Les 1.8 Tuinontwerp: online opdracht/moodboard/schets
Groen
Les 1.8; Tuinontwerp: online opdracht/
moodboard/schets
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GroenVoortgezet speciaal onderwijs
In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Groen
Les 1.8; Tuinontwerp: online opdracht/
moodboard/schets
Slide 1 - Tekstslide
Doelen
Aan het einde van deze les weet je waarom en hoe je een tuinontwerp maakt.
Praktijk: een moodboard of online een tuinontwerp maken, die voldoet aan de eisen.
Slide 2 - Tekstslide
Familie van den Broek wil na het advies weten hoeveel de aanleg van de tuin gaat kosten. Je geeft hen een
A
Factuur
B
Offerte
C
Beplantingsplan
D
Wensenlijst
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een legenda?
A
een ontwerp met symbolen
B
een ingekleurd symbool
C
de gegevens van de ontwerper
D
een verklaring van symbolen en kleuren
Slide 4 - Quizvraag
Familie van den Broek wil een afscheiding met heesters. Wat is dit?
A
Een rieten afscheiding
B
Een afscheiding met struiken
C
Een afscheiding met bomen
D
Een afscheiding met houten panelen
Slide 5 - Quizvraag
Een van de eerste keuzes is het kiezen van een soort tuin, een tuinstijl. Enkele voorbeelden van tuinstijlen zijn:
Engelse tuin
Franse tuin
Stadstuin
Dier- of kindvriendelijk
Oosterse tuin
Functionele tuin
Slide 6 - Tekstslide
Een Engelse Tuin is een land- schapstuin, een tuin zonder evenwicht en symmetrie.
Een Franse tuin staat bekend om zijn symmetrie en strakke hagen.
Slide 7 - Tekstslide
Waarom is het verstandig om een tuinstijl te kiezen?
A
Dit is beter voor de planten
B
Dit geeft je oneindige keuzemogelijkheden
C
De tuin vormt dan meer één geheel
D
Zo krijgt de tuin een hoogteverschil
Slide 8 - Quizvraag
In welk tuinontwerp is symmetrie belangrijk?
A
Stadstuin
B
Functionalistische tuin
C
Engelse tuin
D
Franse tuin
Slide 9 - Quizvraag
Tuinontwerp
Dit is een tuintekening waarop je kunt zien hoe de tuin moet worden. Alle onderdelen die in de tuin moeten komen,
staan in de tekening.
Voordat je een tuin aanlegt, maak je eerst een tuinontwerp.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Tuinontwerp op schaal
Een ontwerp maak je meestal op schaal.
Een tuin of gebouw past niet op ware grootte op papier.
Je tekent de tuin of het gebouw
kleiner na, maar wel
in de juiste verhoudingen.
Slide 12 - Tekstslide
Op schaal tekenen
Een ontwerptekening maak je nooit op ware grootte.
Je verkleint hem altijd met een bepaalde verhouding.
Bijvoorbeeld 10x kleiner
Dan is de schaal 1: 10
1 cm op papier is dan 10 cm in de werkelijke tuin.
Slide 13 - Tekstslide
Wat betekent een schaal van 1:50?
A
50 cm op de tekening is gelijk aan 1 cm in het echt
B
50 cm op de tekening is gelijk aan 10 cm in het echt
C
1 cm op de tekening is gelijk aan 5 cm in het echt
D
1 cm op de tekening is gelijk aan 50 cm in het echt.
Slide 14 - Quizvraag
Ontwerptekening
Een ontwerptekening is een plattegrond op schaal.
Om een ontwerptekening goed te kunnen gebruiken, moet je de tekening kunnen lezen. Je leest de
tekening alsof je vanuit een vliegtuig
naar beneden kijkt. Bovenaanzicht!
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Ontwerptekening
In een ontwerptekening worden er verschillende symbolen gebruikt. Zo weet iedereen die met de bouw of aanleg betrokken is (klant, hovenier, aannemer) wat die symbolen betekenen.
Slide 17 - Tekstslide
Bij een ontwerptekening hoort vaak ook een:
Beplantingsplan
Materialenlijst
Hulpmiddelenlijst
Kostenberekening
Slide 18 - Tekstslide
In het beplantingsplan staat waar, hoe en hoeveel planten er geplant moeten worden.
Slide 19 - Tekstslide
hoe noem je dit plant verband?
A
recht verband
B
verspringend verband
C
driehoeks verband
D
verspreid verband
Slide 20 - Quizvraag
In het tuinontwerp teken je vaak het eindbeeld van een boom. Waar houd je dan rekening mee?
A
Met de levensduur van de boom
B
Met het einde van de wortels
C
Met de volwassen kroondiameter
D
Met de kleur van de boom
Slide 21 - Quizvraag
Een materialenlijst is een lijst waarop alle materialen, die in een tuin nodig zijn, staan
Slide 22 - Tekstslide
Materiaal
In een tuin gebruik je verschillende soorten materiaal:
Levend materiaal: alles in de tuin dat leeft (gras, planten).
Levenloos materiaal: materiaal dat nooit geleefd heeft (steen).
Dood materiaal: materiaal dat eerst levend was, maar nu niet meer.
Slide 23 - Tekstslide
Is hout een voorbeeld van levend, levenloos of dood materiaal?
A
Levend
B
Levenloos
C
Dood
Slide 24 - Quizvraag
Hulpmiddelenlijst
Naast materialen heb je ook gereedschap nodig om bijvoorbeeld de plantvakken uit te zetten. Alle materialen die je nodig hebt, maar niet in de tuin verwerkt, komen op de hulpmiddelenlijst.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Slide 27 - Tekstslide
Wat maak je vervolgens na een tuinontwerp tekening?
A
Wensenlijstje
B
Beplantingsplan
C
Schetsontwerp
D
De rekening voor de klant
Slide 28 - Quizvraag
Terug- en vooruitblik
Nu weten we wat het stappenplan van een tuinontwerp is.
Tijdens de praktijkles gaan we een online tuinontwerp maken.
Slide 29 - Tekstslide
Eisen online tuinontwerp
Maak in ieder geval:
1 terras , 1 zwembad of vijver, 1 haag met heesters, 1 border met planten en een speelplek voor de kinderen.
https://my-garden.gardena.com/nl
Item verwijderen door selecteren en knop "delete"
Slide 30 - Tekstslide
Moodboard eisen:
A4tje met minimaal 6 afbeeldingen:
Gebruik het hele papier
1 knipsel levend materiaal
1 knipsel dood materiaal
1 knipsel levenloos materiaal
3 of meer knipsels van bomen,
planten, meubels, jacuzzi, insectenhotel,
etc
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Eisen tuinschets
In de tuinschets in ieder geval:
1 terras , 6 bomen, 1 zwembad, 2 hagen, 4 borders met planten