- Keizer/koning is de leenheer
- Leenman (edelman) leent een stuk grond van de keizer/koning.
De leenman zwoor trouw te zijn aan de koning. Hij gaf de koning advies en gaf militaire steun. De leenman mocht hiervoor het stuk grond besturen en moest zorgen voor orde en veiligheid
- Achterleenman leent weer een deel van het land van de leenheer
- Leen werd erfelijk, dus ging over van vader op zoon