Deze grafiek ging rond op internet met het bijschrift ‘Nederlanders kijken neer
op de rest van de wereld’. Als je naar het plaatje kijkt, lijkt dat wel te kloppen.
De Nederlander torent boven de Amerikaan en de Engelsman uit. En de mannen
uit India en de Filipijnen lijken wel dwergen. Maar klopt deze grafiek eigenlijk wel?
Bekijk deze grafiek goed, er komen straks wat vragen over
Slide 4 - Tekstslide
De langste man is 2 meter 51. Zou jij zo lang willen zijn?
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quizvraag
Leg uit waarom je wel of niet zo lang zou willen zijn.
Slide 6 - Open vraag
Bekijk grafiek 1. In deze grafiek geven poppetjes de gemiddelde lengtes weer. Wat voor soort grafiek is dit eigenlijk?
A
staafgrafiek
B
lijngrafiek
C
cirkelgrafiek
Slide 7 - Quizvraag
Het Nederlandse poppetje is twee koppen groter dan het Amerikaanse poppetje. Wat zie je nog meer, als je naar de lengte van de poppetjes in de grafiek kijkt? Welke uitspraak klopt?
A
Het Nederlandse poppetje is meer dan drie keer zo groot als het Filipijnse poppetje.
B
Het Canadese poppetje is groter dan het poppetje uit het Verenigd Koninkrijk.
C
Het been van het Nederlandse poppetje is bijna net zo lang als het Filipijnse poppetje.
D
Het Filipijnse en Indiase poppetje zijn samen net zo lang als het poppetje van de Verenigde Staten.
Slide 8 - Quizvraag
Lees uit grafiek 1 de gemiddelde lengtes af van mannen uit de verschillende landen. De Nederlandse man is gemiddeld 1,84. Hoe lang is de gemiddelde man uit de Verenigde staten
A
1,70
B
1,73
C
1,75
D
1,76
Slide 9 - Quizvraag
Lees uit grafiek 1 de gemiddelde lengtes af van mannen uit de verschillende landen. De Nederlandse man is gemiddeld 1,84. Hoe lang is de gemiddelde man uit Canada en het Verenigd koninkrijk?
A
1,70
B
1,73
C
1,75
D
1,76
Slide 10 - Quizvraag
Lees uit grafiek 1 de gemiddelde lengtes af van mannen uit de verschillende landen. De Nederlandse man is gemiddeld 1,84. Hoe lang is de gemiddelde man uit India
A
1,60
B
1,62
C
1,64
D
1,65
Slide 11 - Quizvraag
Lees uit grafiek 1 de gemiddelde lengtes af van mannen uit de verschillende landen. De Nederlandse man is gemiddeld 1,84. Hoe lang is de gemiddelde man uit de Filipijnen?
A
1,60
B
1,62
C
1,64
D
1,65
Slide 12 - Quizvraag
Hoe groot is het lengteverschil tussen de gemiddelde Nederlandse man en de gemiddelde Filipijnse man?
Slide 13 - Open vraag
Stel dat een Nederlandse man en Filipijnse man van gemiddelde lengte naast elkaar zouden staan. Hoeveel groter is de Nederlandse man dan?
A
ongeveer een halve kop groter
B
ongeveer een kop groter
C
ongeveer 2 koppen groter
D
ongeveer 3 koppen groter
Slide 14 - Quizvraag
Hoe komt het dat het verschil tussen de mannetjes in de grafiek zoveel groter lijkt?
Slide 15 - Open vraag
Het Cito doet eens in de 5 à 6 jaar onderzoek naar het leesplezier van kinderen op de basisschool. Hieronder zie je drie grafieken, gemaakt met dezelfde cijfers van het Cito-onderzoek.
Slide 16 - Tekstslide
De volgende vragen gaan over het onderzoek van Cito. Beantwoord ze met ja of nee. Tussen 1994 en 2005 daalde het percentage leerlingen dat lezen leuk vindt.
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quizvraag
In 2011 is het percentage leerlingen dat lezen leuk vindt hoger dan in 1999.
A
ja
B
nee
Slide 18 - Quizvraag
Tussen 2005 en 2011 stijgt het percentage leerlingen dat lezen leuk vindt.
A
ja
B
nee
Slide 19 - Quizvraag
Tussen 1994 en 2005 daalt het percentage leerlingen dat lezen leuk vindt. In welke grafiek zie je dat het sterkst?
A
grafiek 2a
B
grafiek 2b
C
grafiek 2c
Slide 20 - Quizvraag
Hoe komt het dat je het in die grafiek het beste ziet?
Slide 21 - Open vraag
Iemand maakt een grafiek van het leesonderzoek waarin je alleen de cijfers van 2005 en 2011 ziet:
Slide 22 - Tekstslide
Waarom geeft deze grafiek een ander beeld dan de vorige grafieken?
Slide 23 - Open vraag
Vind je dit een eerlijke grafiek?
A
ja
B
nee
Slide 24 - Quizvraag
waarom vind je dit?
Slide 25 - Open vraag
Stel je voor: je bent minister van Onderwijs en je vindt lezen erg belangrijk. Je wilt laten zien dat kinderen in Nederland weer meer plezier in lezen krijgen.
A
2b
B
3
Slide 26 - Quizvraag
Waarom kies je voor deze grafiek?
Slide 27 - Open vraag
wat heb je geleerd van deze les?
Slide 28 - Open vraag
Ik geef deze les het volgende cijfer (van 1 tot 10)