Modals, Present Perfect & Present Simple vs Present Perfect
You either join the classical instruction or work on a worksheet in silence.
Slide 3 - Tekstslide
Modals
Wat weten jullie nog?
Slide 4 - Tekstslide
Modals
Van sterk naar minder sterk
Have/has to + hele ww (moeten, buitenaf)
-> must + hele ww (moeten, binnenuit)
-> should + hele ww (zou moeten, advies)
Mustn't + hele ww (niet moeten/mogen
-> don't/doesn't have to + hele ww (niet hoeven)
-> shouldn't + hele ww (zou niet moeten)
Slide 5 - Tekstslide
edition.thiememeulenhoff.nl
Slide 6 - Link
Present Perfect
Slide 7 - Tekstslide
Present Perfect
Gebruikt: 1. Iets is gebeurd en het is niet belangrijk/bekend wanneer 2. Iets is in het verleden begonnen en nog bezig. 3. Iets is in het verleden begonnen en het resultaat is nu zichtbaar. 4. Iets is net of nog niet gebeurd. 5. Je praat over ervaringen
Signaalwoorden: for, in, since, just, lately, yet, recently
+: have/has + volt. deelwoord (hele ww + ed / 3e rijtje)
-: haven't/hasn't + volt. deelwoord
?: have/has + ow + volt. deelwoord
Slide 8 - Tekstslide
edition.thiememeulenhoff.nl
Slide 9 - Link
Present Simple vs. Present Perfect
Slide 10 - Tekstslide
Present Simple vs Present Perfect
Present Simple
Altijd, nooit, regelmaat & feiten
Signaalwoorden:
always, never, usually, sometimes, often,
hardly ever, regularly, etc.
Stam + (s)
I always do the dishes on Saturday.
Present Perfect
1. Iets is gebeurd en het is niet belangrijk of bekend wanneer.
2. In het verleden begonnen, nog steeds bezig (SW= for, in & since).
3. In verleden gebeurd, resultaat is nu zichtbaar.
4. Iets is net of nog niet gebeurd (SW= just, lately, recently & yet).
Have/has + voltooid deelwoord
We have lived in London for one year.
Slide 11 - Tekstslide
edition.thiememeulenhoff.nl
Slide 12 - Link
Next classes A2Y
Monday the 12th of June
SO Unit 4.
Study the vocabulary (EN-NL & NL-EN) and grammar of unit 4
Friday the 16th of June
Listening test. You don't need to study for this. Bring the Westing Game.