In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Heute
Besprechen Hausaufgaben
Schreibfertigkeit: wie scheibt man eine informelle E-Mail?
Üben mit schreiben
Gibt es Fragen?
Slide 2 - Tekstslide
Lernziele
Am Ende dieser Stunde(n):
- Weet je hoe het ook alweer zat met de informele brief
- Heb je geoefend met schrijven
Slide 3 - Tekstslide
Waarom leren we dit?
Omdat schrijven één van de vier vaardigheden is die je moet beheersen als je Duits leert;
Misschien wil je wel skiën in Oostenrijk of Zwitserland en wil je daarom een appartement huren in Duitsland en heb je vragen? Die kun je dan mooi in het Duits mailen!
omdat de kans groot is dat je in je latere, werkzame, leven gaat werken in een bedrijf dat handelt/samenwerkt met een Duits bedrijf.....
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is een informele brief/mail?
informeel betekent: niet zakelijk, niet officieel.
het gaat dus om een brief/mail die je schrijft aan iemand die je kent, iemand van je eigen leeftijd
(niet aan een bedrijf of instantie)
Slide 6 - Tekstslide
Plaats en datum
Amsterdam,den 25.November 2023
Let op: Achter het getal (in dit geval de 25e) komt altijd een punt!
Let op: De maand is met een hoofdletter!!
Slide 7 - Tekstslide
Aanhef
Na de aanhef schrijf je altijd een komma!
Aan een man:
Lieber..... (voornaam),
Aan een vrouw:
Liebe........(voornaam),
Slide 8 - Tekstslide
Schrijf de maanden februari, maart en april in het Duits
Slide 9 - Open vraag
Schrijf een goede aanhef voor een e-mail aan Lea in het Duits.
Slide 10 - Open vraag
Inleiding
Na de komma van de aanhef begint de brief op een nieuwe regel met een KLEINE letter (tenzij het een zelfstandig naamwoord betreft)
voorbeeld;
Liebe Karin,
wie geht es dir? Mir geht es gut!
Slide 11 - Tekstslide
Inleiding
''vielen Dank für deinen Brief” (Hartelijk dank voor jouw brief)
“ich habe mich gefreut, wieder von dir zu hören” (Ik vond het erg leuk van jou te horen)
''wie geht's dir?'' (Hoe gaat het met jou?)
''ich hoffe es geht dir gut.'' (Ik hoop dat het goed met je gaat.
Let op! De eerste zin van je inleiding begin je met een kleine letter!
Slide 12 - Tekstslide
Vertaal: Hoe gaat het met jou? Met mij gaat het goed.
Slide 13 - Open vraag
Inhoud
Zinnen beginnen met een HOOFDLETTER.
Zinnen eindigen met een ., ? of !
Alle zelfstandige naamwoorden, eigen namen en plaatsnamen schrijf je met een HOOFDLETTER.
Sla een regel over als je over een ander onderwerp gaat schrijven.
vóór weil, denn, ob, dass moet je een komma schrijven!
Slide 14 - Tekstslide
Afsluiting
In de slotalinea kun je aangeven dat je graag een antwoord terug krijgt
bijvoorbeeld:
“Ich freue mich, bald von dir zu hören” (Ik hoop snel van jou te horen)
“Bitte schreib mir bald zurück. (Schrijf me snel terug)
Slide 15 - Tekstslide
Slotgroet
Als afsluiting van de brief schrijf je een groet, gevolgd door jouw naam.
“Tschüss!” (=doei),
“Mach’s gut!” (=het ga je goed),
“Viele Grüße” of "Liebe Grüße" (=groetjes),
“Alles Gute!” (=het ga je goed).
Na de groet komt GEEN KOMMA!!
Slide 16 - Tekstslide
Eerste zin van de brief:
A
Wie geht es dir?
B
Mir geht es gut.
C
vielen Dank für deinen Brief.
D
Ich möchte etwas .....
Slide 17 - Quizvraag
Bedankt voor je brief.
A
Viel Dank für deinen Brief.
B
Vielen dank für deine Karte.
C
Vielen dank für deinen brief.
D
Vielen Dank für deinen Brief.
Slide 18 - Quizvraag
Welke afsluiting van een persoonlijke brief is goed?
A
Tschüs.
B
Bis bald!
C
Liebe Grüße
Slide 19 - Quizvraag
Hoe eindigt een brief?
A
Tschüs,/Grüße,
tussenruimte - Naam
B
Tschüs/Grüße
tussenruimte - Naam
C
Tschüs./Grüße.
tussenruimte - Naam
D
Tschüs/Grüße
Slide 20 - Quizvraag
Je sluit je een persoonlijke brief af met je voor- en achternaam.
A
goed
B
fout
C
weet niet
Slide 21 - Quizvraag
Aanhef brief aan een meisje
A
lieber
B
liebe
Slide 22 - Quizvraag
Hoe begint een brief?
A
Liebe Carla,
B
Liebe Carla.
C
Liebe Carla
D
liebe carla,
Slide 23 - Quizvraag
Waarop moet je bij de eerste zin van een brief letten?
A
komma
B
hoofdletter
C
geen van beide
Slide 24 - Quizvraag
Je begint je brief met de plaats en datum.
A
goed
B
fout
C
weet niet
Slide 25 - Quizvraag
De datum bij een brief noteer je zo:
A
18 November, Winterswijk
B
Winterswijk, den 18. November 2023
C
Winterswijk, 18.11.2023
D
Winterswijk, den 18.11.21
Slide 26 - Quizvraag
Aanhef brief aan een jongen:
A
lieber
B
liebe
Slide 27 - Quizvraag
Aanhef brief aan een meisje
A
lieber
B
liebe
Slide 28 - Quizvraag
En nu....
- Controleer de gemaakte opdracht van elkaar (tips/tops)