Havo 4 Thema 1 B5 Transport door membranen

HAVO 4 - biologie

Biologie voor jou Max


  Thema 1 Inleiding in de biologie


B5

Transport door membranen

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

HAVO 4 - biologie

Biologie voor jou Max


  Thema 1 Inleiding in de biologie


B5

Transport door membranen

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma B5

  • Leerdoelen Basisstof 4 Celorganellen (2 minuten)
  • Uitleg B5 (10-15 minuten)
  • Zelfstandig opdracht 33 t/m 41 maken (10 minuten)
  • Oefen de Flitskaarten en maak Test Jezelf als laatste (5 minuten)

Eerder klaar? 
  • Neem context Leefwereld 'Motoreiwitten als pakketbezorger' en maak de bijbehorende opdrachten 42
  • Lesafsluiter B4 (5 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Wat was je score?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Link

Wat was je score?

Slide 6 - Open vraag

Leerdoel 1.5.1

  • Je kunt de concentratie van een oplossing berekenen

Slide 7 - Tekstslide

Formule om concentratie te berekenen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

concentratie CO2 was 0,037%. Hoeveel ppm?
A
3,7
B
37
C
370
D
3700

Slide 10 - Quizvraag

Leerdoel 1.5.2

  • Je kunt uitleggen wat diffusie en osmose is en toelichten welke rol osmose speelt bij stevigheid van planten

Slide 11 - Tekstslide

celmembraan BINAS 79D

Slide 12 - Tekstslide

Membranen zijn semi-permeabel
  • Semi-permeabel = half doorlatend voor moleculen.

  • Membranen zijn opgebouwd uit fosfolipiden, waardoor vetachtige moleculen ("steroïden") zich gemakkelijk door de membraan kunnen bewegen.

  • Kleine moleculen zoals gassen kunnen altijd door de 
      membraan bewegen. Deze moleculen bewegen dan 
      altijd van hoge naar lage concentratie. 

  • Water wordt via aquaporines getransporteerd


Slide 13 - Tekstslide

Transport door membranen
3 manieren waarop moleculen de cel in of uit kunnen gaan
  • Diffusie 
         - klein of vetachtige                 
  • Osmose 
         - water

  • Via transporteiwitten 
         - grotere moleculen

Slide 14 - Tekstslide

                  Diffussie                     
Verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge 
concentratie naar een plaats met een lage concentratie van die stof

Slide 15 - Tekstslide

Transport door membranen
Diffusie
  • Moleculen bewegen vrij.
  • Altijd van hoge naar een lage concentratie.
  • Kost geen extra energie (ATP)

Slide 16 - Tekstslide

Diffusiesnelheid afhankelijk van...

  • Diffusieoppervlak 
  • Diffusieafstand 
  • Concentratie- of drukverschil 
  • Temperatuur
  • Medium (welke stof)

Slide 17 - Tekstslide

Osmose
Diffusie van water door een semi-permeabel membraan

Slide 18 - Tekstslide

Osmotische waarde
  • gaat alleen om de concentratie opgeloste stoffen. 
  • zetmeel lost niet op
         geen invloed op de osmotische waarde
  • NaCl splitst in water in Na+ en Cl-
         hierdoor wordt de osmotische waarde 2x zo hoog
Dus 2% glucose-oplossing heeft een lagere osmotische waarde dan 2% NaCl-oplossing.

Slide 19 - Tekstslide

Osmose
  • verplaasten van water moleculen door membraan via aqua-poriën.
  • osmotische waarde = concentratie opgeloste stoffen.
  • altijd van lage osmotische waarde naar hoge osmotische waarde.
  • Kost geen extra energie (ATP)

Slide 20 - Tekstslide

 Dus osmose is...
De (netto) verplaatsing van water door een semi-permeabel membraan van een plaats met een lage osmotische waarde naar een plek met een hoge osmotische waarde


Slide 21 - Tekstslide

Maak opdracht 43 t/m 47

Slide 22 - Tekstslide

Transport door membranen
Osmose dierlijke cel
Tip voor toets
Maak een tekeningetje met pijlen. Dat maakt de opgave vaak een stuk duidelijker.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Plantaardige cel: celwand
Planten, schimmels en bacteriën hebben een celwand.
Een celwand is permeabel = alle stoffen kunnen er makkelijk doorheen.


