Herhaling schrijven

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling vorige week

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerken zakelijke brief:
A
formeel taalgebruik
B
informeel taalgebruik

Slide 3 - Quizvraag

In de inleiding van de sollicitatiebrief staat:
A
Welke werkervaring je hebt.
B
Wat je leuk vindt aan de baan.
C
Waarom je de brief schrijft.
D
Waarom je geschikt bent voor de baan.

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting CV voor een sollicitatie
A
Curriculum Vitae
B
Colom Vitrage
C
Currilucum Vites
D
Centrale Verwarming

Slide 5 - Quizvraag

Zakelijke brief

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een goede zin voor in een inleiding voor een sollicitatiebrief bij een sportschool?
A
Naar aanleiding van de vacature personal trainer, schrijf ik u deze motivatiebrief.
B
Ik ben geïnteresseerd in de baan personal trainer bij jullie.
C
Ik schrijf deze brief omdat ik graag bij jullie wil werken.
D
Ik ben Hilde Bloemheuvel, ik ben 43 jaar en woon in Zwolle.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is juist in de afsluiting?
A
Met vriendelijke groet, Hilde Bloemheuvel
B
Met vriendelijke groet Hilde Bloemheuvel
C
met vriendelijke groet, Hilde Bloemheuvel
D
met vriendelijke groet Hilde Bloemheuvel

Slide 8 - Quizvraag

Je spreekt iemand in een zakelijke brief aan met:
A
Beste meneer/ mevrouw,
B
Geachte heer/ mevrouw,
C
Goedemorgen,
D
Hallo,

Slide 9 - Quizvraag

Zakelijke brief

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een zakelijke brief? (twee antwoorden)
A
Sollicitatiebrief
B
Uitnodiging
C
Brief aan een vakantievriend
D
Klachtenbrief

Slide 11 - Quizvraag

Een passende afsluiting van een zakelijke brief is....
A
Met vriendelijke groet,
B
Groet,
C
Mvg,
D
Groetjes

Slide 12 - Quizvraag

Wat is van toepassing op een zakelijke brief?
A
informele taal
B
formele taal
C
persoonlijke taal
D
je- vorm

Slide 13 - Quizvraag

Wat schrijf je als eerste in een zakelijke brief?
A
Geachte heer/mevrouw,
B
Je eigen adres
C
Het adres van de persoon naar wie je de brief stuurt
D
Plaats, datum

Slide 14 - Quizvraag

Hoe maak je een brief overzichtelijk?
A
Door de alinea's te verdelen d.m.v. gebruik van witregels
B
Door een groot lettertype te gebruiken
C
Door duidelijk het schrijfdoel te formuleren.
D
Door gebruik te maken van formeel taalgebruik.

Slide 15 - Quizvraag

Een sollicitatiebrief is geen zakelijke brief
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Welk antwoord is juist?
A
Zwolle, 22 Juni 2021
B
Zwolle 22 juni 2021
C
zwolle, 22 juni 2021
D
Zwolle, 22 juni 2021

Slide 17 - Quizvraag

Wat is niet goed?
(schrijffout)
A
Ik kom graag op tijd op me gesprek.
B
Ik ben sociaal, enthousiast en leergierig.
C
Ik hoop op een spoedige reactie.
D
Graag licht ik mijn brief toe in een persoonlijk gesprek.

Slide 18 - Quizvraag

Wat zet je in de aanhef van een zakelijke brief?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Video

Wat is niet juist?
A
treinkaartje
B
stageplek
C
stage begeleider
D
rodewijnglas

Slide 21 - Quizvraag

Wat is juist?
A
stage coördinator
B
werk plek
C
klachten brief
D
examenopdracht

Slide 22 - Quizvraag

Wat is niet juist?
A
voetbaltrainer
B
hondenmandje
C
automonteur
D
kast deurtje

Slide 23 - Quizvraag

Maak 3 samengestelde woorden (die niet net genoemd zijn)

Slide 24 - Open vraag

Wat kun je beter niet noemen als leerpunt bij een sollicitatiebrief?
A
Ik ben vaak te laat.
B
Ik ben in het begin een beetje verlegen.
C
Ik heb nog moeite met plannen.
D
Ik vind lastig om mensen aan te sturen.

Slide 25 - Quizvraag

Wat is burgerlijke staat?
A
bsn-nummer
B
gehuwd of ongehuwd
C
of je man of vrouw bent
D
je geboorteplaats

Slide 26 - Quizvraag

Wat gaan jullie nu doen?
  • Een korte schrijfopdracht voor het examen.
  • De opdracht staat in Teams
  • Let op de indeling.
  • Controleer op taalfouten
  • Probeer voegwoorden te gebruiken.

Slide 27 - Tekstslide

Afsluiting les
  • Wat heb je vandaag geleerd voor het examen schrijven? 
  • Zijn er nog vragen?

Slide 28 - Tekstslide