Indampen Basis TVR

Indampen leerdoelen 
  1. Inzicht in technologie indampen
  2. Doelen indampen kunnen benoemen
  3. Inzicht in belang van de veldcontroles

Hoe?
1 / 60
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 60 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Indampen leerdoelen 
  1. Inzicht in technologie indampen
  2. Doelen indampen kunnen benoemen
  3. Inzicht in belang van de veldcontroles

Hoe?

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al van indampen?

Slide 2 - Woordweb

Doelen indampen
  1. Vocht uit product verwijderen 
  2. Energiebesparing
  3. Capaciteit drogers verhogen
  4. Besparen transportkosten
  5. Product eigenschappen veranderen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Hoofdonderdelen

Slide 5 - Tekstslide

Toevoer product aan indamper
  • Product wordt van boven toegevoerd (warmer dan kooktemperatuur)
  • Product gaat spontaan koken (flashverdamping).
  • Product wordt via een verdeelschotel verdeeld over de plaat
  • Product gaat via kleine gaatjes naar de product buizen, maar valt op bovenkant (dicht) stoomgedeelte
  • Damp wordt afgevoerd via dampbuisjes

Slide 6 - Tekstslide

Kop indamper met verdeelschotel en damppijpjes

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg flashverdamping
(video Harry indampen)
  • Product is warmer dan de kooktemperatuur in de trap.
  • Spontane verdamping in de kop van de indamper
  • Deze flashdamp drukt het product strak tegen de buitenkant van de wand. Dit geeft goede bevloeiing en warmte-overdracht in de productbuis.
  • Volume damp is groot en gaat met hoge snelheid naar beneden en sleurt het product mee. Hierdoor een mooi snel bewegend dunlaagje (geen aanbranding)

Slide 8 - Tekstslide

Flashverdamping in de kop

Slide 9 - Tekstslide

Wat is flashverdamping?
A
het snel koken waarbij er veel damp ontstaat en de temperatuur van het product oploopt
B
langzaam indikken waarbij de temperatuur stijgt
C
Snel indikken door stoominjectie
D
het snel koken waarbij er veel damp ontstaat en de temperatuur van het product daalt

Slide 10 - Quizvraag

Temperatuur ingaand product indamper is 75 C.
Druk in dampafscheider = 0,3 Bar is 69 C.
Waar wordt de temperatuur van 69 C bereikt?
A
In de kop van de indamper?
B
Na de verdeelplaat?
C
Onderin de trap bij het verlaten van de productpijp?
D
In de dampafscheider?

Slide 11 - Quizvraag

Product gaat door product pijpen
  • Product verlaat product pijpen samen met ontstane waterdamp aan de onderkant van de indamper.
  • Product wordt afgevoerd.
  • Damp met kleine druppels product gaan naar dampafscheider

Slide 12 - Tekstslide

Onderkant indamptrap met productpijpen

Slide 13 - Tekstslide

Voldoende vloeistof in elke productpijp
  • Toevoer met berekend voldoende flow per pijp
  • Basis verdeling door verdeelschotel en verdeelplaat.
  • Waterpas staan van  de verdeelplaat en loodrecht staan van de trap
  • Geen vervuiling in verdeelplaat.
  • Hogere droge stof betekent minder vloeistof en visceuzer

Slide 14 - Tekstslide

Verstopte product gaatjes

Slide 15 - Tekstslide

Voldoende vloeistof in elke productpijp
  • Toevoer met berekend voldoende flow per pijp
  • Basis verdeling door verdeelschotel en verdeelplaat.
  • Waterpas staan van  de verdeelplaat en loodrecht staan van de trap
  • Geen vervuiling in verdeelplaat.
  • Hogere droge stof betekent minder vloeistof en visceuzer

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het gevolg als de product gaatjes verstopt zijn?

Slide 17 - Open vraag

Afvoer product
Na laatste trap wordt 
  • de afvoerflow en
  • Soortelijk gewicht (SG) gemeten (= maat voor de droge stof)
Evt. handmatige controle droge stof met Brix meter
Droge stof% te regelen met flow of met hoeveelheid stoom

Slide 18 - Tekstslide

Dampafscheider

Doel : scheiden product en waterdamp
  1. Meeste product valt recht naar beneden richting afvoerpomp
  2. Kleine druppels die met de damp mee gaan komen via de dampafscheider terug in de productstroom
 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Bouw en werking dampafscheider
Bouw: als een cycloon.
  • Tangentiele toevoer. Product wordt tegen de wand geslingerd en verliest snelheid en valt naar beneden en wordt afgevoerd naar de hoofdproductstroom
  • Damp wordt afgezogen door de volgende trap (of condensor/ thermocompressor)

