1. Je zoekt telkens eerst de stam (ww zonder -en).
2. Dan voeg je de uitgang voor de verleden tijd toe (te, test, te, ten, tet, ten).
3. Vervolgens moet je bij een aantal modale werkwoorden de stamklinker veranderen
LET OP: In de verleden tijd van modale werkwoorden krijg je NOOIT een Umlaut!!!