Week 1 Onderzoeksproject

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Onderzoeksproject

Jouw onderzoek

Onderwerp kiezen:

* Over welk onderwerp wil je meer weten?

* Hoe past dat onderwerp bij je stage?

* Denk hier over na en overleg op je stageadres.

* Het onderwerp is in week 3 definitief.

Eindproducten onderzoek

Interviewvragen

Verslag 

Ingesproken PowerPoint

Onderzoeksproject opzetten

1. Kies een onderwerp en leg  je keuze uit.
2. Zoek informatie in de literatuur en vergelijk die met de praktijk. Zie je de theorie terug in de praktijk? Wat wel en wat niet?
3. Houd een bronnenlijst bij (APA)

Bronnen 

1. Ga naar Taal Integraal - 3F Lezen & luisteren 
   
2. Kies Bronnen zoeken en beoordelen
3. Kies Theorie en verwerkingsopdrachten
4. Bestudeer de theorie

Een onderzoeksverslag

• Schrijf  naar aanleiding van een onderzoek dat je hebt uitgevoerd (+ reden)
• Het is een zakelijke tekst, dus met inleiding, middenstuk en slot, alinea's.
• Beschrijf wat is opgevallen (goed en ook slecht).
• Zoek en verwerk informatie uit literatuur over je onderwerp.
• Houd bij welke bronnen je geraadpleegd hebt.
• Geef advies (wat kan er beter; verbeterpunten).
• Onderbouw je advies met argumenten.
• Je schrijft een aanbeveling over het uitvoeren van het advies 

 

INDELING ONDERZOEKSVERSLAG

Titel

Inleiding

stel jezelf voor

wat voor onderzoek heb je uitgevoerd

waarom heb je het onderzoek uitgevoerd

Middenstuk

leg uit wat de resultaten zijn uit je onderzoek; leg uit wat het meeste opvalt (goed en slecht) 

Slot

• geef een advies op de verbeterpunten (aanbeveling)
• noem hierbij argumenten
• vertel erbij dat je wilt helpen bij het verbeteren 

Mogelijke opzet 

- Het middenstuk deel je op in samenhangende hoofdstukken. 

- Hoofdstuk 1: resultaten (van het ondz)

- Hoofdstuk 2: opvallend (in het ondz)

- Het slot zet je weg in hoofdstuk 3: 'advies'.  

OVEREENKOMST MET ARTIKEL

STRUCTUUR

Informatieve teksten kan je volgens verschillende tekststructuren opbouwen.

Drie geschikte structuren voor een informatieve tekst zijn:

1.  vraag-antwoordstructuur: je stelt een vraag en geeft antwoorden
2.  aspectenstructuur: je bespreekt verschillende kanten van het onderwerp
   
3.  probleem-oplossingsstructuur: je signaleert een probleem en gaat in op de  gevolgen, oorzaken en oplossingen van dit probleem

Lange tekst? Maak gebruik van een schrijfplan! Dan ga je niet van hot naar her.

OPBOUW STRUCTUUR

Vraag - antwoordstructuur → Inleiding: een vraag

Kern: antwoorden op deze vraag

Slot: samenvatting of conclusie van de antwoorden

Aspectenstructuur → Inleiding: onderwerp

Kern: verschillende kanten van het onderwerp aankaarten

Slot: conclusie of samenvatting van jouw bevindingen

Probleem - oplossingsstructuur  → Inleiding: probleem

Kern: oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen

Slot: de beste oplossing is ..., omdat ...

SIGNAALWOORDEN

Gebruik signaalwoorden om samenhang te creëren. Je geeft daardoor een duidelijke structuur aan in jouw tekst. 

Voorbeelden die je kunt gebruiken: 

- opsomming: ten eerste, ten tweede, ook, verder, daarnaast, bovendien

- tijd: eerst, toen, daarna, vervolgens, ten slotte, voordat, nadat

- toelichting: bijvoorbeeld, zoals

- voorwaarde: als, wanneer, tenzij, mits

- vergelijking: als, zoals, even ... als, ... dan

Succes...

...met het zoeken naar een onderwerp en met het bedenken van deelvragen daarbij.