Slide 21 - Tekstslide

Stoom zit aan buitenkant productpijpen
  • Stoom condenseert, condensaat afvoeren
  • Er kunnen niet condenseerbare gassen (lucht) meekomen, zeker bij hergebruik waterdamp. Niet condenseerbare gassen ook afvoeren (richting vacuümpomp) via ontluchtingsleidingen

Slide 22 - Tekstslide

Stoom aan de buitenzijde van de buizen in een trap
A
condenseert allemaal
B
condenseert gedeeltelijk, het overtollige gaat naar de volgende trap
C
condenseert gedeeltelijk en het overtollige gaat naar de condensor
D
condenseert niet, maar gaat naar de condensor

Slide 23 - Quizvraag

Condensaatafvoer
  • In elke trap, in verhitters en in condensor
  • Niveau condensaat te zien met kijkglazen (normaal halfvol).
  • Als condensaat niet afgevoerd wordt dan vollopen trap met condensaat. Te zien via kijkglazen. Oorzaken? en Gevolgen?
  • Gevolgen: Geen warmteoverdracht. Daarmee teruglopen capaciteit en droge stof%

Slide 24 - Tekstslide

Hoe kun je kwaliteit condensaat beoordelen?

Slide 25 - Woordweb

Kwaliteit condensaat
Met geleidbaarheidsmeters.
  • Wat is ongeveer geleidbaarheid condensaat?
Via kijkglazen
  • Kijkglas halvol met helder, transparant condensaat
  • Geen schuim, luchtbellen etc.

Slide 26 - Tekstslide

Ontluchtingsleidingen
  1. Functie?
  2. Wat bepaalt de plek? (onder en/of boven)
  3. Wat / welk component zit er het meeste in?
  4. Waar gaan de ontluchtingsleidingen naar toe?
  5. Hoe herken je de ontluchtingsleiding in het veld?
  6. Waarom bij opstart even de condensaatpompen aan voordat je begint met vacuüm zuigen?
  7. Hoe kom je erachter als een ontluchtingsleiding verstopt is?

Slide 27 - Tekstslide

Ontluchtingsleiding
Vaak met flens, omdat?
Komt in verzamelbuis richting condensor
Als verstopt voelen aan de leiding (Koud=?)

Slide 28 - Tekstslide

Indampen = koken van water
  • 1 kg stoom kan 1 kg water verdampen
  • 1 kg stoom condenseren geeft 1 kg = 1 liter condensaat
  • Hoeveel waterdamp ontstaat er als er 1 kg water wordt verdampt?

Slide 29 - Tekstslide

Hoeveel waterdamp ontstaat er als er 1 kg water verdampt?

Slide 30 - Woordweb

Stoomtabel
  • Geeft relatie druk en kooktemperatuur
  • Laat zien hoeveel energie stoom/water heeft
  • Laat zien welk volume 1 kg waterdamp (= 1 liter verdampt water) heeft.
  • Hoeveel liter is dat?? bij 100 C en bij 60 C?

Slide 31 - Tekstslide

Stoomtabel voor onderdrukken

Slide 32 - Tekstslide

Volume 1 kg damp halen uit stoomtabel.
  • Kijken 2e kolom bij temperatuur en daarna bij 
  • Soortelijk volume laatste kolom (1 m3 = 1000 liter)
  • 1 kg damp van 100 C heeft een volume van 1694 liter
  • 1 kg damp van 60 C heeft een volume van 7650 liter
  • 1kg damp van 46 C heeft een volume van ??
  • 14.670 liter


Slide 33 - Tekstslide

Onderdruk door
Bij opstart:  door vacuümpomp
Tijdens productie:
  1. Condensor zorgt voor vacuüm in de laatste trap
  2. Elke trap is condensor van de vorige trap
  3. Condensatie in voorverwarmers
  4. Thermocompressor
  5. Vacuümpomp (voor verwijderen van lucht (uit product en lekkages)


Slide 34 - Tekstslide

Vacuümpomp
Temperatuur en waterniveau/toevoer zijn erg belangrijk.
  • Alleen bedoeld om lucht tijdens opstart en productie te verwijderen. Niet om damp te verwijderen
Zuigt lucht aan uit de condensor
De trappen / verhitters zijn via ontluchtingsleidingen verbonden met de condensor

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Wat is de functie van de vacuümpomp tijdens opstart
A
De damp door de trappen heen zuigen
B
De stoom door de trappen heen zuigen
C
Het condensaat aanzuigen en afvoeren
D
Niet condenseerbare gassen afzuigen

Slide 37 - Quizvraag

Wat zorgt voor handhaving onderdruk tijdens productie?

Slide 38 - Woordweb

Condensor
  • Zorgt voor het condenseren van de waterdamp van de laatste trap. 
  • Dit zorgt voor  onderdruk en bepaalt daarmee de temperatuur aan de productzijde in de laatste trap
  • De temperatuur en daarmee de onderdruk wordt geregeld met de hoeveelheid koelwater.

Slide 39 - Tekstslide

Bouw condensor
  • Een groot vat waar  (via een spiraal of buizen) koelwater loopt
  • Koelwater wordt gekoeld met behulp van een koeltoren
  • Waterdamp condenseert aan de buitenkant van de buizen.
  • Hierdoor ontstaat onderdruk (= vacuüm) en condensaat.
  • Filmpje Harry fles met heet water

Slide 40 - Tekstslide

De druk in de condensor wordt normaal geregeld door de
A
vacuümpomp
B
regelklep in koelwater
C
Toevoerflow product
D
Thermocompressor

Slide 41 - Quizvraag

Aanname: temperatuur ingaand trap 1 is pasteurisatietemperatuur (75°C) en ingaand volgende trap is 65°C.
Op welke plekken is het product 65C


A
als het door de openingen onder de verdeelplaat gaat
B
Boven in de productpijpen van trap 1
C
Onder in de productpijpen van trap 1
D
Boven in de productpijpen van trap 2

Slide 42 - Quizvraag

Noem 3 nadelen van luchtlekkage in een indamper.

Slide 43 - Open vraag

Noem 3 manieren om een luchtlekkage op te sporen

Slide 44 - Open vraag

Een nadeel van een buffertank met ingedikte melk (55 C) is
A
korte verblijftijd
B
Groei van thermofielen
C
Slechte menging van loog
D
Bruinkleuring van melk

Slide 45 - Quizvraag

Noem 3 oorzaken waardoor een centrifugaalpomp een hoger toerental nodig heeft dan normaal om de flow te halen

Slide 46 - Open vraag

Korte vraagjes
  1. Waar blijft de "overtollige" stoom van trap 1?
  2. Waar condenseert de water(Brüden)damp die ontstaat in trap 1?
  3. Wat gebeurt er met de droge stof van het concentraat als de temperatuur oploopt in de condensor?
  4. Wat zijn mogelijke oorzaken van het oplopen van de temperatuur?
  5. Waarom maken we druk niet lager (kunnen we meer trappen maken)?

Slide 47 - Tekstslide

A
B
D
C
D

Slide 48 - Tekstslide

Dampafscheider
Ontluchting
Condensaatafvoer
Stoomtoevoer
A
B
C
D

Slide 49 - Sleepvraag

DSI
Directe Stoom Injectie

Slide 50 - Tekstslide

Voordelen DSI
  • Supersnel opwarmen en weer afkoelen en daarmee minimale hittebeschadiging, maar wel doden van sporen. (UHTST)
  • Geschikt voor visceuze producten
  • Geen aanbranding op buizen/platen

Slide 51 - Tekstslide

Wat is Brüdendamp?

Slide 52 - Open vraag

Damphergebruik
de ontstane damp uit het product kan hergebruikt worden als "stoom" in de volgende trap.
Eis: druk en daarmee kooktemperatuur moet lager zijn.
Extra besparing door stoom op te waarderen en gebruiken als "verse" stoom in de 1e trap

Slide 53 - Tekstslide

Doelen thermocompressor
  1. Warmtebesparing door aanzuigen en hergebruiken van waterdamp van lage druk
  2. Tevens verkrijgen we hiermee “stoom” met een lagere temperatuur (minder aanbranding)
  3. Met instelling druk thermocompressor kan het droge stof% worden geregeld (bij TVR)

Slide 54 - Tekstslide

Slide 55 - Link

Werking thermocompressor
  • Stoom met hoge druk gaat met hoge snelheid door een nauwe spleet.
  • Daardoor drukverlaging (= aanzuigen) en meesleureffect.
  • Damp (met lage druk en temperatuur) wordt aangezogen en vermengd met stoom hoge druk.
Dit damp/stoommengsel wordt gebruikt als “stoom” om water uit het product te verdampen

Slide 56 - Tekstslide

Wat is een voordeel van een thermocompressor?
A
Verhoogt de stoomtemperatuur
B
Stabielere flow
C
Energiebesparend
D
Geeft snellere condensatie

Slide 57 - Quizvraag

Waardoor komt het dat stoom
met hoge druk damp met lage
druk kan aanzuigen?

Slide 58 - Open vraag

Legionella in het water van een koeltoren
A
is met name gevaarlijk tijdens inademen
B
kan product eenvoudig besmetten
C
is met name gevaarlijk als je ervan drinkt
D
geeft extra verontreiniging in de condensor

Slide 59 - Quizvraag

Noem 3 punten die sterk de capaciteit van een koeltoren bepalen.

Slide 60 - Open vraag