H4.3Serie en parallel deel 2

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welk symbolen zijn hier weergegeven?
A
Dynamo, schakelaar en een lamp
B
Batterij, schakelaar en een lamp
C
Batterij, drukknopje en een lamp
D
Batterij, schakelaar en een motor

Slide 2 - Quizvraag

Als de schakelaar gesloten wordt is er sprake van.......
A
een verbroken stroomkring
B
een lamp die uit gaat
C
een gesloten stroomkring
D
een lamp die geen licht geeft

Slide 3 - Quizvraag

3

Slide 4 - Video

00:34
Vanaf nu staat er spanning op.
dus geen stroom!

Slide 5 - Tekstslide

00:44
Leg uit hoe een gesloten stroomkring ontstaat wanneer je het schrikdraad vastpakt.

Slide 6 - Open vraag

01:03
Waarom krijgt hij geen schok?

Slide 7 - Open vraag

Leerdoelen
  • ik weet wat een parallelschakeling is 
  • ik kan met behulp van elektrische symbolen een serie of parallel schakeling tekenen. 

Slide 8 - Tekstslide

Schakelingen
  • Een schakeling zijn alle onderdelen die met elkaar verbonden zijn. 

  • 2 soorten schakelingen 

  • Serieschakeling: Alle onderdelen zitten in 1 stroomkring

  • Parallelschakeling: er is meer dan 1 stroomkring. Onderdelen zitten verdeeld in meerde stroomkringen. 

Slide 9 - Tekstslide

Parallelschakeling
  •  Meerdere stroomkringen. 

  • onderdelen zijn rechtstreeks verbonden met spanningsbron.

  • is 1 onderdeel stuk, dan blijft de andere werken omdat die zijn eigen stroomkring heeft. 

Slide 10 - Tekstslide

De parallelschakeling

Slide 11 - Tekstslide

Kenmerken parallelschakeling
De spanning is overal gelijk.
De stroom splitst zich op.
Als eén apparaat stuk is blijft de ander werken.
Toepassing: lampen in het lokaal, stopcontacten.

Slide 12 - Tekstslide

stappenplan:
  1.  Begin altijd bij de batterij/ spanningsbron
  2. volg de stroomdraden en werk van de + van de batterij/spanningsbron naar de - van de batterij/spanningsbron
  3. gebruik het juiste symbool voor de onderdelen die je tegenkomt.

Slide 13 - Tekstslide

Stroomkringen maken in PHET
Ga naar PHET
Bouw de schakeling na met 3 schakelaars
Kijk wat er met de lampjes gebeurt als je Schakelaar 1 open zet
En wat als je S2 openzet en daarna S3.
schakelaar 1
schakelaar 2
schakelaar 3
L 1
L2

Slide 14 - Tekstslide

Als S1 en S3 gesloten zijn, brand lampje
A
alleen bovenste
B
alleen onderste
C
beide lampjes
D
geen lampje

Slide 15 - Quizvraag

Als S2 en S3 gesloten zijn en S1 open, brand lampje
A
alleen bovenste
B
alleen onderste
C
beide lampjes
D
geen lampje

Slide 16 - Quizvraag

Stroom en spanning meten in PHET
Je gaat nu de spanning en stroom meten bij de lampjes 1 en 2.
Rechts in het kade van PHET zie je een spanningsmeter en een stroommeter. sleep deze naar je stroomkring en meet de waarden bij de lampjes en de batterij.
Antwoorden vul je in op de volgende dia.

Slide 17 - Tekstslide

L1 staat op een spanning van ....... en de stroom is ........
A
9 V en 0,9 A
B
0 v en 0 A
C
0,9 V en 9 A
D
geen van deze antwoorden

Slide 18 - Quizvraag

De batterij heeft een spanning van ....... en de stroom is ........
A
9 V en 0,9 A
B
9 V en 1,8 A
C
1,8 V en 9 A
D
geen van deze antwoorden

Slide 19 - Quizvraag

vul de zinnen aan:
Als je in een serieschakeling één lampje loslaat dan ........................................

Als je in een parallelschakeling één lampje losdraait, dan .........................................

De schakeling hiernaast is een ......................
gaan alle lampjes uit 
gaat alleen het losgedraaide lampje uit 
blijven alle lampjes branden 
serieschakeling 
Parallelschakeling

Slide 20 - Sleepvraag