Slide 25 - Tekstslide

Osmose plantaardige cel
de begrippen hyper- en hypotoon zijn altijd relatief; dus ten opzichte van....

Let daarom altijd goed op of de cel hypotoon of juist de omgeving hypotoon is. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Samengevat

Slide 28 - Tekstslide

Leerdoel 1.5.3

  • Je kunt beschrijven hoe transport van stoffen via (cel-)membranen plaatsvindt

Slide 29 - Tekstslide

Membraaneiwitten
  • Eiwitten in membraan zorgen voor transport van 
     grotere / geladen moleculen.
  • Transport kan alle kanten op:
            - van hoge naar lage concentratie: passief  (kost geen energie)
            - van lage naar hoge concentratie: actief (kost wel energie)
Tip voor toets
Maak een tekeningetje met pijlen. 
Dat maakt de opgave vaak een stuk duidelijker.

Slide 30 - Tekstslide

Transporteiwitten
  • Sommige stoffen gaan door de fosfolipiden van een hoge naar een lage concentratie (O2 en CO2)
  • Sommige gaan door transportkanaaltjes, zoals aquaporines
  • Bepaalde ionen (Na+, K+ en Ca2+) hebben andere transportkanaaltjes
  • Sommige kanaaltjes staan altijd open
  • Sommige kanaaltjes kunnen open of gesloten worden

Slide 31 - Tekstslide

Transporteiwitten
Passief transport  - kost geen energie  
1: diffusie  (CO2, O2 bij een concentratieverschil gewoon door membraan van hoog naar lage concentratie)
2: gefaciliteerd transport  = diffusie door speciale transportkanaaltjes
 (glucose, ionen Na+ / K+, water -> osmose)

Actief transport  - kost energie, want gaat tegen de concentratieverval in
(ionen en grote moleculen via transportenzymen)



Slide 32 - Tekstslide

Andere transporteiwitten

  • Wanneer glucose bindt, verandert de vorm van het eiwit 
  • Passief transport
  • Elk transporteiwit kan maar één soort molecuul transporteren

Slide 33 - Tekstslide

Actief transport
De opgeloste stof bindt met het transporteiwit
ATP wordt omgezet in ADP en P, de vrijgekomen fosfaatgroep bindt met het transporteiwit
Het eiwit verandert van vorm, de opgeloste stof verlaat aan de andere kant van het membraan het transporteiwit
De fosfaatgroep laat los van het eiwit

Slide 34 - Tekstslide

Samenvattend

Slide 35 - Tekstslide

Osmose en zalm

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Link

Maak nu opdracht 48 t/m 55

  • Oefen de Flitskaarten en Test Jezelf van B5

Klaar?
  • Neem de Context leefwereld 'Een zalm heeft het niet makkelijk' door en 
maak de opdrachten 56

Slide 38 - Tekstslide

Lesafsluiter B5

1.5.1 Je kunt de concentratie van een oplossing berekenen.


1.5.2 Je kunt uitleggen wat diffusie en osmose is en toelichten welke rol osmose speelt bij de stevigheid van planten.

1.5.3 Je kunt beschrijven hoe transport van stoffen via (cel)membranen plaatsvindt.

Slide 39 - Tekstslide

Extra oefenopgaven...

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Link

Osmose en context

Slide 42 - Tekstslide

Osmose en context
  • De omgeving heeft door het zout een veel hogere osmotische gekregen, waardoor er water uit de cellen van de slak verplaatst zal worden. Hierdoor sterven de cellen van de slak.
  • Osmose

Slide 43 - Tekstslide

Water moleculen (blauw) bewegen naar links door:
A
diffusie, actief transport
B
diffusie, passief transport
C
osmose, actief transport
D
osmose, passief transport

Slide 44 - Quizvraag

Lastig?
Neem de animatie op de volgende 
bladzijde ook nog eens door

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Link

Extra video over...
  • Celmembraan
  • Diffusie
  • Osmose

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video

Slide 49 - Video

Slide 50 - Video