2T Unité 4 les 4

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Unité 4 - les 2

2tl

Unité 4: Paris visite! 

• Bespreken: 8abcd-10
• Luisteren: 9, 12
  
• Huiswerk: 15 + leren 4.4
  
• Quizlet Live: 4.2
  

We gaan nu opd. 8abcd+10 nakijken

(Werk je vandaag thuis? Kijk de opdrachten dan na via de site)

Wat betekent 'partir'?

Partir = vertrekken

présent

je pars= ik vertrek

passé composé

je suis parti = ik ben vertrokken

Hoe goed kende je het werkwoord partir?

😒🙁😐🙂😃

C'est quoi?

1. Une voiture
2. Un bateau
3. Un train
4. Un bus

C'est quoi?

1. Un train
2. Une voiture
3. Un vélo
4. Un avion

C'est quoi?

1. un pied
2. un moto
3. un avion
4. un vélo

Aankomen

1. partir
2. arriver
3. voyager
4. aller

het station

1. le temps
2. la gare
3. la visite
4. l'autoroute

We gaan nu luisteren naar opd. 9+12

(Werk je vandaag thuis? Ga dan naar 'écouter' op de site)

Begin nu aan je huiswerk

- Maken: 15

Leren: 4.4