H1 Mavo 3 2023 E regarder 9 oktober 2023

Chapitre 1
Connecté!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chapitre 1
Connecté!

Slide 1 - Tekstslide

Planning d'aujourd'hui
* Dictée E
* Sujet et but(s)
* Parler français
* Ken je het rijmpje van de bijvoeglijk naamwoorden al?
* Nakijken stencil
* Regarder E










Slide 2 - Tekstslide

Prends ton stylo!
Dictée voc. A 

Slide 3 - Tekstslide

Doel van de "dictées"
1. Regelmatig leren vergroot kennis van de woordenschat.
2. De kennis komt in het lange termijn geheugen.
3. De schrijfwijze wordt juist geoefend.
4. De uitspraak wordt geoefend.
5. Bewustwording van het verband tussen grammatica en zinsstructuren.
6. Feedback vergroot inzicht door fouten te bekijken.

Slide 4 - Tekstslide

Dictée
* 5 Franse zinnen en woordjes: vertaal
* 5 Nederlandse zinnen en woordjes: vertaal

Slide 5 - Tekstslide

Dictée chapitre 1: Vocabulaire E 
1. Écouter la musique.                      
2. Au travail.
3. Une fois par semaine.
4. Il est drôle.
5. Ma soeur est au club de sport.

Slide 6 - Tekstslide

Dictée chapitre 1: Vocabulaire C 
6. Op school.
7. Bij (iemand).
8. Af en toe.
9. Zijn broer is soms amusant.
10. Hij gaat naar een concert.
Schrijf het rijmpje op van de 12 bijvoeglijke naawoorden die vóór de zelfstandige naamwoorden staan.

Slide 7 - Tekstslide

Sur la table....
* TES LIVRES: 
Cahier d'activités A
(Livre d'activités voortaan)

* TON CAHIER
* TA TROUSSE
* TON ORDINATEUR

Slide 8 - Tekstslide

Parler français!

Slide 9 - Tekstslide

Ton meilleur ami / ta meilleure amie

Slide 10 - Tekstslide

Amitié:

* Qui est ton meilleur ami?

* Je le connais depuis six ans.

* J'ai rencontré Pascal au club de tennis.

* Parce qu'il me comprend bien et il est sportif.




Amitié:

* Mon meilleur ami, c'est Pascal.

* Tu as rencontré Pascale où?

* Et pourquoi c'est ton meilleur ami?

* D'accord.




Slide 11 - Tekstslide

Prends ton livre!

Livre d'activités: A
page 36: E regarder 

Exercices: 19 samen
                  20 a b
                  21 a b
 








Slide 12 - Tekstslide

Au travail! Aan de slag
Of je bent bezig om je aantekeningen goed in je schrift te krijgen.
Of je ben zs aan het werk met: E

Slide 13 - Tekstslide

Prends ton cahier!
Il faut prendre des notes!

Slide 14 - Tekstslide

les adjectives!
De bijvoeglijke naamwoorden

Slide 15 - Tekstslide

Les adjectifs qualicatifs! De bijvoeglijke naamwoorden
De vormen:
1. Regelmatige bijvoeglijke naamwoorden: grand  petit  joli
2. Onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden: beau/belle

De plaats:
Regel: de bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zn
Uitzondering: behalve 12 stuks: rijmpje: bon grand petit etc. 

Slide 16 - Tekstslide

Regelmatige vormen
Regelmatige vormen
 
grand       grande         petit     petite           joli     jolie
grands      grandes      petits    petites         jolis   jolies
     groot/grote                 klein/kleine           leuk/leuke
                                                                   mooi/mooie
                                                                                       

Slide 17 - Tekstslide

Onregelmatige vormen
Soms verandert er meer dan 1  letter: 

beau       belle          vieux     vieille          bon    bonne      
beaux     belles         vieux      vieilles       bons  bonnes
   mooi/mooie               oud/oude             goed/goede

Deze leer je ook allemaal uit het hoofd: Fr-Nl en Nl-Fr

Slide 18 - Tekstslide

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord 
De regel is: In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord altijd ACHTER het zelfstandige naamwoord:

      une maison moderne                een modern huis
      une route dangereuse               een gevaarlijke weg
      un garçon intelligent                  een intelligente jongen
      deux filles sportives                   twee sportieve meisjes

Slide 19 - Tekstslide

Welke bijvoeglijke naamwoorden staan erachter?
intéressant, amusant, intelligent, content (blij/tevreden)          
dangereux, malheureux, heureux (gelukkig)
chaud (warm), froid (koud), sportif
rouge, noir,  vert etc. (alle kleuren)
allemand,  anglais,  espagnol etc. (alle nationaliteiten)

Voorbeeld: une fille anglaise intelligente

Slide 20 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord (plaats)
De regel is: In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord altijd ACHTER het zelfstandige naamwoord:

MAAR NATUURLIJK ZIJN ER UITZONDERINGEN!!!!
Kijk mee!
Luister mee!


Slide 21 - Tekstslide

Welke 12 bijvoeglijke naamwoorden staan ervoor?
bon, grand, petit
premier, dernier, joli
jeune, vieux, nouveau
mauvais, long, beau


Dit rijmpje moet je uit je hoofd leren: Fr-Nl en Nl-Fr

Slide 22 - Tekstslide

Instruction
Wat     : Maken van "E" blz. 36: opdracht 19 / 20 a b en 21 a b
Hoe     : Zorg dat je de vragen goed leest!  Je werkt IN JE BOEK!
Wie     :  Alleen in stilte
Tijd     :  10 minuten
Resultaat: Klassikaal afronden
Klaar  :  Leren voc. F hoofdstuk 1

Slide 23 - Tekstslide

ZS: zelfstandig werken in stilte
Voordelen:
*Rustige sfeer om in te werken.
*Aanscherpen concentratie
*Betere Focus
*Zelf oplossingsgericht nadenken

Na 10 minuten mag je zeker vragen stellen.

Slide 24 - Tekstslide

Les devoirs

Leren vocabulaire C                   Fr-Nl en Nl-Fr
Maken B : 8 t/m 11




Slide 25 - Tekstslide

In deze Franse les ben ik meer te weten gekomen over.......

Slide 26 - Woordweb

La fin du cours. À la prochaine!

Slide 27 - Tekstslide

L'adjectif qualificatif
Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 28 - Woordweb

Vertaal: Zij is een sportief Duits meisje.

Slide 29 - Open vraag