In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Stoffen QUIZ
Blauw is multiple choice
De rest zijn open vragen
Slide 1 - Tekstslide
Paragraaf 1
Slide 2 - Tekstslide
Noem 3 voorbeelden van stofeigenschappen
Geur
Kleur
Smaak
Brandbaarheid
Geleidbaarheid
Dichtheid
Slide 3 - Tekstslide
Noem 2 manieren hoe een stof gevaarlijk zijn?
(voorbeeld: Als je de stof in slikt)
Als het op je huid komt
Als je het inademt
Als je het op je kleren krijgt
Als er vuur bij de stof komt
Als je de stof mengt met een andere stof
Slide 4 - Tekstslide
Wat betekent dit teken?
A
Ontvlambaar
B
Giftig
C
Slecht voor het milieu
D
Schadelijk
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent dit teken?
A
Ontvlambaar
B
Giftig
C
Slecht voor het milieu
D
Schadelijk
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent dit teken?
A
Ontvlambaar
B
Giftig
C
Slecht voor het milieu
D
Schadelijk
Slide 7 - Quizvraag
Paragraaf 2
Slide 8 - Tekstslide
Een mengsel bestaat uit meerdere stoffen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Noem 2 voorbeelden van zuivere stoffen
Water
Ijzer
Zout
Suiker
etc.
Slide 10 - Tekstslide
Hoe kun je het verschil zien tussen een oplossing en een suspensie?
Oplossingen zijn helder (je kunt er doorheen kijken) suspensies niet.
Slide 11 - Tekstslide
Hoe noem je ? bij onderstaande afbeelding?
Residu
Slide 12 - Tekstslide
Paragraaf 3
Slide 13 - Tekstslide
Hoeveel gram is 0,2 kilogram?
0,2 x 1000 = 200 gram
Slide 14 - Tekstslide
Hoeveel kilogram is 30 gram?
30 : 1000 = 0,03 gram
Slide 15 - Tekstslide
Welk apparaat kun je gebruiken om de massa te meten?
Weegschaal
Balans
Slide 16 - Tekstslide
Op welke manier kun je het volume van een blokje meten?
Volume = lengte x breedte x hoogte
Slide 17 - Tekstslide
Wat is het volume van dit blokje?
Volume = lengte x breedte x hoogte
Volume = 4,0 x 3,0 x 2,0
Volume = 24 cm3
Slide 18 - Tekstslide
Hoe noem je de methode die wordt gebruikt om het volume van onregelmatige voorwerpen te meten?
De onderdompelmethode
Slide 19 - Tekstslide
Wat is het volume van de steen?
Beginstand = 31
Eindstand = 48
Volume = eindstand - beginstand
Volume = 48-31
Volume = 17 mL
Slide 20 - Tekstslide
Paragraaf 4
Slide 21 - Tekstslide
De dichtheid van een stof kan veranderen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
We hebben een blokje van 2 cm lang 3 cm hoog en 4 cm breedt. De massa van het blokje is 216 gram. Wat is de dichtheid van het blokje? Van welk materiaal is het gemaakt?
Slide 23 - Tekstslide
We hebben een blokje van 2 cm lang 3 cm hoog en 4 cm breedt. De massa van het blokje is 216 gram. Wat is de dichtheid van het blokje? Van welk materiaal is het gemaakt?
Slide 24 - Tekstslide
Er wordt een beetje alcohol op water gedaan. Zal het alchol drijven, zweven of zinken? Waarom?
Drijven want de dichtheid van alcohol is kleiner dan de dichtheid van water.