijven. Een bedrijf wordt ook wel een rechtspersoon dan genoemd. 
Vragen?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback vorige les

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de oorzaken/problemen van de toeslagenaffaire?

Slide 18 - Tekstslide

Ik leg uit dat we zo dadelijk een video gaan kijken en dat het de bedoeling is dat de leerlingen opschrijven wat de oorzaken/problemen waren die hebben geleid tot de toeslagenaffaire. 

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  • Tijd: 10 minuten
  • Hoe: Eerst individueel, daarna overleggen
  • Uitkomst: Bespreken van de antwoorden
  • Wat: Ga eerst individueel antwoord geven op de vragen over de video, bedenk vervolgens oplossingen voor de problemen die je hebt opgeschreven. Wissel dit uit in groepjes. 
  • Klaar?: Ga op internet opzoek naar problemen die niet zijn genoemd in de video en denk daarna na over een oplossing.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies