K2 - Woorden - H5 - les 1 herhalen

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

op tafel: IPad + leesboek
  • stillezen (5 min.)
  • Lessonup: herhalen theorie: ( 10 min.)
  • Overhoring woorden H5: Blooket (10 min.)
  • online methode: Test Jezelf ( 15 min.)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Woorden
 - les 5.5

Slide 6 - Tekstslide

Doel van vorige de les
  • Je leert de betekenis van verschillende woorden.
  • Je leert hoe je van een werkwoord een zelfstandig naamwoord maakt.
  • Spreekwoorden en uitdrukkingen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Maak een zelfstandig naamwoord van:

presteren (+ lidwoord)

Slide 10 - Open vraag

Maak een zelfstandig naamwoord van:

verkoelen (+ lidwoord)

Slide 11 - Open vraag

 3. Zet er een lidwoord voor.
fietsen - de fiets
helpen - de hulp
vinden - de vondst

Slide 12 - Tekstslide

Maak een zelfstandig naamwoord van het werkwoord: spelen

Slide 13 - Open vraag

Maak een zelfstandig naamwoord van het werkwoord: willen

Slide 14 - Open vraag

Maak een zelfstandig naamwoord van:

zagen (+ lidwoord)

Slide 15 - Open vraag

Na regen komt ____________

Spreekwoorden

A
sneeuw
B
hagel
C
zonneschijn
D
de zon

Slide 16 - Quizvraag

Welk spreekwoord zie je hier?
A
Onder de grond kijken.
B
Je kop in het zand steken.
C
Zand happen.
D
Het hoofd koel houden.

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent de uitdrukking:

'Een oogje op iemand hebben'?
A
Als je heel erg verliefd bent op iemand, dan zie je alleen de leuke dingen van die persoon. En niet de slechte of minder leuke dingen.
B
Als je een relatie wilt met iemand en je vraagt dit aan die persoon, maar de andere persoon wil dit niet
C
Als je lekker eten voor een man maakt, wordt hij sneller verliefd op jou.
D
Iemand heel erg leuk vinden, verliefd zijn op iemand.

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent dit spreekwoord?
A
Je kan goed blaffen.
B
je laat je boterham met kaas niet afpakken
C
Je kunt goed voor jezelf opkomen.
D
Je houdt van kaas.

Slide 19 - Quizvraag

Welk spreekwoord zie je hier?
A
De kat in de boom kijken.
B
De kat uit de boom kijken.
C
De kat bekijken.
D
Laat de kat maar in de boom zitten.

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent dit spreekwoord?
A
Dat je liever niets doet, dan meedoet.
B
Dat je heel boos kunt kijken.
C
Dat je liever eerst even kijkt hoe alles gaat, voordat je meedoet.
D
Dat 'the force' met jou is.

Slide 21 - Quizvraag

Overhoring Woorden H5

Slide 22 - Tekstslide

Doel van deze les
Oefenen woorden en jezelf testen.

Slide 23 - Tekstslide

Maken: Test Jezelf A + B van Hoofdstuk 4 en 5
timer
10:00
Klaar?

  • Stillezen
  • Woordentrainer h5

Slide 24 - Tekstslide

Wie A zegt, moet ook B zeggen.
Jij hebt ook echt een gat in je hand!
uitdrukking
spreekwoord
Als je ergens aan begonnen bent, dan moet je dat ook afmaken.
Niet met geld om kunnen gaan.

Slide 25 - Sleepvraag

Afsluiting
  • Huiswerk: maken Test Jezelf
  • Huiswerk: leren woorden H4 + H5 
  • Volgende les: Toets KB2neE Woorden 4+5

Slide 26 - Tekstslide