rechtsstaat Deel I. H 1 recht en rechtvaardigheid

H1 Recht en rechtvaardigheid. (blz 28)
Waarom is het goed dat we een rechtsstaat hebben?


1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

H1 Recht en rechtvaardigheid. (blz 28)
Waarom is het goed dat we een rechtsstaat hebben?


Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
vragen tussendoor, dus let op!
introductie
Uitleg regels en wetten
speech Martin Luther King
Het onstaan van de rechtstaat
Rechten en plichten

Volgende week:
Rechtsgebieden / De grondbeginselen

Slide 2 - Tekstslide

waar denk je aan bij het begrip rechtstaat?

Slide 3 - Woordweb

Pak je tekstboek erbij, blz 28.

''Een terroristische organisatie heeft bommen geplaatst op drukke locaties in Nederland.
De leider is opgepakt. Tijdens het veroor verteld de man dat hij weet waar de bommen liggen. Maar hij zwijgt over de locaties.

Ten einde raad vraaagt de politie toestemming aan de rechter-commesaris om de terroristenleider fysiek onder druk te zetten.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe ver mag de politie van jou in deze situatie gaan (p.28 tb)
A
Niet ver, er is immers nog niets gebeurd
B
Alleen ondervragen en opsluiten
C
Dreigen, familieleden oppakken
D
Martelen totdat hij bekent

Slide 5 - Quizvraag


 het beschermen van de rechtsstaat
gaat boven alles.

Als het martelen van terroristen het goede doel dient, is dit dus toegestaan en moeten we de slechte gevolgen accepteren.

 door een terrorist te martelen maken we onze Democratische rechtsstaat kapot. We worden precies dat wat de terrorist zegt dat we zijn. Een slechte pervese samenleving.

Het martelen versterkt het slechte beeld dat (potentiële) terroristen hebben van onze samenleving, wat hen juist weer zal stimuleren om terroristische daden te plegen. Terroristen moeten worden behandeld volgens de principes van een eerlijke, open democratische rechtsstaat.

Slide 6 - Tekstslide

Volgens het VN-verdrag tegen marteling,

is marteling iedere handeling waardoor opzettelijk hevige lichamelijke of geestelijke pijn of leed wordt toegebracht door of met instemming van een overheidsfunctionaris, met als doel het verkrijgen van inlichtingen, bestraffing, intimidatie of dwang.

bij invoering van de Wet internationale misdrijven (2003) op enig moment het onderscheid aangebracht tussen ‘foltering’ en 'marteling'

Slide 7 - Tekstslide

Regels en wetten
Iedereen kent de noodzaak van regels.
Ongeschreven regels / geschreven regels.

Vaak komen normen en gedragsregels voort uit geloof, tradities en gewoonten.

Rechtsnormen: Zijn gedragsregels die door de overheid wettelijk zijn vastgelegd.

Slide 8 - Tekstslide

Waneer is een norm tegelijk een rechtsnorm?

Slide 9 - Open vraag

rechtsstaat: een staat waarin burgers wordenbeschermd, door grondrechten, tegen misbruik en willekeur van de overheid
waarom rechtsnormen?
  • Bescherming van burgers tegen de staat.​
  • Gevoel van onrechtvaardigheid voorkomen.
  • orderlijk laten verlopen van de samenleving
    Het delen van normen en waarden binnen de samenleving.

Slide 10 - Tekstslide

Welke twee doelen kunnen rechtsnormen hebben?

Slide 11 - Open vraag

0

Slide 12 - Video

vind jij dat doodstraf past binnen een rechtstaat, en waarom?

Slide 13 - Woordweb

Regels en wetten
Regels zorgen voor duidelijkheid en structuur

  • Gedragdsregels (normen) VS rechtsnormen: gedragsregels die door de overheid wettelijk zijn vastgesteld.
  • Regels/wetten veranderen in loop der jaren.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

De Vorige les
Hebben we het gehad over de Rechtsstaat.

wetten en regels.
Rechtsnormen: gedragsregels die door de overheid wettelijk zijn vast gelegd.

Grondwet: hierin staan de grondrechten en hoe het land geregeerd moet worden.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welke rol speelde Thorbecke bij het ontstaan van de Nederlandse rechtsstaat? tip: lees blz 29 (rechtsonder)

Slide 18 - Open vraag

Regels en wetten
- Rechtsnormen belangrijk voor rechtvaardigheid
- Rechtsstaat
- Grondwet
- Rechten en plichten


Slide 19 - Tekstslide

Een rechtsnorm is:
A
een regel waaraan de wetgeving moet voldoen.
B
een gedragsregel die in een wet is vastgelegd.
C
een norm die algemeen als rechtvaardig wordt ervaren.
D
een voorschrift dat alleen in het strafrecht voorkomt

Slide 20 - Quizvraag

I. Rechtsnormen bestaan uit geschreven en ongeschreven regels.
II. Rechtsnormen moeten geaccepteerd worden door de meerderheid van de bevolking.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Het privaatrecht of burgerlijk recht is gericht op de rechtsverhoudingen tussen:
A
burgers onderling
B
burgers en de overheid.
C
overheidsinstanties onderling.
D
de grondwet en de plichten van burgers.

Slide 23 - Quizvraag

Hieronder staat een aantal situaties beschreven.
Welke zaken vallen onder het privaatrecht?
A
Je gaat niet akkoord met de huurverhoging van de woningbouwvereniging
B
Twee vrouwen beginnen een eigen giftshop. Ze richten daarvoor een bv op.
C
Iemand wordt ervan verdacht dat hij in zijn garage een wietplantage heeft.
D
Je krijgt van de gemeente geen vergunning voor een grote dakkapel.

Slide 24 - Quizvraag

In een samenleving bestaan vrijwel altijd regels.
Waarom is het belangrijk voor burgers dat er regels zijn?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Video