8.2 Bloed stroomt

8.2 Bloed stroomt
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

8.2 Bloed stroomt

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
-Terugblik 8.1

-8.2 deel 1

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 8.1
1. Je kan uitleggen waar bloed uit bestaat.
2. Je kan uitleggen hoe bloed stoffen vervoert.
3. Je kan uitleggen wat er verandert bij inspanning van je lichaam.

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk controle

Huiswerk was:
Lees paragraaf 8.1 en bestudeer de bronnen.
Maak bij 8.1 opdracht 4 t/m 8 en 10, 12, 13, 15, 16, 18, 19, 20

Ondertussen:
Lees 8.2
Maak bij 8.2 de opdrachten: 4 t/m 8, 10, 11, 13 t/m 16


Slide 4 - Tekstslide

Doelen van 8.2
Je leert:
welke soorten bloedvaten je hebt
hoe het bloed door je lichaam stroomt
de bouw en werking van het hart
hoe hartproblemen ontstaan
hoe je bloeddruk ontstaat

Slide 5 - Tekstslide


Op de bovenkant van je hand zie je bloedvaten.
Welk type bloedvaten zijn dit? 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht: vul in
Bloedvaten
Slagader
haarvaten
Ader
Bloed stroomt
naar/door/van een orgaan
naar/door/van een orgaan
naar/door/van een orgaan
Wanddikte
dik/dun/zeer dun
dik/dun/zeer dun
dik/dun/zeer dun
Kloppen?
wel/niet
wel/niet
wel/niet
Kleppen?
wel/niet
wel/niet
wel/niet
Stroomsnelheid
heel langzaam/ snel/ langzaam
heel langzaam/ snel/ langzaam
heel langzaam/ snel/ langzaam

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De bloedsomloop
Je gaat de weg die een bloedcel aflegt opschrijven.
Dit doe je in tweetallen. Je krijgt hier 4 min. voor.
Gebruik blz. 109 bij deze opdracht 

Opdracht:
Er zit een bloedcel in je been en deze gaat uiteindelijk naar je lever.
Schrijf alle bloedvaten en alle onderdelen van het hart op waar deze bloedcel langskomt.

Slide 12 - Tekstslide

De bloedsomloop
Antwoord:

been - beenader - onderste holle ader - rechterboezem - rechterkamer - longslagader - longen longader - linkerboezem - linkerkamer - aorta - leverslagader - lever

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Nu en huiswerk


Lees 8.2 blz 104, 105, 108, 109 (tot 'hoe werkt je hart') 
Maak bij 8.2 de opdrachten: 4, 5, 8 t/m 16


Slide 16 - Tekstslide

8.2
Bloed stroomt
Les 2

Slide 17 - Tekstslide

Vandaag
-Dagopening
-Terugblik deel 1 van 8.2
-Uitleg deel 2 van 8.2
Opdrachten maken. 

-2e uur 8.3

Slide 18 - Tekstslide

Doelen van 8.2
Je leert:
welke soorten bloedvaten je hebt
hoe het bloed door je lichaam stroomt
de bouw en werking van het hart
hoe hartproblemen ontstaan
hoe je bloeddruk ontstaat

Slide 19 - Tekstslide

Vragen over het huiswerk?


Lees 8.2 blz 104, 105, 108, 109 (tot 'hoe werkt je hart')
Maak bij 8.2 de opdrachten: 4, 5, 8 t/m 16


Maak nu vraag 18



Slide 20 - Tekstslide

Opdracht: de bloedsomloop
Je gaat de weg die een bloedcel aflegt opschrijven.
Dit doe je in tweetallen. Je krijgt hier 4 min. voor.
Gebruik TB blz. 49 bij deze opdracht 

Opdracht:
Er zit een bloedcel in je been en deze gaat uiteindelijk naar je lever.
Schrijf alle bloedvaten en alle onderdelen van het hart op waar deze bloedcel langskomt.

Slide 21 - Tekstslide

De bloedsomloop
Antwoord:

been - beenader - onderste holle ader - rechterboezem - rechterkamer - longslagader - longen longader - linkerboezem - linkerkamer - aorta - leverslagader - lever

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Hartslag in 3 stappen

Stap 1: boezems trekken samen

Stap 2: kamers trekken samen

Stap 3: hartpauze

Slide 24 - Tekstslide

Stap 1
Boezems trekken samen

Slide 25 - Tekstslide

Stap 2
Kamers trekken samen

Slide 26 - Tekstslide

Stap 3
Hartpauze

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 23, blz 115

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Wat is bloeddruk
  • Je bloeddruk  kan je ook wel uitleggen als hoe het bloed 'drukt' tegen de wanden van de bloedvaten. Dit noem je bloeddruk.

  • De bloeddruk is niet overal in je lichaam hetzelfde. In slagaders is de druk van bloed tegen de wanden het grootst 


Slide 31 - Tekstslide

Hoe ontstaat bloeddruk?
Bloed drukt tegen de wanden van bloedvaten = bloeddruk
Kamers trekken samen --> bovendruk
Hartpauze = onderdruk

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Bloeddruk
Lage bloeddruk:
Meestal geen probleem: 
soms wat duizelig of hoofdpijn

Hoge bloeddruk:
Vaak wel een probleem: 
kan wanden van slagaders beschadigen.

Oorzaken van te hoge bloeddruk zijn onder ander stress, roken, overgewicht en zout eten.

Slide 34 - Tekstslide

Nu en huiswerk

Lees blz 116 en 118 van je tekstboek
Maak van paragraaf 8.2 de opdrachten: 18, 20, 22, 23, 26, 27, 30, 31, 34

Slide 35 - Tekstslide

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Kleppen alleen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk
Liggen vaak dieper

Slide 36 - Sleepvraag

Aorta
Onderste holle ader
Longslagader
Bovenste holle ader
Rechterkamer
Rechterboezem
Linkerboezem
Linkerkamer

Slide 37 - Sleepvraag